Wild van Water

Recensent: Vera Weterings
Wild-van-Water_3D_small_image-1

Wild van water. De kunst van genieten, Maartje van den Heuvel

Uitgeverij WBOOKS i.s.m. het Zuiderzeemuseum, Zwolle 2016
ISBN: 9789462581456

Harde kaft, rijk geïllustreerd in kleur en zwart-wit
192 pagina's
€24,95

 

Wild van water

Enkele jaren geleden, in 2012 om precies te zijn, organiseerde de Kunsthal in Rotterdam in samenwerking met gastcurator Maartje van den Heuvel, kunsthistoricus en conservator bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit Leiden, de tentoonstelling Zoet&Zout. In die tentoonstelling kon de bezoeker het Nederlands waterlandschap in de volle breedte ervaren aan de hand van vijf thema’s: strijd, verbond, gewin, mythe en vermaak. Met dit laatst thema is Van den Heuvel na afloop van de tentoonstelling verder gegaan en heeft ze uiteindelijk als partner het Zuiderzeemuseum gevonden. Samen hebben zij een expositie gewijd aan het plezier met het water. Het Zuiderzeemuseum heeft er voor gekozen om juist in het gedenkjaar van de watersnoodrampen de tweeledige beleving van het water centraal te zetten. In het buitenmuseum komt dit tot uitdrukking in de presentatie Zuiderzeemuseum overspoeld en in het binnenmuseum is de tentoonstelling Wild van water te zien.  Bij deze laatste tentoonstelling verscheen het gelijknamige boek dat net als de tentoonstelling is onderverdeeld in drie thema’s: Hollandse nuchterheid, poëzie en sensatie.

Voor de publicatie en tentoonstelling heeft Van den Heuvel een selectie gemaakt van ruim 140 kunstwerken; van schilderijen uit de Gouden Eeuw tot aan fotografie door hedendaagse kunstenaars. Ook is er aandacht voor de soms vernuftige amateurvideo’s. Hoewel de meeste kunstweren afkomstig zijn van Nederlandse kunstenaars is dat niet altijd het geval, wel staan in de gehele tentoonstelling het Nederlandse landschap en plezier met water centraal. In de publicatie zijn de kunstwerken in drie beeld katernen onderverdeeld in de drie thema’s die ook in de tentoonstelling worden aangehouden. De thema’s worden afgewisseld door een viertal essays. Zo schrijft Van den Heuvel over de manier waarop Nederlanders eeuwenlang het contact met natuur en water opzoeken aan de hand van varen, vissen, zwemmen en schaatsen. Zo lieten kunstenaars zich in de Romantiek inspireren door de Hollandse landschappen van de zeventiende eeuw. In kunstwerken uit deze periode komt met name het aangename van het buiten in het landschap zijn tot uitdrukking. Ook wordt het simpelweg genieten een nieuw onderwerp in de kunst. Dit nieuwe onderwerp is terug te vinden bij onder andere Jan van de Velde en Hendrick Avercamp. In het begin van de negentiende eeuw is het onderwerp nog steeds populair al benadrukken kunstenaars steeds meer de subjectieve ervaring van het Hollandse waterlandschap. Dit uit zich onder andere in vele ijsprettaferelen. In de twintigste eeuw worden de kunststromingen steeds moderner en is er in de kunst steeds meer aandacht voor pure vormen en kleur.

In het volgende essay over Zuiderzeevertier vertelt André Groeneveld, conservator van het Zuiderzeemuseum, over de relatie van het Zuiderzeemuseum met een aantal werken die vermaak op de Zuiderzee als onderwerp hebben. Zo gaat hij in op de grote serie foto’s van Henk van der Leeden van Marken, waaronder die van de ijszeiler. Naast ijspret is het baden langs de voormalige Zuiderzee vaak onderwerp van schilderkunst en tegenwoordig van fotografie. In zijn essay weet Groeneveld een mooie balans te vinden tussen het vermaak op de Zuiderzee en het afbeelden van dit vermaak op kunstwerken door de eeuwen heen.

In een essay van Elisabeth Spits, conservator van het Scheepvaartmuseum, gaat ze in op haar specialisatie: het spelevaren sinds de Gouden Eeuw. Hoewel haar verhaal wordt begeleid door afbeeldingen van kunstwerken van het spelevaren richt zij zich in haar verhaal minder dan Van den Heuvel op de kunst, maar vooral op de geschiedenis van het spelevaren zelf. Zo gaat ze ook in op de opkomende plezierjachten en het feit dat de eerste jachthaven ter wereld in Nederland rond 1600 werd geïntroduceerd. Deze jachthaven bevond zich ter hoogte van het huidige Centraal Station bij perron 1 en 2.

Het laatste essay van de hand van Inge Bobbink en Suzanne Loen, beiden verbonden aan de TU Delft, gaat niet zozeer in op de geschiedenis van het plezier met water of de kunstgeschiedenis, maar heeft vooral de landschapshistorie van het waterrijke Nederlandse landschap tot onderwerp. Nederland heeft immers een kustlijn van zo’n 451 kilometer lang. Waar voorheen aandacht was voor de strijd tegen het water, worden de overgang van werklandschap naar lustlandschap en de opkomst van de waterrecreatie steeds belangrijker. In het essay wordt hier dan ook de nadruk op gelegd door voorbeelden als het plassenlandschap, de Marker Wadden en de Griendcultuur.

Dit alles bij elkaar maakt Wild van water een heerlijk boek om doorheen te bladeren kabbelend op het water, pootjebadend aan het strand of gewoon vanuit de luie stoel. Als lezer kun je door de prachtige beeldkaternen genieten van de mooie schilderijen en foto’s die in het boek te zien zijn en ook nog eens wat achtergrondinformatie krijgen over de (kunst)geschiedenis. Daarbij biedt Wild van water een rijkelijk geïllustreerde aanvulling in boekvorm op de werken die in het Zuiderzeemuseum in de gelijknamige tentoonstelling te bewonderen zijn. Met het aanschaffen van het boek kan de tentoonstelling als het ware worden meegenomen naar huis en al bladerend telkens opnieuw beleefd worden. En dat is helemaal niet verkeerd, want het is een heerlijke feel good tentoonstelling die je in een relaxte vakantiestemming brengt.

Vera Weterings

De tentoonstelling Wild van water in het Zuiderzeemuseum is nog tot en met 6 november 2016 te bezoeken.