Romeinendag Castellum Hoge Woerd

De jury proeft de gerechten van de finalisten van 'Nederland kookt Romeins'. V.l.n.r. Manon Henzen, Onno Kleyn en Erik Graafstal.

De afsluiting van de Romeinenweek was afgelopen zondag, 6 mei 2018, in Castellum Hoge Woerd tijdens de Romeinendag. Tijdens deze dag werden er activiteiten voor jong en oud georganiseerd. Zo kon je een ritje maken in een Romeinse reiswagen, een boot maken met bamboestiek of op stap met een archeoloog. Ook was het mogelijk om een Romeins kampement te bezoeken, of het vrachtschip De Meern 1 in het museum te bewonderen. Hoogtepunt van het programma was de finale van de eerste kookwedstrijd tijdens de Romeinenweek: Nederland kookt Romeins.

Nederland kookt Romeins

In de eerste editie van deze kookwedstrijd gingen twaalf koks de uitdaging aan om één van de tien geselecteerde Romeinse recepten uit het enige overgeleverde kookboek uit de oudheid te maken: De re coquinaria. Kenmerkend voor recepten uit de oudheid is dat er nauwelijks hoeveelheden en bereidingswijzen in vermeld worden. De recepten zijn als het ware slechts boodschappenlijstjes. Dat is enerzijds wellicht lastig, maar biedt anderzijds mogelijkheden tot veel creativiteit! De drie finalisten Elly Smit, Tim Clerbaut en Cora Meijer mochten hun gerecht op de Romeinendag in Castellum Hoge Woerd bereiden en aan de drie juryleden voorzetten. Smit ging voor de sala cattabia, een gerecht in laagjes waarin brood afgewisseld wordt met kippenlever, kaas, pijnboompitten en een keur aan kruiden en smaakmakers.

Clerbaut bereidde op authentiek Romeinse wijze mosselen, om de authenticiteit van zijn gerecht kracht bij te zetten. Ook heeft hij daarnaast zelf passum, rozenwijn, gemaakt.

Cora Meijer koos voor de “Balletjes Gehakt met vers wit broodkruim, dat in wijn is geweekt, met peper en vissaus. Vissaus was dé smaakmaker in de Romeinse keuken. "Als je dat wilt gebruik je ook mirtebessen. Je vormt balletjes, waarin pijnboompitten en peperkorrels zijn verwerkt. Wikkel ze in varkensnet en rooster ze met caroenum.” Caroenum is ingekookte druivenmost.

Het winnende gerecht

De jury, bestaande uit culinair historica Manon Henzen van het historisch kookatelier Eet!verleden, archeoloog Erik Graafstal en culinair schrijver Onno Kleyn, koos Cora Meijer als grote winnaar met haar balletjes geitenlamsvlees met venkel en Mirto Rosso. Ik had de eer wat van het gerecht te proeven en ik kan bevestigen dat het heerlijk smaakte.

Kijkje in de Romeinse keuken

Romeins eten liep die dag als rode draad door het programma. Zo gaf jurylid Henzen die middag ook een kijkje in de Romeinse keuken. Ze begon haar lezing met de bronnen die worden gebruikt om de Romeinse eetgewoonten te achterhalen. Aangezien er maar één kookboek bekend is, wordt ook veel informatie gehaald uit andere bronnen zoals geschriften waarin gerechten worden beschreven of traktaten over de landbouw waarin te lezen is wat voor voedsel er werd verbouwd. Daarnaast zijn afbeeldingen op fresco’s en mozaïeken een nuttige bron. Ze laten namelijk zien hoe de groente en het fruit er in de Romeinse tijd uitzag en hoe de gerechten werden opgediend. Het enige kookboekje dat is overgeleverd wordt toegeschreven aan Apicius en daarin ontbreken bijvoorbeeld de desserts, terwijl op fresco’s wel diverse taarten zijn afgebeeld, die daaraan ook hun naam frescotaart te danken hebben. Tot slot zijn archeologische bronnen een dankbare bron. Zo vertellen botresten en graten in gevonden potten bijvoorbeeld wat er in bepaalde regionen werd gegeten en soms ook waarvandaan het eten werd geïmporteerd. Zo zijn er in Nijmegen makreelgraten uit Spanje in een pot gevonden.

Manon Henzen over de Romeinse keuken

Hierna gaf Henzen uitleg over de eetgewoonten: de armen eten vaak buiten de deur in een taverne. Hun eetpatroon bestond uit granenpap, peulvruchten, brood, kweeperen, olijven, champignons, gevogelte en kaas. De rijke elite die zich zo nu en dan ook een aanligdiner kon permitteren at ook dadels, taart, luxe gevogelte zoals mus, vink en lijsters. Anders dan vandaag de dag was het vlees dat men at veel gevarieerder. Zo werd ook het vlees gegeten van de dieren die in de arena vochten. Bij een archeologische opgraving van een taverne in Rome werden bijvoorbeeld een hele hoop giraffenbotten gevonden.

Naast de eetgewoonten was er ook aandacht voor de drank. Zo vertelde Henzen dat men in de Romeinse tijd onder andere water, vruchtensap, zuivel en bier dronk. Deze laatste drank werd in het oude Egypte bijvoorbeeld vaak met een rietje gedronken omdat het bier daar in die tijd bovengistend was. Door met een rietje te drinken vermeed je de droesemlaag die bovenop het bier dreef. Verder was er in de Romeinse tijd ook al wijn, maar dit was met name een drank voor de elite. Trek gekregen na deze verhalen? Dan kon je als bezoeker jezelf vervolgens tegoed doen in de Romeinse taverne naast het legerkamp waar iedereen allerlei Romeinse lekkernijen kon proeven, zoals itria (honingnotensnoepjes), isicia omentata (gehaktballetjes) en moretum (kruidenkaas) op panis (brood).

Vera Weterings