Recensent: Vera Weterings
Streeksieraden. Uit de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum, Hanneke van Zuthem
Walburg Pers i.s.m. het Nederlands Openluchtmuseum, Zutphen 2018
ISBN 9789462492424
Gebonden, met illustraties in kleur
176 pagina’s
€ 29,50
Een leven in dracht
De meeste mensen zullen het Nederlands Openluchtmuseum kennen als een groot themapark waar de Nederlandse geschiedenis tot leven komt. In de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum bevinden zich ongeveer 153 duizend voorwerpen, waaronder boerenwagens, woningtextiel, speelgoed en streekdracht. Uitkomst in tijden van corona is dat het merendeel van deze collectie ook online is te bekijken. De collectie streekgebonden kleding en sieraden behoort tot de grootste van Nederland.
Het Nederlands Openluchtmuseum startte na de oorlog met de opbouw van een nieuwe rijkscollectie waarbij verschillende drachten werden vastgelegd in beschrijvingen, foto’s en tekeningen. Ons land kent een grote variëteit aan zogenaamde streekdrachten, een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van het dagelijks leven. Zeeland is in de collectie sterk vertegenwoordigd, omdat er in het gebied veel verschillende drachten naast elkaar zijn gedragen en lang bleven voortbestaan, in tegenstelling tot sommige andere provincies.
Bij elke streekdracht horen enkele of meerdere sieraden: de een onmisbaar, de ander een mooie toevoeging. De meeste werden aangeschaft of gekregen bij overgangsmomenten in het leven. Denk bijvoorbeeld aan de geboorte van een kind, een huwelijk of na een overlijden. Andere voorbeelden zijn geloofsrituelen, zoals de eerste heilige communie of het afleggen van geloofsbelijdenis. Ook het einde van de lagereschooltijd was in veel streken een overgangsmoment. Meisjes gingen hetzelfde dragen als hun moeders. De sieraden kunnen zo, samen met de kleding, een bepaalde levensfase markeren of een herinnering vormen aan een belangrijk moment. Ze vertellen veel over de omstandigheden van de dragers. Ze kunnen een aanwijzing vormen over herkomst, levensfase, beroep, welstand of religieuze gezindte. Zelfs het overlijden van een familielid kan af te lezen zijn aan kleding en sieraden.
Streeksieraden werden aangeschaft bij juweliers in de regio, maar kwamen lang niet altijd uit de streek zelf. Juweliers kochten werk dat door anderen was gemaakt. Vooral in Schoonhoven waren veel sieradencentra. Daar was in 1878 ongeveer dertig procent van de werkende inwoners op de een of andere manier betrokken bij de bewerking en het verhandelen van goud. Later werd in Schoonhoven vooral met zilver gewerkt en kreeg het de bijnaam Zilverstad.
De meest opvallende streeksieraden zijn misschien wel de oorijzers die voor het eerst in de zestiende en zeventiende eeuw in Nederland werden gedragen. Oorijzers waren bedoeld om een nauwsluitend mutsje op de plaats te houden en werden in het hele land gebruikt, zowel op het platteland als in de stad. Waar de oorijzers eerst van ijzer waren, werden ze al gauw gemaakt van roestbestendige materialen en kregen ze steeds meer versiering. Op het platteland bleven oorijzers nog lang in gebruik, terwijl ze in stedelijke gebieden uit de mode raakten. Ze volgden per streek, samen met de mode uit de regio, een eigen ontwikkeling waardoor er een grote variatie in vorm en grootte van de beugel en uiteinden ontstond.
In 1967 werd Adriana Crucq (1894-1979) uit Arnemuiden met haar messing oorijzers gefotografeerd door een medewerkster van het Openluchtmuseum. Tot de jaren tachtig van de vorige eeuw werd bij het collectioneren in het museum zelden vastgelegd wie de eigenaar en drager van de sieraden was. Toen was het verhaal dat het museum met het voorwerp wilde vertellen het belangrijkste. Sinds het laatste kwart van de twintigste eeuw is het steeds belangrijker wat het voorwerp zelf kan vertellen en wordt bij het verwerven van nieuwe stukken zo veel mogelijk vastgelegd van wie de sieraden zijn geweest, waar ze zijn gedragen en wat de persoonlijke omstandigheden van de drager waren.
Vera Weterings
De collectie van het Nederlands Openluchtmuseum is online te bekijken.