Recensent: Wouter van Dijk
De noordse mythen. Goden en helden van het oude Scandinavië, Carolyne Larrington
Uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2017
ISBN: 978 90 253 0764 6
Paperback, met kaarten, afbeeldingen in zwart-wit, kaderteksten, literatuursuggesties en register
208 pagina’s
€ 22,50
Introductie in de noordse mythologie
Iedereen heeft weleens gehoord van Odin en Thor. Machtige goden uit een ver en grijs door Vikingen geteisterd verleden. Toch, voor wie deze namen geen belletje doen rinkelen is dat misschien wel het geval bij Gandalf, Oin, Gloin, Fili, Kili en alle andere dwergen die hun opwachting maken in J.R.R. Tolkiens De Hobbit. Is het niet vanwege de boeken dan wel vanwege de razend populaire films. Minder bekend is dat Tolkien al deze namen ontleende aan de noordse mythologie, om precies te zijn uit Het visioen van de zieneres. Een verhaal waarin de cyclus van het ontstaan, de ondergang en herrijzenis van de goden- en mensenwereld centraal staat.
De rijke noordse mythologie staat centraal in dit compacte boek van Carolyne Larrington. Zij doceert middeleeuwse Engelse literatuur aan St John’s College in Oxford. Oudijslandse literatuur is haar specialiteit. Het maakt haar bij uitstek geschikt om een introductie in de godenwereld van het oude Scandinavië te schrijven. Veel, zo niet alles, wat we weten van de noordse mythologie van vóór de intrede van het christendom is ons overgeleverd uit middeleeuwse geschriften die zijn neergepend in IJsland, zo rond de dertiende eeuw. De belangrijkste schrijver die de orale vertellingen uit de Vikingtijd op schrift stelde, was de IJslandse politicus, dichter en hoofdman Snorri Sturluson, waarover hier meer te lezen is. Snorri was als middeleeuwer zelf natuurlijk een goed christen maar ook een verdienstelijk dichter volgens de oude Scandinavische traditie van de skalds. Ondanks zijn christelijke kijk op de zaken heeft dit zijn weergave van de mythologische verhalen over de Asen en Wanen, de goden van heidens Scandinavië, waarschijnlijk minder beïnvloed dan bijvoorbeeld het geval was met de Ierse monniken die de Keltische mythen overgoten met christelijke symboliek. Wel is het zo, dat de oude noordse goden door Snorri, net als in het geval van de oude Ierse goden, veelal neergezet werden als mensen met bovennatuurlijke krachten, maar met alle menselijke zwakheden vandien.
Larrington loopt in haar boek op gedegen wijze alle facetten van de noordse mythologie na. Ze leidt het materiaal in waaraan we onze kennis over deze bijzondere wereld danken, en bespreekt hierbij zowel de schriftelijke bronnen, als de materiële cultuur die bij opgravingen door archeologen aan het licht komt. Vervolgens passeren de belangrijkste goden in het noordse pantheon de revue. Natuurlijk is daar Odin, de eerste onder gelijken, leider van de goden in Asgaard, hun woonplaats. Odin werd vooral aanbeden door koningen, machthebbers en was bepaald niet de god van de gewone man. Dat was Thor, sterk, dapper, recht-door-zee, misschien wat simpel van geest af en toe, maar hij had met de mensen het beste voor. Thor was de god van de boeren, hij bepaalde de weersomstandigheden en was dus belangrijk voor een goede oogst. In Noorwegen en IJsland werd hij belangrijker geacht dan Odin. Natuurlijk wordt ook Loki besproken, de eeuwige plaaggeest die de goden vaak last bezorgd, maar in sommige verhalen ook optreedt als redder in nood. Die nood heeft hij overigens dan wel vaak eerst zelf veroorzaakt. De lijst kan nog uitgebreid worden met Heimdal, Freyja, Baldr, Frey, Njörd en nog vele anderen. Het voert te ver ze allemaal te bespreken. Wel is het nuttig op te merken dat de noordse goden in twee groepen zijn onder te verdelen, namelijk in Asen en Wanen. Onder de Asen vallen onder andere Odin, Thor, Heimdal, Baldr en anderen, zij vormen de grootste groep. Njörd, Frey en Freyja zijn Wanen. Hoe die groep in het mythologische pantheon verzeild is geraakt is onduidelijk. Een hypothese is dat de Wanen in feite oudere goden dan de Asen zijn, en werden vereerd door de vroegste bewoners van Scandinavië. De Asen zouden vervolgens zijn geïntroduceerd door Indo-Europeanen die in de bronstijd naar Scandinavië trokken. Zekerheid is hierover echter niet. In de mythologie zoals we die kennen zijn de Asen in ieder geval de dominante groep.
Naast een introductie van de goden en hun kenmerken wordt een groot deel van het boek gevormd door fragmenten uit verhalen waarin de goden een rol spelen, zodat de lezer ze beter leert kennen. Ook de kruisbestuivingen tussen de IJslandse mythen en verhalen uit de Duitse en Engelse traditie komen aan bod. Zeker in de vroege middeleeuwen was er sprake van een gedeelde Germaanse cultuur voor deze gebieden, ook op literair gebied. Zo is het Duitse Nibelungenlied in hoge mate verwant aan de Scandinavische sage van de Völsungen, en zijn er ook in het Oud-Engelse epische gedicht Beowulf duidelijke verwijzingen naar symboliek die voorkomt in de noordse mythologie. Larrington schrijft het met grote kennis van zaken op, dat blijkt, en ook in een lekker vlotte stijl die prettig wegleest. Eenieder die geïnteresseerd is in de middeleeuwen, mythologie of gewoon eens wat meer wil weten over de achtergrond waarop Tolkien veel van zijn werk baseerde, zou ik zeker aanraden dit boek te lezen!
Wouter van Dijk