Recensent: Vera Weterings
Blikvangers. Omslagen, affiches, reclame. Tekeningen van Fiep Westendorp, samengesteld door Gioia Smid
Querido, Amsterdam 2016
ISBN 978 90 451 1970 0
Gebonden, met foto’s in zwart-wit en kleur
273 pagina’s
€ 35,-
Blikvangers van Fiep Westendorp
“Laat mij maar tekenen, dat is het fijnste dat er is. Als ik teken zit ik in mijn privéhemeltje.” – Fiep Westendorp
Fiep Westendorp was met hart en ziel illustratrice, maar hield niet van competities, publiciteit en interviews. Ze koos dan ook welbewust voor een leven in de schaduw van Annie M.G. Schmidt. Westendorp vond het dan ook niet erg wanneer Schmidt als enige werd beloond voor hun werk: “Prijzen geven maar gedonder en van zo'n prijsuitreiking word ik alleen maar doodnerveus,” zei ze bij de uitreiking van de Oeuvre Prijs. Pas na de dood van Schmidt in 1995 kreeg ze meer erkenning. Fiep Westendorp is vooral bekend geworden met haar illustraties voor de Jip en Janneke-verhalen van Schmidt en voor de verhalen van Mies Bouhuys over de poezen Pim en Pom.
Het boek Blikvangers verscheen ter gelegenheid van haar honderdste geboortedag in 2016 en biedt een overzicht van haar werk met omslagen, affiches en reclame. Met tomeloze energie, liefde en grote precisie creëerde ze een eigen wereld die altijd ten dienste stond van het verhaal dat ze illustreerde. Zo lette ze er altijd op dat ze niet het hoogtepunt van het verhaal afbeeldde: de ‘pointe’ was voor de auteur. In totaal heeft ze meer dan zesduizend tekeningen gemaakt en meer dan tweehonderd boeken geïllustreerd. In het boek is dan ook gekozen voor een selectie en niet haar gehele oeuvre, dat is overigens wel online te vinden op de website van de Fiep Westendorp Foundation (FWF) die de rechten op haar werk erfde en na haar dood zorg droeg voor haar nalatenschap.
Het boek is samengesteld door kunsthistorica Gioia Smid. Fiep Westendorp had haar in 1983 leren kennen bij de voorbereidingen van een tentoonstelling over Annie M.G. Schmidt die het Nederlands Theater Instituut in 1984 organiseerde. Westendorp vroeg Smid in 2000 om haar werk in kaart te brengen. Smid legde een collectie Westendorp aan en publiceerde in 2003 het jubileumboek Vijftig jaar Jip en Janneke. Ook maakte ze een tentoonstelling van haar werk voor de Rotterdamse Kunsthal (2003-2004). Bij de tentoonstelling verscheen de biografie Getekend: Fiep Westendorp en een gelijknamige AVRO-documentaire. Een uitgebreide biografie verscheen in 2006 met Voor de vrouw maar voor haar niet alléén… Fiep Westendorp in de krant.
Smid trok voor het boek Blikvangers diverse specialisten aan die elk op hun vakgebied een bepaald aspect uit Westendorps carrière toelichten. Naast de uitgelichte blikvangers per decennium zijn er in het boek dan ook specifieke essays te vinden over bepaalde kenmerken van haar werk. Zo analyseert grafisch vormgever Piet Schreuders, die jarenlang de omslagen voor de VPRO Gids maakte, de druktechnieken van Westendorp. De reclamecampagnes worden behandeld door copywriter en kunsthistoricus Koos Holsmuller. Zijn stuk wordt aangevuld met het artikel ‘Annie M.G. Schmidt en Fiep Westendorp in de commercie’ dat Aukje Holtrop in 1990 voor Vrij Nederland schreef. Saskia de Bodt, bijzonder hoogleraar illustratie bij FWF, beschrijft de plek van Westendorp tussen haar tijdgenoten in het begin van haar carrière en journalist Hedy d’Ancona gaat in op de rol die Harriët Freezer op de Vrouwenpagina speelde voor de vrouwenemancipatie. Freezer werkte op de redactie van Het Parool als directe collega van Westendorp. Het nawoord van het boek is van de hand van illustrator en schrijver Ted van Lieshout.
Voor Blikvangers heeft Smid ervoor gekozen om het boek onder te verdelen in zes decennia omdat haar carrière op de kop af zestig jaar heeft geduurd. Door deze chronologische indeling is de ontwikkeling van haar stijl door de jaren heen goed te volgen. Daarbij is er ook aandacht voor de ontwikkeling van de druktechniek. Elke techniek bracht immers nieuwe mogelijkheden met zich mee, maar had ook beperkingen. In het boek wordt duidelijk hoe Westendorp hier steeds handig op inspeelde en wordt in aparte kaders extra verdieping geboden bij de verschillende technieken. Zo is bijvoorbeeld te lezen hoe Westendorp haar carrière in de jaren dertig begon toen de hoogdruk de meest gebruikte druktechniek was; een drukvorm met een zeker reliëf.
Westendorp wist al vroeg dat ze illustratrice wilde worden. Na de HBS doorliep ze achtereenvolgens de Koninklijke School voor Kunst, Techniek en Ambacht in Den Bosch (1938) en de Academie voor Beeldende Kunst in Rotterdam (1940). Na de Tweede Wereldoorlog kwam Westendorp via dichter Adriaan Roland Holst en schrijver Simon Carmiggelt bij Vrij Nederland terecht. In diezelfde periode werd ze door uitgevers als De Bezige Bij, Meulenhoff, Holland en Contact benaderd om boeken te illustreren. Ook maakte ze haar eerste reclametekeningen. Westendorp illustreerde voor diverse commerciële partijen en maakte niet alleen tekeningen voor reclamecampagnes, maar ook voor grammofoonplatenhoesjes, informatieve brochures, voorlichtingsboeken en ansichtkaarten. Daarbij was ze zich altijd goed bewust van haar rechten, zo blijkt uit een bewaard gebleven brief uit haar archief aan de Nederlandsche Persil Maatschappij in 1958:
“Tot mijn spijt kan ik niet accoord gaan met de in uw brief van 15 augustus opgestelde clausule, waarbij ik alle auteursrechten voor Nederland op de door mij geleverde illustraties zou moeten afstaan (…) het gebruik van de illustraties blijft beperkt tot de uitgave van de serie boekjes getiteld De drie stouterdjes en tot die publicaties die daarmee rechtstreeks te maken hebben dat voor ieder ander gebruik van mijn tekeningen tevoren overleg met mij gepleegd zal worden.” (p. 110)
Fiep Westendorp maakte haar eerste tekening in Het Parool op 20 april 1946 bij het nieuwsbericht ‘Drama in Chicago’). Twee jaar later kwam ze als vast medewerkster bij deze krant in dienst en op 12 mei 1949 maakte ze haar eerste tekening voor de vrouwenpagina. Haar eerste tekening voor Annie M.G. Schmidts Jip en Janneke maakte ze op 13 september 1952 en in 1957 startte ze met Mies Bouhuys de kinderverhalenserie Pim en Pom. Kenmerkend voor Westendorps zwart-wit tekeningen zijn zwierige vormen, puntneusjes en wijd uit elkaar staande ogen.
Het boek is zoals gezegd uitgegeven om de honderdste geboortedag van Fiep Westendorp te vieren en niet om haar herinnering af te stoffen. Haar werk leeft namelijk nog steeds voort in films, musicals, tentoonstellingen en tal van boeken. Wel wordt gepoogd om met dit boek ook het minder bekende werk van Westendorp onder de aandacht te brengen. De tekeningen die Westendorp maakte voor beroemde kinderboeken als ‘Jip en Janneke’ en ‘Pluk van de Petteflet’ kennen de meeste mensen wel, maar haar uitingen voor andere boeken, reclame-uitingen en affiches zijn veel minder bekend. Blikvangers probeert de lezer ook te laten zien hoe Westendorp met haar werk de kijker probeerde te verleiden en daarbij gebruikmaakte van krachtig en vaak humoristisch beeld. Ook laat het boek de lezer kennismaken met allerhande leuke anekdotes met betrekking tot het werk van Westendorp.
Zo vertelde Westendorp nadat haar tekeningen voor UNICEF wereldberoemd waren geworden, dat deze eigenlijk niet speciaal voor de opdracht waren gemaakt. Doordat ze de opdracht in alle drukte was vergeten, had Westendorp op het allerlaatste moment tekeningen ingestuurd die ze eerder had gemaakt voor de geschiedenis van Kabeltje. Bij het archiveren van haar oeuvre stuitte Smid op een grote blauw kofferachtige doos met daarin een feuilleton dat Mies Bouhuys had geschreven. Onder de naam De geschiedenis van Kabeltje verschenen tussen 1964 en 1965 drieëntachtig afleveringen in het damesblad Eva. De illustraties van de bloementuin en de schilder die Westendorp instuurde als ansichtkaarten voor UNICEF bleken bij dit feuilleton te horen.
Al met al is Blikvangers een rijkelijk geïllustreerd boek waarin je eindeloos kan bladeren en je kunt vergapen op de prachtige illustraties van Fiep Westendorp. Ook is het een fraai werk dat je kennis laat maken met de minder bekende kant van de bekende illustratrice. Kortom, een boek dat niet mag ontbreken bij de Fiep-liefhebber!
Vera Weterings