Cultureel verantwoord wachten op de trein

Het drukste perron van Station Leiden Centraal, spoor 8-9, biedt deze zomer cultureel tijdverdrijf in de vorm van een minimuseum. Sinds vorige week woensdag, 21 juni, is daar het Museum van Floortje te vinden in een wachtruimte. Floortje Dessing koos voor dit tijdelijke museum objecten uit de collectie van het Nationaal Museum van Wereldculturen. Dessing is niet de enige die deze zomer een eigen museum op het station heeft, ook zanger Kenny B., balkunstenaar en rapper Soufiane Touzani, documentairemaker en presentator Filemon Wesselink en kokkin en schrijfster Yvette van Boven krijgen hun eigen museum in respectievelijk Arnhem, Utrecht, Zwolle en Amsterdam.

Maar wat moeten we ons daar bij voorstellen, zo’n minimuseum op een treinperron? In Leiden zijn in de wachtruimte op perron 8-9 twee speciaal daarvoor gemaakte vitrines geplaatst met objecten uit Oceanië en de Stille Zuidzee, gekozen door Floortje Dessing uit de collectie van het Nationaal Museum van Wereldculturen, de verzamelnaam voor het Tropenmuseum, Afrika Museum en Museum Volkenkunde. Dessing koos voor objecten uit Oceanië en de Stille Zuidzee omdat deze gebieden de meeste indruk op haar maakten tijdens haar welbekende reizen. De zee speelt een belangrijke rol in het dagelijks leven van mensen in die regio en er zijn dan ook diverse objecten te vinden die hier een verbinding mee hebben. Van praktisch vis- en kookgerei tot de prachtigste sieraden.

Maar hoe heeft Dessing een selectie kunnen maken uit de indrukwekkende collectie van het museum, die immers zo’n 375.000 objecten telt? Ze koos net als de andere BN-ers eerst een thema: Oceanië en de Stille Zuidzee. Het museum maakte vervolgens een voorselectie. Deze selectie is volgens Hoofd Collectiebeheer van het museum Cindy Zalm gebaseerd op objecten die het aankunnen om enkele weken te worden geëxposeerd in een niet-museale omgeving. Ondanks dat de vitrines voorzien zijn van klimaatbeheersing zijn de omstandigheden volgens Zalm toch minder goed dan in het museum. Uit de geselecteerde objecten is vervolgens een vijftigtal voorwerpen gekozen dat het gekozen thema zo gevarieerd mogelijk tot uitdrukking bracht, zowel in soorten objecten als in materiaal. Uit deze vijftig objecten mochten de BNérs drie favorieten kiezen. Dessing koos voor een armband, een ketting en een houten model van een boot.

De drie geselecteerde objecten van Dessing zijn in één van de twee vitrines te zien samen met een scherm waarop Dessing haar keuze toelicht. In de andere vitrine zijn nog zo’n vijfentwintig objecten te zien die ook binnen het thema vallen. Het minimuseum is uiteraard vrij toegankelijk, het is immers een wachtruimte. De objecten zijn echter niet alleen van binnen te bekijken, maar ook van buiten. NS en ProRail wilden er uit veiligheidsoverwegingen namelijk voor zorgen dat je altijd kunt zien wat er binnen gebeurt. Ook is om deze reden het geluid van de begeleidende video’s vervangen door tekstballonnen zodat reizigers de omgeroepen reisinformatie altijd kunnen horen. Voor bewaking werd automatisch gezorgd, aangezien op het station al camera’s hangen.

Waarom gaat het Nationaal Museum voor Wereldculturen deze zomer de hort op met hun collectie en tonen ze objecten aan treinreizigers? Dat is simpel, ze willen de collectie op een bijzondere manier in de publieke ruimte laten zien en op een station bereik je een ander publiek dan dat normaliter al het museum bezoekt. Het museum wil dat andere publiek ook een keer de schatten laten zien die voor hen normaal gesproken verborgen blijven. Sowieso wordt slechts een klein deel van de collectie in de drie musea getoond in Leiden (Museum Volkenkunde), Berg en Dal (Afrikamuseum) en Amsterdam (Tropenmuseum). Daarbij komt ook slechts een klein deel van de bevolking in de musea. De inzet van BN’ers is dan ook  gekozen om te prikkelen en ook jongeren te verleiden het minimuseum te bezoeken. Of deze samenwerking van het Nationaal Museum van Wereldculturen met Prorail, NS en de BankGiro Loterij een succes wordt zal moeten blijken. Bezoekersaantallen aan de minimusea worden gemeten met behulp van elektrische mensentellers boven de toegangsdeur van de wachtruimten. Daarnaast wordt ook aan de mensen gevraagd wat ze van het initiatief vinden.

Vera Weterings

Na het Museum van Floortje reist dit project verder met het Museum van Kenny B (27 juli tot en met 20 augustus in Arnhem), Soufiane Touzani (24 augustus tot en met 24 september in Utrecht) en Filemon Wesselink (28 september tot en met 22 oktober in Zwolle). De reis eindigt op 25 oktober in Amsterdam in het Tropenmuseum met het Museum van Yvette van Boven.