Vroeger was wit een ongebruikelijke keuze voor een trouwjurk, blauw was veel populairder in hogere kringen. Tot 1840, toen de traditie ontstond om een witte bruidsjurk te dragen. Toen trouwde koningin Victoria in een witte jurk met prins Albert. Vanaf die dag trouwden met name vrouwen uit de hogere klassen in een witte jurk. Hiermee lieten ze zien dat ze genoeg geld hadden om een jurk voor een dag aan te schaffen. In minder welgestelde milieus trouwden meisjes zelfs in het zwart, grijs of bruin, omdat de jurk dan gemakkelijk was te dragen na de bruiloft.