Constantijn Huygens op dienstreis. Zijn verslag van een tocht naar Eindhoven en Spa, Luxemburg en Meurs, 1654, Simon Groenveld
Uitgeverij Verloren (Hilversum 2013)
ISBN 978 90 870 4365 0
Gebonden, rijk geïllustreerd in kleur en zwart-wit, met teksteditie, geraadpleegde werken en register
140 pagina’s
€ 19,-
Constantijn Huygens op dienstreis
Constantijn Huygens op dienstreis. Zijn verslag van een tocht naar Eindhoven en Spa, Luxemburg en Meurs, 1654 door de Leidse hoogleraar prof. dr. Simon Groenveld verscheen in april 2013 in het kader van de Huygens-manifestatie in Den Haag. De beroemde schrijver, dichter en musicus Constantijn Huygens (1596-1687) wordt samen met zijn zoon uitvinder, schrijver en wis-, natuur- en sterrenkundige Christiaan Huygens (1629-1695) dit jaar herdacht in het Huygensjaar 2013. Koningin Beatrix had als laatste officiële taak om de opening van de tentoonstelling Constantijn & Christiaan Huygens, Een gouden erfenis in de Grote Kerk in Den Haag uit te voeren. Een opening van een tentoonstelling die het startsein vormde voor het Huygens jaar. Deze uitgave is hieraan nauw verwant doordat het boek gewijd is aan een deel van het leven van Constantijn Huygens. Het werk bevat een nooit eerder gepubliceerd verslag van een reis die Constantijn Huygens in 1654, op 58-jarige leeftijd, maakte in dienst van de Oranjes. Het werk zat verstopt in een resolutieboek over 1654 van de Nassause Domeinraad in het Nationaal Archief in Den Haag. Groenveld ontdekte dit werk en voorzag het van een uitgebreide inleiding waarin de lezer Huygens beter leert kennen in zijn tijd en omstandigheden. In de inleiding van Groenveld komt naar voren dat het reisverslag de moeite waard is om te onderzoeken. Ook plaatst hij het verslag in zijn historische context en heeft hij de tekst voorzien van toelichtingen. Daarnaast bevat het werk zeven gedichten (inclusief vertaling) die Huygens onderweg schreef en illustraties uit zijn tijd, waarvan enkele door Huygens’ zoons Christiaan en Lodewijk zijn gemaakt. Deze reis maakte deel uit van hun opvoeding.
Het verslag dat Huygens maakte is erg levendig. Huygens maakte de reis als lid van de Nassause Domeinraad, deze beheerde de goederen en de financiën van Oranje-Nassau. Hoewel Huygens al vanaf 1630 raadsheer was in de Domeinraad, heeft hij voor de reis van 1654 nooit eerder deel van het reisgezelschap uitgemaakt. Het secretariaat eiste hem teveel op: hij was of in Den Haag nodig of op veldtocht met Frederik Hendrik. In 1654 kon hij mee op rondreis langs de diverse landgoederen.
In Huygens’ reisverslag wordt duidelijk dat de rondreis bedoeld was om de armzalige financiële toestand van de Oranjes te verbeteren. De rondreis voerde hem per koets, te paard en met schepen naar Vianden in Limburg en via de Moezel en de Rijn naar Meurs. In zijn reisverslag schrijft Huygens over de gevaren van het reizen, de controle van Oranjekastelen, de verkoop van bomen, de vernieuwing van waterkeringen, de inspectie van bossen, akkers en bouwwerken, de controle van belastingen en de gesprekken met rentmeesters en pachters.
Constantijn Huygens komt in het verslag naar voren als een man van daden, een zakelijke man. De emotionele, gevoelige Huygens zien we niet terug, die is alleen terug te vinden in de gedichten die hij onderweg maakte, zoals de auteur benadrukt
Hij zet aan tot actie, neemt beslissingen, toont met genoegen gezag. Hij laat daarmee karaktertrekken zien, die we meestal niet bij hem kunnen waarnemen (p. 65)
Hoewel het verslag een zakelijk document is, zo nu en dan komt toch een persoonlijke noot door de regels naar voren. Zo beschrijft Huygens, die te kampen had met spierpijn en tbc, een bezoek aan de warme baden in Aken. Ook kan Huygens het niet nalaten om in het verslag een aantal versjes toe te voegen. Daarnaast is in het verslag ook veelal Huygens’ persoonlijke mening over bepaalde zaken terug te vinden. Zo schrijft Huygens over de bevolking.
‘Alsoo de Borgerij van Vianden weijnich beleeftheyts heeft, synde meest een rouw, kribbich en krackelich volck diemet Processen aenden anderen hangen, ende om een haverstroo aen’t pleiten souden komen, alwaer het tegn haer Landtsheer dien sy te min ontsien, doordien sy de Lutsemburchsche regieringh aende hand hebben, ende wel weten wat macht deselve heeft in de maintenue oft destructie van eenich Officier by middel van rechten, alwaer het des Heren Rentmeester ofte andere Domestique Bediente.’ (p. 103)
Kortom, Constantijn Huygens op dienstreis is een duidelijk en goedgeschreven werk van Groenveld. In het werk komt niet alleen naar voren dat het reisverslag interessant is om te bestuderen voor vervolgonderzoek, maar ook aangenaam is om te lezen. Het verslag is op een stijlvolle manier geschreven, iets wat ook te verwachten was van een auteur enhomo universalis als Constantijn Huygens. Toch is de kracht van deze publicatie met name de combinatie van Huygens’ reisverslag en Groenvelds inleiding. Zonder de historische context van Groenveld en de kanttekeningen die Groenveld plaatst bij de tekst van Huygens is het verslag an sich ietwat droge stof.
Vera Weterings