Echo’s van Indië, Kester Freriks

Echo's van IndiëRecensent: Wouter van Dijk

Echo’s van Indië. De onafhankelijkheid van Indonesië in verhalen en herinneringen, Kester Freriks

Uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2015
ISBN: 978 90 253 0726 4

Paperback, met enkele afbeeldingen in zwart-wit, bronnen- en literatuurlijst en lijst van afkortingen
367 pagina’s
€21,50

 

Dekolonisatiegeschiedenis in het klein

Indië. Voor veel Nederlanders is het nog altijd de meest gebezigde benaming wanneer men over Indonesië spreekt. Indië bestaat niet meer, en in die zin is de benaming van het land waar deze mensen herinneringen over ophalen uiterst toepasselijk, dat land, die samenleving bestaat immers ook niet meer. In Echo’s van Indië gaat Kester Freriks op zoek naar verhalen over de zo ingrijpende periode waarin Indië Indonesië werd; de dekolonisatie- of onafhankelijkheidsperiode. De Nederlandse connectie komt in deze verhalen telkens onmiskenbaar naar voren.

Als zelf in Indonesië geboren maar al jong gedwongen naar Nederland gekomen, voelt Freriks met dat verre land overzee ‘nog steeds die vage banden’, om maar met een andere Indische repatriant, Boudewijn de Groot, te spreken. Freriks’ zoektocht naar de roerige tijd van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt geïnspireerd door zijn ontmoeting met de Indonesische kunstenaar Jompet en dienst assistente Dewi in het Amsterdamse Tropenmuseum. Jompet presenteerde zijn kunstwerk over de Indonesische vrijheidsstrijd, vol verhalen van ooggetuigen van destijds. De Nederlandse connectie ontbreekt echter nog, en met het doel die verbinding tot stand te brengen helpt Freriks mee met het verzamelen van deze herinneringen. Hij spreekt hiervoor niet alleen met Indische Nederlanders, maar ook met Indonesiërs die destijds voor hun onafhankelijkheid vochten, zoals een vroegere pemoeda.

Freriks begint zijn relaas over de onafhankelijkheidsoorlog niet met het uitroepen van de republiek, maar met de gebeurtenissen die daaraan direct voorafgingen, de onderhandelingen tussen de verschillende nationalistische groepen en de bemiddeling van de Japanse schout-bij-nacht Maeda bij het ontwerpen van de uiteindelijke onafhankelijkheidsverklaring. Natuurlijk zijn daar ook de verhalen over de verschrikkingen van de Japanse interneringskampen. De strijd om het bestaan die vele vrouwen en kinderen tot wanhoop dreef. Bij een bezoek van Freriks aan rusthuis Bronbeek komen daar de herinneringen aan krijgsgevangenschap en dwangarbeid bij.

Om erachter te komen wat er nu precies verloren ging met het verlies van Indië neemt Freriks ook een duik in oude boeken, nog uit de koloniale tijd. Het bekende zelfvoldane beeld doemt op van een kleine bovenlaag van planters en bestuursambtenaren, uiteraard in smetteloos wit gekleed, en een gedwee Indonesisch volk dat zich graag liet leiden door deze superieure westerlingen.

Ook de minder bekende kanten van de voormalige Indische samenleving vinden een plaats in Freriks’ verhaal, zoals de geschiedenis en positie van de Chinezen in Indonesië. Als tussenhandelaren zweefden ze tussen Indonesiërs en Nederlanders in, gewantrouwd door de één en geminacht door de ander. Voor de Indonesiërs waren ze lakeien van de Hollanders, voor hen waren de Chinezen onbegrijpelijke en mysterieuze Oosterlingen. Discriminatie en segregatie waren ook voor hen aan de orde van de dag in de vooroorlogse Indische samenleving.

Natuurlijk komen ook de Indië-veteranen aan het woord. Het blijft elke keer weer onthutsend om te lezen hoe weinig de jongens die naar Indië gingen om te vechten eigenlijk afwisten van de situatie en de geschiedenis van het land. Er werd hen verteld dat ze recht en orde zouden gaan brengen in de chaos en dat ze als helden onthaald zouden worden, “en dan geloofde je dat” aldus één van hen.

De persoonlijke herinneringen worden in het boek van tijd tot tijd doorsneden door passages waarin Freriks de grote lijnen van de Indonesische geschiedenis schetst, om ook de minder met het onderwerp bekend zijnde lezer een context te geven waarin de persoonlijke verhalen geplaatst kunnen worden. Die achtergrond wordt gevormd door de gesprekken die Freriks in Indonesië voerde met ooggetuigen van de dekolonisatieperiode. Ook de tragische geschiedenis van de Molukkers komt in vogelvlucht aan bod, van de ontvolking van de Banda-eilanden door Coen tot en met de treinkapingen in de jaren ’70.

Freriks is er door zijn persoonlijke benadering, fijne schrijfstijl en vele gesprekken met ooggetuigen in geslaagd een intiem beeld te geven van de vele kleine geschiedenissen die de turbulente Indonesische dekolonisatieperiode rijk is. Tegenover het welbekende grote ‘Indische zwijgen’ wordt door hem een tipje van de sluier opgelicht die nog altijd over veel van deze interessante en vaak aangrijpende verhalen ligt.

Wouter van Dijk

One thought on “Echo’s van Indië, Kester Freriks

  1. Pingback:

Comments are closed.