Het laat-Romeinse Rijk wordt in de geschiedenis vaak kort besproken. Komt het al aan bod, dan niet zelden in hoofdlijnen. En dat is jammer, zo vindt historicus Stijn Vennik. De tijd van het laat-Romeinse Rijk is immers een fascinerende periode waarin veel gebeurde. De problemen in het Romeinse imperium stapelden zich op en veranderden het rijk grondig. Als de Romeinen niet al zelf onderling ruzie maakten, dan vielen er wel gewelddadige volkeren binnen. Ook de opkomst van het christendom was een ontwikkeling die niet zonder slag of stoot verliep. Vandaar dat Icks besloot een heel boek besloot te wijden aan de geschiedenis van het Romeinse rijk van 180 tot 476: Van de gladiatorenkeizer tot de gepensioneerde tiener. Aan de hand van levensbeschrijvingen van de Romeinse keizers neemt historicus Stijn Vennik ons mee langs de belangrijkste gebeurtenissen van die tijd. Hij doet dat op historisch verantwoorde wijze, waarbij hij de merkwaardigste verhalen uit de spaarzame bronnen niet schuwt.
Het boek werd afgelopen donderdag 11 april tijdens de Week van de Klassieken in het Allard Pierson Museum gepresenteerd. Onder leiding van docent en oudhistoricus Martijn Icks intervieuwden twee studenten Oude Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam auteur Stijn Vennik over zijn boek. In zijn boek weet Vennik op toegankelijke en historisch verantwoorde wijze de geschiedenis van de periode tussen 180 en 476 na Christus te schetsen. Hierbij besteed hij ook bijzondere aandacht aan de opmerkelijke verhalen en anekdotes over keizers en andere personen die de laat-Romeinse geschiedenis hebben gekleurd. Maar waarom nu juist specifiek die periode van 180 tot 476?
Vennik kiest voor het jaar 180 omdat in dit symbolische jaar Gibbon zijn standaardwerk startte en de Pax Romana bovendien in dat jaar eindigde. Daarbij is er op de middelbare school vaak juist alleen aandacht voor de periode voor 180 en wordt er vaak kort door de bocht geschetst dat het na 180 alleen maar bergafwaarts ging met het Romeinse Rijk. in zijn boek laat Vennik zien dat het niet direct slecht ging met het grote rijk. Vennik eindigt in 476, het jaar dat vaak wordt genoemd als het einde van het Romeinse Rijk en tevens het jaar van de gepensioneerde tiener keizer, hij was de laatste keizer van het westen: Romulus Augustulus. Deze Romulus Augustulus werd ook wel de marionet keizer genoemd, omdat zijn vader hem aanstuurde. Toen zijn vader werd gestuurd werd hij al snel met rijkdom naar een landgoed verbannen, vergelijkbaar met het verplichte vervroegde pensioen dat wij tegenwoordig kennen.
In zijn werk laat Vennik zien dat de geschiedenis van het laat-Romeinse Rijk een periode was vol spannende gebeurtenissen en ontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld aan de toenemende problemen in en buiten het Romeinse imperium, die het rijk grondig zouden veranderen. Zo kwamen de Hunnen in 375 het Rijk binnen, maar vooral de Slag bij Adrianopel op 9 augustus 378 was een keerpunt in de geschiedenis aangezien de Goten de streek na deze datum niet meer hebben verlaten. Het bijzondere aan het boek is dat het werk luchtig is geschreven terwijl het over heftige gebeurtenissen gaat, Vennik denkt dat hij de geschiedenis op deze manier toch op toegankelijke wijze aan de man kan brengen. Wel is hij dan andere populaire auteurs voorzichtig met het maken van vergelijkingen tussen heden en verleden omdat volgens hem een beetje appels met peren vergelijken is, daarin ben ik het wel met hem eens. Wel stelt Vennik dat fake news van alle tijden is, dat merk je ook als je de antieke bronnen bestudeerd. Met name de werken die zijn geschreven met specifieke doeleinden zoals het ophemelen van bepaalde keizers of het in diskrediet brengen van hun tegenstanders zijn bronnen die kritisch bestudeerd dienen te worden.
Vera Weterings
Gedurende de Week van de Klassieken plaatst Hereditas Nexus extra blogs en boekrecensies over de Oudheid.