Recensent: Wouter van Dijk
Honderdste geboortejaar Joop den Uyl (1919-1987). Themanummer Socialisme & Democratie, jaargang 76, nummer 2, april 2019
Uitgeverij Van Gennep / Wiardi Beckman Stichting
Paperback met enkele foto’s in zwart-wit en notenapparaat
50 pagina’s
€ 17,50
De erfenis van Den Uyl
Weinig politici weten ruim dertig jaar na hun dood nog zo de tongen los te maken als Joop den Uyl. Bewonderd door politieke geestverwanten, verguisd en verafschuwd door zijn tegenstanders. Het zegt wat over de zijn ideeën, begeestering en manier van politiek bedrijven dat hij onder linkse politici van nu vaak genoemd wordt als voorbeeld.
Het is ontegenzeggelijk dat Den Uyl zo’n twintig jaar zijn stempel op de PvdA en daarmee de landelijke politiek heeft gedrukt. In 1966 werd hij voor het eerst lijsttrekker van die partij en hij bleef er politiek leider van tot 1986. Het naar hem genoemde kabinet dat regeerde van 1973 tot 1977 heette later het meest linkse kabinet te zijn dat Nederland ooit gekend heeft. De belangrijke rol die Den Uyl in de sociaaldemocratische geschiedenis heeft gespeeld leidde ertoe dat de redactie van S&D in het honderdste geboortejaar van de voorman van weleer een themanummer aan diens politiek en persoon heeft gewijd.
Naast een vijftal artikelen in het themanummer over Den Uyl verwijzen ook de twee columns in het tijdschrift naar Joop den Uyl en zijn politieke erfenis. De vijf artikelen nemen ieder een ander aspect van Den Uyls politieke gedachtegoed onder de loep, en daarmee ook zijn persoonlijke handelen. De jaren zeventig, Den Uyls politieke finest hour, waren immers een tijd waarin het persoonlijke politiek was en het politieke persoonlijk. Daarbij waren het de jaren van polarisatie, een politieke strategie waarbij de PvdA de ideologische verschillen met partijen ter rechterzijde scherp aanzette om de kiezer een duidelijke keuze te kunnen bieden. Deze manier van politiek bedrijven stond Den Uyl na, die hoewel hij in het compromis geloofde, ervan overtuigd was dat een duidelijke keuze voor de kiezer het democratisch proces ten goede zou komen.
Marijke Linthorst richt zich in haar artikel op de benaderbaarheid van Den Uyl als vooraanstaand politicus. Hoewel Den Uyl vaak getypeerd wordt als drammer en overtuigd van zijn eigen gelijk stond hij zeer open voor andere geluiden, discussie en debat. Het is waar dat wanneer hij vervolgens uit alle overtuigingen een keuze gemaakt had, hij deze ook tot het uiterste verdedigde, vaak met urenlange discussies en vergaderingen tot gevolg. Ook in de jaren zeventig al zag Den Uyl de kloof in kansen en toekomstperspectief tussen laag opgeleiden en hoog opgeleiden, en via zijn streven tot spreiding van kennis, macht en inkomen wilde hij die ongelijkheid bestrijden. Dat kon echter niet altijd met grote stappen. Dit zorgde ervoor dat hij in de radicale jaren zeventig als reformist bestreden werd door jongeren en radicalen ter linkerzijde van zijn partij, en als luchtkastelen bouwende hemelbestormer ter rechterzijde.
Philip van Praag beschrijft hoe Den Uyl de vernieuwingsbeweging Nieuw Links die zich halverwege de jaren zestig in de PvdA manifesteerde wist in te kapselen en binnenboord te houden. Het was niet voor het eerst en zeker niet voor het laatst dat de PvdA als grote volkspartij een gulden middenweg moest zien te vinden tussen enerzijds haar laag opgeleide aanhang van arbeiders en anderzijds haar hoger opgeleide sympathisanten, in het geval van Nieuwe Links voornamelijk studenten die er naast sociaal-economische zaken afwijkende ideeën op nahielden wat betreft lidmaatschap van de NAVO, erkenning van de DDR en de kernwapentaak van het Nederlandse leger. Den Uyl slaagde erin ‘de boel bij elkaar te houden’.
In het artikel van Hedy d’Ancona wordt duidelijk dat Den Uyl niet alleen naar andere partijen toe maar vaak ook binnen de eigen gelederen strijd moest voeren. Bijvoorbeeld over de positie van de vrouw in de maatschappij. Vanuit haar rol in de feministische beweging en binnen de PvdA vertelt D’Ancona hoe de discussie over gelijke behandeling en beloning voor vrouwen ook voor een progressieve partij als de PvdA geen uitgemaakte zaak was. Waar het bijvoorbeeld ging om werkloosheidsuitkeringen vond Den Uyl begin jaren tachtig, en velen met hem, dat het niet eerlijk was wanneer werkloze vrouwen die naast hun man werkten eenzelfde uitkering zouden ontvangen als een kostwinner die werkloos was geraakt. Den Uyl was een kind van zijn tijd, en de tijden zijn inmiddels veranderd.
De economische ideeën van ‘de econoom uit Buitenveldert’ staan centraal in de bijdrage van Paul de Beer. Per slot van rekening was de latere premier afgestudeerd in de economie aan de gemeentelijke universiteit van Amsterdam, later de UvA. Hoewel bepaalde aspecten uit Den Uyls denken over economische vraagstukken tegenwoord gedateerd zijn, zoals het plandenken dat in de jaren na de Tweede Wereldoorlog vrij populair was, zijn andere aspecten nog immer relevant. Bijvoorbeeld zijn gedachten over het meten van welvaart. De focus op het BNP, in Den Uyls tijd BBP, vond hij een bekrompen manier om de staat van welvaart in het land af te meten. Dit cijfer zegt namelijk niets over de wijze hoe de welvaart verdeeld is of hoe het met het welzijn van de bevolking staat. Ook impact op bijvoorbeeld het milieu van groeifactoren wordt niet meegenomen. Deze eenzijdige benadering van ‘groei=goed’ is de laatste jaren onder druk komen te staan, maar nog altijd dominant.
In de laatste bijdrage over Den Uyl in dit themanummer typeert Henk te Velde Den Uyl als politicus. Hij doet dit door het ontleden van twee publieke toespraken van de politicus; een aan het begin van zijn politieke leiderschap, bij de aanvaarding van het PvdA-lijsttrekkerschap in 1966, en één op het toppunt van Den Uyls politieke carrière, als premier tijdens de oliecrisis in 1973. Te Velde schetst diens ontwikkeling van nerveuze maar gedreven nieuweling naar vaderlijke vertrouwwekkende premier. Den Uyls voorliefde voor discussie en debat komt ook aan de orde, net als zijn legendarische uithoudingsvermogen hierin. Hoewel Den Uyl zich in zijn politieke nadagen vaak vastbeet in zijn eigen gelijk, was dit niet zijn werkwijze in grote delen van zijn politieke bestaan, waarin hij andere ideeën en standpunten verzamelde en deze minutieus tegen elkaar afwoog.
De verzameling artikelen in het themanummer geven een caleidoscopisch beeld van de politicus Joop den Uyl, hoewel de schetsen vanwege de beperkte omvang van de artikelen aan de oppervlakte blijven. Voor de geïnteresseerde biedt deze hommage aan een van de markantste PvdA-voormannen van de naoorlogse periode echter genoeg voor een hernieuwde kennismaking. En voor wie meer wil weten zijn er de boekenplanken vol publicaties van en over de oud-premier, waarvan de nieuwe biografie door Dik Verkuil de jongste loot aan de stam is. Daarover op deze plaats later meer.
Wouter van Dijk
Veel van de artikelen uit het themanummer zijn gratis te lezen via de website van de Wiardi Beckman Stichting.