De tuin van het Leeuwarder Sint Anthony Gasthuis is een groene oase in de stad. Het gasthuis behoort tot een van de oudste instellingen van de stad Leeuwarden, maar is ook een van de minst bekende instituten. Een verborgen parel, zo zouden ze in reisgids Lonely Planet zeggen. De archieven van het gasthuis geven een goed inzicht in de sociale geschiedenis van Leeuwarden, terwijl de gebouwen en tuin veel kunnen vertellen over de ontwikkelingen in bouwkunst en architectuur. Het gasthuis heeft een rijke geschiedenis die voor een deel parallel loopt met de stadsgeschiedenis, maar voor een deel ook erg eigenzinnig is. Zo wordt 'het Anthoon' onder Leeuwarders ook wel het Vaticaan van Leeuwarden genoemd.
“Onder de philantropische instellingen hier ter stede bekleedt het St. Anthony-Gasthuis eene eerste plaats. Zijne ruime inkomsten stellen de voogden in staat deze stichting op de meest onbekrompen wijze te beheeren, terwijl het bestuur, getrouw aan zijne leus: “ter voorkoming van armoede”, daarboven verschillende andere inrichtingen krachtig steunt.”
Zo luidt een passage uit het werk Leeuwarden 1846-1906 van de Friese archivaris Rinske Visschers. Hoewel de uitspraak ruim een eeuw oud is, is hij nog steeds actueel. Het Sint Anthony Gasthuis speelt nog steeds een belangrijke rol in de Leeuwarder samenleving en is bovendien beeldbepalend in het noordelijk deel van de binnenstad. Alle panden met daarop gevelstenen met de afbeelding van een gouden bel zijn immers eigendom van het Sint Anthony Gasthuis. Deze bel is waarschijnlijk gekozen omdat het een van de attributen is waarmee de heilige Anthonius vaak werd afgebeeld, net als een boek en een steunstok. Anthonius was onder anderen de patroon van varkenshoeders en vleeshouwers. In Middeleeuws Leeuwarden bevonden zich aan de Grote Hoogstraat, toen hét economisch centrum van de stad, relatief veel vleeshouwers.
Het Sint Anthony Gasthuis werd rond 1425 gesticht voor armen en ouderen. De geschiedenis van het complex gaat terug tot 1857 toen de voogden van het gasthuis het herenhuis aan de Grote Kerkstraat en enkele belendende huizen en tuinen kochten. Door gebrek aan ruimte in het Sint Anthonygasthuis aan de Grote Kerkstraat werd uitbreiding noodzakelijk. Gemeentearchitect Frederik Stoet (1811-1885) werd aangetrokken voor de nieuwbouw van het Sint Anthony Gasthuis. Hij ontwierp een gebouw in sobere negentiende-eeuwse neoclassicistische stijl. Stoet realiseerde in 1864 een nieuw gasthuis door in een ‘hark’-vorm een hoofdvleugel met vier op het zuidoosten gerichte zijvleugels te bouwen. De kopvilla’s waren voor de welgestelden en de eenvoudige gangkamertjes werden bewoond door de minder gegoede bewoners.
De tuin is toe te schrijven aan Gerrit Vlaskamp (1834-1906). Vlaskamp was een kind van zijn tijd en ontwierp in de toentertijd modieuze landschapsstijl waarbij de nadruk lag op de vormgeving en beplanting in plaats van de symbolische betekenis. Alles in zijn tuin beweegt, alles stroomt of golft en geen enkele lijn is recht en geen grasmat ligt horizontaal. Alles, maar dan ook alles, heeft een organische ronde vorm. Vlaskamp werkte in de tweede helft van de negentiende eeuw aan diverse tuinen en parken in Noord-Nederland. Zijn opdrachtgevers waren de adel, het patriciaat, kerkvoogdijen en de rijk geworden boerenstand. Rond 1900 werd de landschapsstijl als hopeloos ouderwets ervaren. Veel tuinen werden ontruimd of aangepast aan de smaak van de tijd. Een originele Vlaskamptuin is nog wel te vinden in Mantgum bij het voormalige huis van burgemeester Kornelis Velstra.
De tuin in Leeuwarden kreeg aan het begin van de twintigste eeuw twee nieuwe koepels van architect W.C. de Groot. De ruime koepel met rieten dak was bestemd voor de armere bewoners en de andere koepel bood voor de proveniers bescherming tegen de zon. Deze nieuwe tuinkoepels zijn helemaal in de sfeer van de nieuw architectonische tuinstijl met de trapjes, terras, bankjes, pergola’s en muurtjes. Ook de regelmatig gevormde vijver past bij deze stijl. De slingerpaden zijn in deze periode waarschijnlijk helemaal uit de tuin verdwenen. Naast de koepels ontwierp De Groot ook een nieuwe bloemenkas en een volière voor de tuin. Daarnaast ontwierp hij voor de tuinbaas een tuinmanswoning.
Toch is er rond de eeuwwisseling weer iets van de sfeer van Vlaskamp teruggekeerd in de tuin. Tuinontwerpers Lia Duinker en Nico Kloppenborg kregen in 2000 de opdracht om de tuin te renoveren en daarbij meer aan te sluiten bij de bebouwing van de paviljoenvleugels en ook iets van Vlaskamps sfeer terug te krijgen. Dat deden ze door een aantal negentiende-eeuwse elementen terug te brengen, zoals de bloemperken, glooiende grasvelden, slingerpaden en gangetjes. De tuin is tegenwoordig een mix van stijlen, een prachtige groene oase in het centrum van de Friese hoofdstad.
Vera Weterings
Leeuwarden is dit jaar Culturele Hoofdstad van Europa. In dat kader worden diverse activiteiten georganiseerd. Zo is er dit jaar in het Tresoar een gedeelte van het depot opengesteld voor een tentoonstelling met topstukken.