Een koninklijk paradijs | Aert Schouman en de verbeelding van de natuur, onder redactie van Charles Dumas
WBOOKS i.s.m. Dordrechts Museum, Zwolle 2017
ISBN 9789462581852
Paperback met flappen, met illustraties in kleur en zwart-wit, catalogus, literatuur en illustratieverantwoording.
360 pagina's
€ 29,95
Een koninklijk paradijs
In de tentoonstelling Een Koninklijk Paradijs – Aert Schouman en de verbeelding van de natuur in het Dordrechts Museum staat het werk van de veelzijdige schilder Aert Schouman (1710-1792) centraal. Schouman en Dordrecht zijn nauw met elkaar verbonden, al in 1873 verwierf het museum een zelfportret van Schouman en in Huis Van Gijn worden twee aantekeningenboekjes bewaard die een uniek beeld geven van zijn vroegere carrière. Hoewel Schouman ook in andere steden werkzaam was, zijn vooral in zijn geboortestad zijn sporen terug te vinden. Het is ook in het Dordrechts Museum waar al in 1960 de eerste overzichtstentoonstelling met werk van Schouman werd georganiseerd en nu opnieuw. Bij deze tentoonstelling verschijnt een uitgebreide publicatie waarin een vakkundige redactie heeft gepoogd een waardig vervolg op het boek van Laurens J. Bol bij de tentoonstelling uit 1960 te brengen. Naar mijn mening zijn ze daar in geslaagd. Een Koninklijke Paradijs is een lijvig boek dat uitgebreid ingaat op het leven en werk van Schouman, zowel zijn bekendere werk als zijn minder bekende genres.
Tot de voor het grote publiek minder bekende prestaties van Aert Schouman op het gebied van de beeldende kunsten behoren de door hem geschilderde ‘kamers in ’t ront’. Deze wand vullende doeken, beschilderd met landschappen, soms gestoffeerd met figuren ontleend aan de mythologie of de literatuur, of met allerlei exotische dieren en vogels, waren een essentieel onderdeel van de meer representatieve ruimten in het Nederlandse achttiende-eeuwse interieur. Halverwege de jaren veertig raakten behangsels met mythologische en literaire personages geheel uit de mode en gaf men de voorkeur aan landschappen, waarin de menselijke figuur een ondergeschikte rol speelt. Ook Schouman ging hierin mee, maar stoffeerde zijn landschappen in plaats daarvan met vogels en andere dieren.
Schouman schilderde in 1740 voor het eerst vogels, dit was voor een plafondstuk in het huis van Hermanus François Ketelanus, het tegenwoordige Duin en Kruidberg. Zij zijn dan nog op te vatten als stoffering van de lucht, want het eigenlijke onderwerp zijn de mensen die over een balustrade heen kijken. Vanaf 1765, toen Schouman was begonnen met het nateken van exotische vogels en andere dieren in de menagerie en het naturaliënkabinet van stadhouder Willem V, kregen zijn behangsels als het ware een extra dimensie: niet alleen trad er een grotere variëteit op in de uitgebeelde vogels en andere dieren, maar ook zijn composities werden evenwichtiger en meer doordacht. Hoogtepunt van de tentoonstelling is de complete kamerbeschildering van Willem V uit Huis ten Bosch met daarop zijn bijzondere dierenverzameling. Deze kamer in het rond is onlangs gerestaureerd en nu nog één keer in het Dordrechts Museum te bewonderen, voordat ze weer binnen de muren van het toekomstige woonpaleis van koning Willem-Alexander en koningin Máxima verdwijnt.
Hoewel zijn tekeningen van vogels een heel leger van navolgers kende, was dat met zijn schilderingen niet het geval. Met zijn verhalende voorstellingen en met zijn grisailles heeft Schouman geen school gemaakt. Toch heeft Schouman binnen de decoratieve schilderkunst van de achttiende eeuw een zeer belangrijke rol ingenomen. Menig interieur in Dordrecht, Zeeland en Den Haag heeft hij van wand vullende schilderingen, schoorsteen- en deurstukken voorzien, zowel met verhalende voorstellingen, allegorische grisailles of landschappen met vogels. Ook al is veel van dat werk verloren gegaan, de voorbeelden die bewaard zijn gebleven tonen zijn meesterschap op dit gebied. Van zijn vroegere werk roepen vooral zijn met een snelle en lichte toets geschilderde Pastor fido-behangsels bewondering op. Van het latere werk springen vooral de vernieuwende vogeluitbeeldingen eruit, zij behoren tot het beste wat er in Nederland in de achttiende eeuw op dit gebied is gepresteerd. Wanneer wij Schoumans prestaties op het gebied van de verhalende behangsels overzien, valt op dat hij in het begin vrij nauwkeurig naar eerdere prentvoorbeelden kopieerde, maar allengs die prenten alleen maar als inspiratiebron gebruikte en daarnaast ook eigen inventies in beeld bracht, terwijl hij voor scenes koos die weinig of in het geheel niet door anderen waren toegepast.
Al met al wordt het werk van Schouman in het boek zeer uitvoerig besproken en krijgt de lezer een duidelijk beeld van de ontwikkeling die Schouman gedurende zijn carrière maakte. De vele prachtige illustraties geven meer betekenis aan de beschrijving en brengen de in de teksten behandelde details duidelijk in beeld. Daarnaast biedt het boek ook achterin een fraaie catalogus bij de tentoonstelling. Kortom, Een koninklijk paradijs is niet zo maar een tentoonstellingspublicatie, maar een uitgebreid naslagwerk met een zeer uitvoerige beschrijving van het leven en werk van de Dordtse Schouman. De kunsthistoricus zal met volle teugen kunnen genieten van de diepgang die het boek biedt bij het behandelen van de vele genres die Schouman beoefende en ook de museumliefhebber zal dit boek waarderen door de extra achtergronden die worden verteld bij de thema’s die in de tentoonstelling terugkomen.
Vera Weterings
De tentoonstelling Aert Schouman: Een Koninklijk Paradijs – Aert Schouman en de verbeelding van de natuur is nog tot en met 17 september 2017 in het Dordrechts Museum te bezoeken.
Lees ook de blog Houd de herder bij de schapenkoppen al over Il pastor Fido.