Recensent: Vera Weterings
Ik geef om jou. Naastenliefde door de eeuwen heen, Marije de Nood, Kees van Schooten
WBOOKS in samenwerking met Museum Catharijneconvent, Zwolle 2014
ISBN: 978 94 625 805 41
Paperback met flappen, kleuren en zwart-wit illustraties, tijdslijn, notenapparaat, bibliografie en register.
128 pagina’s
€ 19,95
Ik geef om jou
“Heb je naaste lief als jezelf” is een bekende uitspraak afkomstig uit de bijbel, maar eigenlijk een universele leefregel. Van oudsher bestaan er initiatieven om voor elkaar te zorgen, zoals kloosters, kerken, armenhuizen, weeshuizen en andere voorzieningen voor zieken en ouden van dagen. Ook vandaag de dag nog verbindt het bekommeren om je medemens personen met elkaar. Feit dat de zorg voor naasten een belangrijke rol speelt binnen het politieke debat was voor Museum Catharijneconvent reden om hier een tentoonstelling aan te wijden: Ik geef om jou! Naastenliefde door de eeuwen heen.
Zo brachten zij in deze tentoonstelling de ontwikkeling van de zorg voor de naasten in beeld, vanaf de Middeleeuwen tot vandaag de dag. Met behulp van kunst- en cultuurhistorisch belangwekkende objecten wordt de geschiedenis verteld van weldoeners, zorgverleners en hulpbehoevenden. Binnen dit historisch overzicht is niet alleen aandacht voor de geschiedenis van charitatieve instellingen, maar ook voor persoonlijke getuigenissen en individuele vormen van hulpverlening. Het werk Ik geef om jou biedt een extra verdieping in het onderwerp van de tentoonstelling: de zorg voor de medemens in Nederland. Net zoals de bezoeker in de tentoonstelling door de eeuwen heen wandelt, wordt de lezer meegenomen door de historie van de zorg voor de medemens in Nederland.
Ik geef om jou stond onder redactie van Marije de Nood en Kees van Schooten. Marije de Nood is kunsthistorica en conservator van de tentoonstelling Ik geef om jou bij Museum Catharijneconvent. Kees van Schooten is bibliothecaris bij Museum Catharijne Convent. Het werk is opgedeeld in verschillende hoofdstukken, die achtereenvolgens ingaan op naastenliefde bij verschillende geloven, de armen-, ouderen- en ziekenzorg en de zorg voor wezen en vondelingen. Elk thema wordt afgesloten met een portret. Na het eerste thema, geloof, volgt een portret van de heilige en weldoenster Elisabeth van Hongarije. De hierop volgende thema’s worden afgesloten met een actueel portret van iemand die tegenwoordig iets doet voor de medemens. Marieke van Schijndel, directeur Museum Catharijneconvent, in het voorwoord:
Mogen de verhalen anderen aan het denken zetten en tot inspiratie zijn. Op deze wijze wordt getoond dat een onbaatzuchtige daad, hoe klein ook, een groot effect kan hebben. (p. 7)
Hoewel de verschillende hoofdstukken telkens afkomstig zijn van diverse auteurs, merk je tijdens het lezen geen opvallend variërende schrijfstijlen. Het werk leest als één geheel en de hoofdstukken volgen elkaar logischerwijs op. In de eerste hoofdstukken komt duidelijk naar voren dat naastenliefde en liefdadigheid duidelijke sporen hebben nagelaten in de christelijke, joodse, islamitische en boeddhistische cultuur. Zo staan de begrippen caritas (Latijn voor naastenliefde), tsedaka (Hebreeuws voor liefdadigheid), zakaat (Arabisch voor het geven aan de armen) in de verschillende geloven centraal.
“De christenen roemden hun naastenliefde, moslims hun gastvrijheid en barmhartigheid, joden onderstreepten dat gerechtigheid voor de weduwe, de vreemdeling en de wees het hart van hun religie uitmaakt, en humanisten prezen bij zichzelf de afwezigheid van religieuze blinde vlekken. (p. 11)
Nadat aandacht is geweest voor de vele goede zaken die bovengenoemde stromingen met zich meebrachten, geeft Annelies van Heijst, Hoogleraar Zorgethiek en Caritas aan de Tilburg University, als kritische noot in haar hoofdstuk mee dat er ook veel kwalijks is aangericht. Hierbij doelt zij op het fanatisme waar alle levensbeschouwingen vatbaar voor zijn en het najagen van groepsbelangen.
In het werk wordt duidelijk dat de betekenis van de verbeelding van ‘caritas’ door de eeuwen heen is veranderd. Caritas heeft eeuwenlang, met name in de West-Europese landen, gegolden als personificatie van de liefde van God, voor God en voor de naaste. Tegenwoordig geldt echter voornamelijk nog het afgeleide ‘charitatief’ dat liefdadig betekent.
Eeuwenlang vormden het begrip caritas (Latijn, naastenliefde) en de zeven werken van barmhartigheid, ook wel goede werken genoemd, de belangrijkste leidraad voor wat betreft de zorg voor de medemens. (p. 11)
Echter niet elk aspect van de naastenliefde is door de eeuwen heen veranderd. Als voorbeeld hiervoor kan gekeken worden naar onze overheid die ervoor zorgt dat elke burger recht heeft op sociale zekerheid. Dit principe bestaat echter al langer. Zo werden al in de vroegmiddeleeuwse armenzorg regels samengesteld die vastlegden welke categorieën armen recht hadden op hulpverlening.
Ik geef om jou gaat niet alleen over de begrippen ‘caritas’ en naastenliefde die aanwezig zijn in verschillende geloven. Er wordt ook aandacht besteed aan de geschiedenis van de armen- en ziekenzorg. Zo biedt het werk een wandeling door de geschiedenis van de naastenliefde, van de armentafel tot de voedselbank en van gasthuis tot ziekenhuis. Toch blijft het werk dichtbij de actualiteit doordat elk achtergrondverhaal – net als in de tentoonstelling – wordt gecombineerd met portretten van personen die openhartig hun verhaal delen. Al met al een fijn geschreven en compact naslagwerk over de geschiedenis van de naastenliefde. Het werk doet zijn ondertitel ‘naastenliefde door de eeuwen heen’ dan ook eer aan.
Vera Weterings
De tentoonstelling Ik geef om jou is van 13 september 2014 tot en met 1 maart 2015 te bezoeken in Museum Catharijneconvent in Utrecht.