Overigens ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden.
Zo luidt de Latijnse uitspraak van de Romeinse senator Cato Maior (234-149 voor Christus). Het verhaal gaat dat Cato in elke Senaatsvergadering zijn redevoering eindigde met deze spreuk. Of de spreuk daadwerkelijk door hem werd gebruikt, wordt heden ten dage betwijfeld. De Latijnse uitdrukking wordt immers voor het eerst gebruikt in 1821 door Franz Fiedler. Wel moge duidelijk zijn dat de strekking toepasbaar was. Immers staat in Plutarchos in het Oud-Grieks Cato geciteerd met de volgende uitspraak: