Jan Toorop

Toorop_3D_small_imageRecensent: Vera Weterings

Jan Toorop, zang der tijden, Gerard van Wezel

WBOOKS i.s.m. Gemeentemuseum Den Haag, Zwolle 2016
ISBN 9 789462 581319

Gebonden, met illustraties in kleur, voetnoten, register en fotoverantwoording.
280 pagina’s
€ 29,95

Jan Toorop

Jan Toorop (1858-1928) behoort samen met Van Gogh en Mondriaan tot de belangrijkste Nederlandse kunstenaars uit de periode omstreeks 1900. Toorop was immers één van de eerste kunstenaars die zich de nieuwe, pointillistische techniek eigen maakte. Het oeuvre van Toorop omvat echter veel meer dan alleen het pointillisme, zo vervaardigde hij in zijn beginperiode ook impressionistische werken en later ook werken binnen de stromingen als de art nouveau, het symbolisme en het luminisme. Het Gemeentemuseum Den Haag heeft een omvangrijke collectie kunst van Toorop die al meerdere malen als basis heeft gediend voor grote overzichtstentoonstellingen in onder andere 1940 en 1987 en in 2007 in een tentoonstelling over Toorops rol als internationale inspirator: Toorop in Wenen: inspiratie voor Klimt. Momenteel is opnieuw een grote overzichtstentoonstelling over het omvangrijke en veelzijdige oeuvre van Toorop in het Gemeentemuseum te zien: Jan Toorop, zang der tijden. Gelijktijdig is ook een kleine tentoonstelling te zien met daarin het werk Judith I van Gustav Klimt.

Ondanks de eerdere tentoonstellingen over Toorop en de hoge waardering voor zijn werk, bleef een goed gefundeerde overzichtstentoonstelling achterwege. Dat is ook niet zo gek, aangezien niemand precies wist hoe het oeuvre van Toorop écht in elkaar stak. Onderzoeker Gerard Wezel heeft sinds het begin van de jaren tachtig – met tussenpozen – het werk van Toorop bestudeerd en allerlei informatie van en over hem bij elkaar gebracht en gedocumenteerd. Dit heeft geresulteerd in een overzichtstentoonstelling met een bijbehorende publicatie die recht doet aan de kunstenaar die Jan Toorop was; een eclecticus die vaak van stijl wisselde en die een begrip als ontwikkeling aan zijn laars lapte. In de tentoonstelling Jan Toorop, zang der tijden die momenteel in het Gemeentemuseum te zien is, is zijn werk ondergebracht in enkele thema’s: het eigentijdse/moderne leven; het nieuwe en mystieke leven; de zee; arbeid en geloof; en figuratie en geometrie. De gelijknamige publicatie is aan de hand van dezelfde thema’s in hoofdstukken opgedeeld.

De oeuvre-catalogus die Wezel heeft samengesteld is niet zo maar een tentoonstellingspublicatie, maar een lijvig werk. Wezel heeft vele bronnen bij elkaar gebracht en veelvuldig gebruikt om een boek te schrijven waarbij hij de lezer heel dicht bij de kunstenaar laat komen. Zo haalt Wezel in het werk veelal brieven en commentaren van Toorop zelf aan, die veelvuldig zijn gedachten uitte over zijn werk, de critici en het publiek die allen op zijn werk reageerden. Daarnaast maakt de auteur naar hartenlust gebruik van de vele recensies van het grote aantal tentoonstellingen – soms wel tien per jaar – waaraan Toorop tijdens zijn leven deelnam. Hiernaast haalt hij ook verschillende getuigenverslagen aan van mensen die hem opzochten en interviewden. Wezel kiest ervoor om als leidende bron in zijn publicatie de recensies te gebruiken en deze ook vaak uitgebreid te citeren. Hierdoor krijgt Wezel het voor elkaar de lezer een gevoel te geven van de tegenovergestelde visies op Toorops kunstenaarschap en het tot dan toe gangbare in de kunst. De meningen van de recensenten waren verdeeld en veranderden ook met de tijd. Zo sprak de prozaschrijver en schilder Just Havelaar (1880-1930) in een artikel in de Nieuwe Arbeid in één adem:

“Zoo zien we Toorop niet alleen zich op elk terrein der schilderkunst met dezelfde elegante, maar wel eens wat dandey-achtige gemakkelijkheid bewegen, maar ook zien we wisselend in zijn werk nu eens de tonaliteit der Impressionisten, dan de klaterende kleuren der Fransche luministen, de gracie en weeke mystiek  van Engelsche decoratieve of prae-rafaelitische, ja de eigenaardige, symetrische en stille bekoring van Indisch of Egyptische kunst, en nog andere, kleinere invloeden en artistieke wendingen. ”

Toen Havelaar twintig jaar later de ontwikkeling van Toorops werk overzag, stelde hij:

“Nu beseffen we duidelijker de groote waarde van Toorop’s assimiliatie-vermogen, van zijn schijnbaar verwarrende veelzijdigheid […] Indien Toorop de geestelijke dandy was, waarvoor men hem wel eens hield, wij zouden hem, den zóó begaafde, een curieus, zeker ook een beminnelijk, verschijnsel noemen onzer decadentie. Maar neen, nietwaar, zoo is het in ’t geheel niet.”

Door het aanhalen van de vele recensies met uitvoerige beschrijvingen van de werken, tentoonstellingen en de ontwikkeling van Toorop zelf komt de lezer erg dicht bij de persoon en zijn oeuvre. Wezel weet hierdoor als het ware Toorops wereld te reconstrueren en tot leven te wekken en brengt daarbij levendig in beeld hoe verdeeld de meningen waren over de vernieuwingen in zijn werken. Behalve het feit dat Toorop in zijn leven verschillende malen van stijl veranderde, wordt in de publicatie ook duidelijk dat hij er niet vies van was om bestaande kunstwerken te wijzigen. Toorop vond dat dit hoorde bij de moderne opvatting over het kunstenaarschap. Aan de hand van beschrijvingen van werken op tentoonstellingen en enkele schetsen is van sommige van deze aangepakte werken te herleiden hoe zij er in oorspronkelijke staat uit zagen. In de publicatie heeft Wezel ervoor gekozen de dateringen zoveel mogelijk naar hun beginstand te ‘herstellen’ om de chronologie te verduidelijken. Hierbij is ook regelmatig aangegeven of het werk later van titel is veranderd en wanneer dit het geval was, wat Toorops idee hierachter was.

Hoewel de wisselende stromingen en vernieuwende kunst als rode draden door de publicatie lopen, wordt ook ruime aandacht besteed aan het persoonlijke leven van Toorop, waaronder zijn moeizame huwelijk met Annie Hall met wie hij jaren samenleefde met ‘een scheiding van bed’. Toorop ging in die periode steeds meer om met andere vrouwen waar hij ook nogal persoonlijke correspondentie mee voerde. Een van die vrouwen was Riet Hoogendijk, dochter van de vermogende verzamelaar Cornelis Hoogendijk en ex-vrouw van kunstenaar Gerrit Willem van Blaaderen.

De rijkelijk geïllustreerde publicatie biedt voor de lezer een diepgaande ontdekkingstocht in het leven en werk van Toorop. Hoewel de vele citaten uit recensies de kijk op Toorops ontwikkeling in sterke mate verlevendigen zijn deze hier en daar zo uitvoerig dat de lezer er haast in kan verdwalen. Desalniettemin weet Wezel als geen ander de veelzijdigheid van Toorops oeuvre voor het voetlicht te brengen en in een samenhangend overzicht te bundelen. Naast de bekende werken vergeet hij niet om ook typische randproducten van Toorops oeuvre aan te halen, zoals tegeltableaus voor de Beurs van Berlage, een pui voor een winkel, schilderijlijsten voor zijn eigen werken en de vele enveloppen die hij decoreerde. Met name deze laatste geven inzicht in het ontstaan van Toorops werk. Op de versierde enveloppen liet hij immers veelal voorstellingen terugkomen van werken waar hij mee bezig was. Het boek brengt dan ook niet zozeer een nieuwe visie op de kunst van Toorop, maar meer aan de hand van het grondige bronnenonderzoek een uitgebreid overzicht van zijn carrière.

Kortom, het uitgebreide onderzoek dat Wezel de afgelopen decennia naar Toorop heeft uitgevoerd komt bijzonder uitbundig uit de verf in de kloeke uitgave Jan Toorop, zang der tijden. Een publicatie bij een tentoonstelling die bijzonder fraai laat zien hoe rijkelijk gevarieerd het oeuvre van deze kunstenaar was. Het boek is dan ook veel meer dan slechts een boek bij een tentoonstelling, het is een prachtige en uitgebreide uitbreiding op de tentoonstelling. Het is een werk dat absoluut niet mag ontbreken in de boekenkast van kunsthistorici die zich bezighouden met de ontwikkeling van nieuwe stromingen aan het begin van de twintigste eeuw.

Vera Weterings 

De tentoonstelling Jan Toorop, zang der tijden is nog tot en met 29 mei 2016 in het Gemeentemuseum Den Haag te bezoeken.