De Germanen en het christendom

Recensent: Vera Weterings

De Germanen en het christendom, Pierre Trouillez

Uitgeverij Omniboek, Utrecht 2019
ISBN 9789401914734

Paperback, met illustraties
352 pagina’s
€ 24,99

De Germanen en het christendom

In het Rijksmuseum van Oudheden presenteerde  de Vlaamse historicus Pierre Trouillez afgelopen dinsdag, 14 mei 2019, de herziene uitgave van De Germanen en het christendom. Het boek gaat over de boeiende overgangsperiode van de klassieke oudheid naar de middeleeuwen en de ontmoeting van de Germaanse wereld met het christendom. Pierre Trouillez (1946) promoveerde in de Godgeleerdheid. In Nederland en Vlaanderen is hij bekend om zijn talloze boeken en publicaties over kerkgeschiedenis, zoals het succesvolle Van Petrus en Constantijn en De Franken en het christendom. Je kunt ook zeggen dat De Germanen en het christendom een vervolg is op deze publicaties. Een stimulans voor Trouillez bij het schrijven van dit boek was dat er in ons taalgebied, anders dan in de Franse taal, nog weinig is gepubliceerd over dit onderwerp.

In De Germanen en het christendom wordt ingezoomd op de periode van de vijfde tot de zevende eeuw, de periode van volksverhuizingen waarin Germaanse stammen door Europa trokken en zich vestigden in het zuiden van Europa en het noorden van Afrika. Tijdens deze migraties maakten de Germaanse wereld en het christendom voor het eerst contact. In het werk rekent Trouillez af met twee misverstanden. Ten eerste het misverstand dat men moest kiezen tussen het doopsel en het zwaard. Deze beroemde uitdrukking gaat immers over de Saksen die in dit boek niet worden behandeld. Onder de Germanen was het een mythe dat zij zich onder dwang tot het christendom hebben bekeerd. Sterker nog, zij waren al in hun thuisland christen.

De tweede mythe die Trouillez doorprikt is die van de donkere middeleeuwen. Hoewel tijdens de invallen van de Germanen veel cultuur teniet is gedaan; monumenten en bibliotheken werden vernield en het onderwijs ging onderuit. De invallen betekenden een neergang, maar geen eindpunt van cultuur. Zo is er in de periode die onterecht de Dark Ages worden genoemd, een beroep gedaan op het behouden en doorgeven van de antieke cultuur. Daarnaast ontstonden in deze tijd de eerste kloosters die zich richtten op het verzamelen en kopiëren van documenten. Deze ontwikkeling getuigt van een zekere culturele interesse. De opvatting dat de geschiedenis naadloos van de ene in de andere periode overgaat is een misvatting die Trouillez ontkracht. Hij laat in zijn boek zien dat de periode die behandeld wordt er juist één is van verwarring waarbij afstand wordt gedaan van oude gewoonten en nieuwe worden omarmd.

Nadat Trouillez in het eerste hoofdstuk inzicht geeft in de politieke context waarin de samenleving zich in die periode bevindt behandelt hij in het boek stuk voor stuk de diverse Germaanse rijken met specifieke aandacht voor diverse kerkelijke figuren. Dit alles maakt dat Trouillez in De Germanen en het christendom de lezer een inkijkje biedt in de vroege historie van christelijk Europa. Aan de hand van historische figuren zoals de kerkvaders Wulfila, Leo de Grote, Theodorik, Boëthius en Gregorius van Tours schetst Pierre Trouillez de politieke en historische gevolgen van de strijd om de kerstening. De Germanen en het christendom geeft op pakkende en academisch verantwoorde wijze deze kantelperiode in de geschiedenis weer.

Vera Weterings