Collectie glas-in-loodatelier Bogtman naar Noord-Hollands Archief

Zuider Emmakade 45, door: Jos Fielmich (1949), Noord-Hollands Archief / collectie fa. Bogtman glas in lood,

De ontwerpen en het bedrijfsarchief van het glas-in-loodatelier Willem Bogtman werden op donderdagmiddag 7 december 2017 tijdens een feestelijke bijeenkomst met experts uit het vakgebied aan het Noord-Hollands Archief in beheer gegeven. Lieuwe Zoodsma, directeur van het archief, tekende de overeenkomst met de erven Bogtman.

Scheepvaarthuis (huidige Amrath Hotel Amsterdam)

Tijdens de feestelijke middag ging onafhankelijk onderzoeker en ontwerper Radboud van Beekum dieper in op de geschiedenis van het atelier Bogtman. Willem Bogtman (1882-1955) beleefde zijn doorbraak binnen de stroming van de Amsterdamse School met de in 1915 door hem ontworpen en uitgevoerde glazen overkapping van 106 m² voor het trappenhuis van het Scheepvaarthuis (1212-1916) van Joan Melchior van der Meij aan de Prins Hendrikkade 108 in Amsterdam, het huidige Grand Hotel Amrâth Amsterdam. Hierna werkte Bogtman veel samen met bijna alle hoofdrolspelers binnen deze stroming. Het glas-in-loodatelier Willem Bogtman was van 1912 tot 2005 in Haarlem aan de Zuider Emmakade 45 gevestigd. Het atelier heeft (veelal gebrandschilderde) glas-in-loodlampen en ramen vervaardigd, zowel naar eigen ontwerp als naar dat van anderen. Deze ramen en lampen speelden een belangrijke rol binnen de Amsterdamse School, omdat zij zich goed leenden voor de typische kleuren- en vormentaal. Daarnaast bouwde het bedrijf expertise op als restauratieatelier van middeleeuwse en historische gebrandschilderde glas-in-loodramen.

Zuider Emmakade 45, door: Jos Fielmich (1949), Noord-Hollands Archief / collectie fa. Bogtman glas in lood, NL-HlmNHA_JosF19841021_044

De duizenden ontwerpen en het bedrijfsarchief met alle opdrachten van het glas-in-loodatelier waren tot voor kort in bezit van de familie. Deze heeft echter besloten de internationaal unieke Nederlandse collectie in beheer te geven aan het Noord-Hollands Archief. Een paar jaar eerder, in 2014, werd het archief omgepakt en onderzocht in het Stedelijk Museum voor de tijdelijke tentoonstelling Wonen in de Amsterdamse school (2016). Het ging toen om zo’n zevenhonderd tekeningen, vaak zonder signatuur, jaartal of opdrachtgever. Nu de collectie ondergebracht is bij het Noord-Hollands Archief kan deze eindelijk worden geïnventariseerd en ontsloten. Deze aanwinst is een bijzonder belangrijke versterking van de collectie glas-in-loodontwerpen die al aanwezig  is in de collectie van het archief, zoals de ontwerpen van Han Bijvoet, Pronk & Van Bommel, Nico Schrier, Paul Overhaus en Henk van Kempen. Alexander de Bruin, conservator beeldcollecties bij het archief vertelde meer over deze collecties en liet vooral ook veel mooie stukken zien. Zo toonde hij glas-in-lood tekeningen van Han Bijvoet (1897-1975) voor het Mariaraam, Wonder van Amsterdam en Heilig Kerstmisgilde voor de Sint Bavokerk.

Alexander de Bruin

Ander werk was afkomstig van Henk van Kampen (1899-1984), zoals het Ronde Huis, de Larixhoeve en het Dorpshuis in Bloemendaal, maar ook de huidige Albert Heijn in Overveen. Dit vrijstaande gebouw op de hoek van de Bloemendaalseweg en de Tetterodeweg is oorspronkelijk gebouwd als politiebureau van de gemeente Bloemendaal. Het ontwerp uit 1936 heeft een moderne vormgeving die aansluit bij de vernieuwende ontwikkelingen binnen de Nederlandse bouwkunst. De opzet is functionalistisch met een blokvormig opgebouwde bouwmassa met betonnen luifels, lateien, trappen en kolommen en stalen ramen en deuren. De brede dakoverstekken en de toepassing van diepe lint- en stootvoegen herinneren aan de architectuur van Dudok. Het gebruik van schilddaken en baksteen is evenwel traditioneel. Vanaf het eind van de jaren tachtig van de vorige eeuw is het pand in gebruik als supermarkt (Albert Heijn).

Ook bracht De Bruin de Dorpskerk van Santpoort van Nico Schrier (1900-1989), Villa Bloemendaal Park van Paul Overhaus (1935-2014) en werk van Jaap Pronk (1898-1977) en Eduard van Bommel (1889-1959) aan het voetlicht. De Bruin eindige met de Bogtman-collectie en de eerste inventaris, die van het bedrijfsarchief. Deze eerste inventaris met 180 nummers kon alvast worden overhandigd aan de erven Bogtman, maar vele zullen er nog volgen uit het inventariseren van de collectie. Hiermee wordt wellicht de sleutel blootgelegd voor het identificeren van het werk van Bogtman.

Marjan Groot

Hierna was het tijd voor een presentatie van Marjan Groot, universitair hoofddocent en senior onderzoeker bij de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij vertelde meer over de tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam.  In de tentoonstelling werd werk van Bogtman tentoongesteld om de kleuren, motieven, sculpturale vormen en het licht-donker contrast van de Amsterdamse School in beeld te brengen. Voor het onderzoek naar de Amsterdamse School glas-in-lood-werken waren de tekeningen van Bogtman van groot belang, omdat deze toonden hoe de glazen er uit zagen. De vroege foto’s in zwart-wit konden deze informatie immers niet verschaffen. Met het inventariseren van de Bogtman-collectie bij het archief zal nog meer informatie boven water komen, het is dan ook uitkijken naar het punt dat de gehele collectie is geïnventariseerd en ontsloten. Welke schatten zullen er nog meer (her)ontdekt worden?!

Vera Weterings

Geïnteresseerd in het onderwerp? Lees ook de blog Amsterdamse School-interieurs over de tentoonstelling in het Stedelijk Museum en de recensie van het bijbehorende boek Wonen in de Amsterdamse School.