Luilekkerland

Recensent: Vera Weterings

Luilekkerland. 400 jaar koken in Nederland, Onno Kleyn en Charlotte Kleyn

ISBN 9789462987395
Amsterdam University Press, Amsterdam 2018

Hardcover, met illustraties in kleur en zwart-wit, recepten, register.
288 pagina's
€ 26,99

400 jaar koken in Nederland

Voor het boek Luilekkerland hebben vader en dochter Kleyn gebruik gemaakt van een historische collectie kookboeken uit de bijzondere collecties van de Universiteit van Amsterdam. Binnen deze collectie zijn zeker zo’n twintigduizend boeken over eten en drinken te vinden. Het gaat dan om boeken over bijvoorbeeld etiquette, menuleer, tafelschikking, voedingsleer, huishoudleer, restaurant- en hotelwezen. Zeker tienduizend hiervan zijn receptenboeken, waarvan vele medische recepten. Gericht boeken rond voeding verzamelen wordt pas echt gedaan sinds de schenking van de bibliotheek van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding in 1996 en een dertigtal kookboeken uit de collectie Johan Landwehr in 1997. Was de studie van de geschiedenis van de voeding nog lang een ondergeschoven kindje, tegenwoordig is de belangstelling enorm en is het zelfs een serieuze wetenschap geworden en wordt er veel onderzoek gedaan naar onze kennis van de gastronomie.

Luilekkerland is een boek over kookboeken en hoewel je spelenderwijs een inkijkje krijgt in de vaderlandse culinaire geschiedenis, geeft dit boek er zeker geen compleet beeld van. Het boek gaat immers over kookboeken en die geven vooral inzicht in de culinaire gewoonten van de welgestelden in vroegere eeuwen. In de loop van de zeventiende eeuw ontstonden boeken van koks voor amateurs en pas in de twintigste eeuw van amateurs tot amateurs. Zoals gezegd zijn kookboeken niet maatgevend wat betreft ons kookverleden, desalniettemin krijg je als lezer hier en daar een blik op de keuken van eeuwen geleden, maar dan met name die van de gegoede burgerij. Opvallend is ook dat de vroegere recepten niet zozeer recepten waren, maar meer ideeënverzamelingen en geheugensteuntjes van koks voor collega-koks. Dat betekent dat bereidingstijden en hoeveelheden vaak ontbreken. De instructies starten pas in de zeventiende eeuw en komen pas echt op gang in de twintigste eeuw. De verschillende overgeleverde kookboekbeschrijvingen zijn onderverdeeld in diverse thema’s om als lezer een soort houvast te hebben in deze culinaire ontdekkingstocht. Zo beschrijven de auteurs, vader en dochter Kleij, in het woord vooraf ook terecht over het boek:

“Het is een pleziervaart, een boottocht door de smakelijke eigenaardigheden van de kokerij. Vandaar de titel (…) naar het Luilekkerland dat een bibliotheek vol oude kookboeken is.” (p. 8)

In Luilekkerland worden diverse kookboeken door de eeuwen heen behandeld. Naast de kookboeken zoals we die gewend zijn, zie je in de zestiende en zeventiende eeuw ook veel medische recepten voor zieken en zwakken. Zo schreef ook Herman Boerhaave over een pijnstillende zalf met daarin opium. Voor de gewone man ontstonden in de twintigste eeuw diverse receptenboekjes zoals Lekker koken voor weinig geld. Honderd goedkope recepten (1934) in dit boekje lees je over veel voedzame grondstoffen zoals peulvruchten, rijst en aardappelen. Het is een boekje dat in crisistijd is geschreven, niet in oorlogstijd. Toch kun je het boekje niet politiek correct noemen, zo vind je ook recepten voor eskimosoep en negervla en wordt ook genoemd hoe je een Mussolini-schotel kunt maken van macaroni of spaghetti met boter, geklopt ei, schijven tomaat, kaas en paneermeel.

Pap is door de hele geschiedenis belangrijke basisvoeding geweest, zo aten de Romeinen geen brood maar puls, een soort graanbrij op basis van water. In ons zuivelland kookt men de granen liever in melk. En dat was niet voor een dessert, maar voor een essentieel onderdeel van de maaltijd; de caloriebrenger. Zoete pap was lange tijd een bereiding die samen met hartige op tafel kwam, zeker ook bij de rijkere mensen. Sinds de negentiende eeuw was pap met suiker of stroop ook iets waar de gewone man zich mee voedde. Pas vanaf de zeventiende eeuw verschuift het zoet langzaam naar het einde van het maal en aan het begin van de twintigste eeuw is dat proces in landelijke gebieden nog steeds niet voltooid.

In het boek vind je naast de beschrijving van de diverse kookboeken, onderverdeeld in thema’s als zuivel, presentatie, pudding, gezondheid, vet en etiquette talrijke leuke illustraties uit de kookboeken van diverse eeuwen, maar ook een variëteit aan recepten zodat je zelf ook historische recepten kunt uitproberen in de keuken. Waar het boek naar meer smaakt, kun je het ook direct in de praktijk brengen door deze fijne aanvulling van vader en dochter Kleyn. En hoewel in het boek zowel voor de thema’s als voor de recepten geprobeerd is een afgewogen verdeling te maken, is het boek allerminst een totaaloverzicht. De recepten zijn slechts bedoeld ter illustratie van de ontwikkelingen die worden beschreven en als smakelijke aanvulling voor de watertandende lezer. Juist deze gekozen combinatie van achtergrondinformatie, receptuur en talrijke illustraties van de prachtig vormgegeven kaften van historische kookboeken, maar ook de – soms ietwat gedateerde – fotografie van gerechten in oude kookboeken maken dit boek tot een zeer lezenswaardig boek voor de culinaire liefhebber, maar ook voor de historisch geïnteresseerde.

Vera Weterings