Middeleeuwse tuinen

In de periode tussen 1200 en 1600 zijn er veel overeenkomsten tussen tuinen in het christelijke Europa en het islamitische oosten. Zo zijn tuinen in beide cultuurgebieden zijn symbolen van het goddelijke, er is Latijnse en Arabische poëzie over rozen en liefde in de tuin en zowel de sultan als Maria wordt afgebeeld in een besloten hof. De Europese kloostertuinen zijn zelfs gebaseerd op Perzische vierdelige tuinen, zogenoemde chahar-bagh.

In de tentoonstelling maak je als bezoeker als het ware een wandeling door de diverse tuinen, startend bij de kruidentuin, de basistuin van de Middeleeuwen. Deze basistuin was omheind en in vieren gedeeld met in het middel een put of fontein om de tuin te kunnen gieten. Water was voor de tuin erg belangrijk, het is dan ook niet voor niets dat er in de tentoonstelling diverse prachtige gieters te zien zijn, waaronder een duimgieter uit de vijftiende eeuw. Deze duimgieter werd gevonden bij het voormalige Kartuizerklooster van Delft. De gieters waren in die tijd van aardewerk zodat het water koel bleef.

Naast verschillende gieters ontbreken op de tentoonstelling ook bloempotten niet. Dit is één van de meest teruggevonden tuinvoorwerpen. Daarnaast bestond er ook al tuingereedschap zoals een schop, hak of snoeimes. Na de kruidentuin kom je in de moestuin. Hier leer je hoe men in de middeleeuwen omging met het telen van groente en fruit en het bestrijden van insecten en ongedierte.

De eerder genoemde kruidentuin en moestuin zijn onderdeel van de siertuinen bij grote huizen, kastelen en paleizen. Ze werden aangelegd om te wandelen, rusten, eten, drinken en feest te vieren en bevatten diverse elementen zoals lanen, gazons, bloementuinen, doolhoven, fonteinen en paviljoens. Ook werden er geregeld dieren gehouden om indruk op de omgeving te maken, denk hierbij bijvoorbeeld aan valken voor de jacht. In de tentoonstelling is onder andere een vijfhonderd jaar oud valkenkapje te zien.

Naast het jagen in de tuin, was de tuin vooral ook een plek voor minnende paren, schaken in de tuin is ook een literair thema. Zo wordt in Tristan en Isolde het verhaal van een onmogelijke liefde vertelt en in de gedichten van Hafiz een gedroomde geliefde. Een favoriet symbool in de tuin is de roos, de liefdesbloem bij uitstek in zowel de westerse als oosterse poëzie. Andere symboliek vinden we terug in het besloten hof, zo werd Christus regelmatig als tuinman afgebeeld met een schop in zijn hand en een brede zonnehoed. In deze ommuurde tuin werd de natuur buitengesloten, de tuin was alleen toegankelijk voor ingewijden. Het is opmerkelijk dat net als de Bijbel en de Torah, ook de Koran het paradijs als een ommuurde tuin beschrijft, een tuin waar de mens van het eeuwige leven kan genieten.

De paradijstuin was een oase van groen, water en schaduw. Bomen dragen er altijd vrucht en bloemen bloeien altijd. Bloemen kwam je echter niet alleen in de tuin tegen, maar ook in huis. Bloemen werden veelvuldig afgebeeld op wandtegels, plavuizen en de vuurvaste stenen achter de haard. Ook tapijten voor vloer en wand werden geregeld aan versierd met planten en bloemen om de tuin het huis in te brengen.

In de tentoonstelling staan de middeleeuwse tuinen uit Europa en het Midden-Oosten centraal. De bezoeker krijgt door de combinatie van archeologische vondsten en kunstwerken een goed beeld van de diverse tuinen; van kruiden- en moestuinen tot lusthoven en siertuinen. Geïllustreerde middeleeuwse manuscripten, herbaria, bloementapijten, schilderijen, prenten, opgegraven tuingereedschap, tegeltableaus en serviezen brengen de middeleeuwse tuin in beeld en tonen hoe belangrijk tuinen toen waren.

Vera Weterings

De tentoonstelling Middeleeuwse tuinen - Aardse paradijzen in oost en west is van 2 mei tot en met 1 september 2019 in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden te bezoeken. Aan de overkant van het museum bevindt zich de Hortus botanicus Leiden, de oudste wetenschappelijke tuin van Nederland. Hier is als aanvulling op de tentoonstelling een wandeling te maken langs medicinale planten.