Recensent: Vera Weterings
Keizers van het Colosseum. Vespasianus, Titus en Domitianus, Anton van Hooff
Uitgeverij Ambo Anthos, Amsterdam 2014
ISBN 978 90 263 2742 1
Paperback met kleurenillustraties, kaarten, stamboom, chronologisch overzicht, bibliografie, voetnoten en namen- en zakenindex
304 pagina’s
€ 21,99
Keizers van het Colosseum
In Keizers van het Colosseum zet classicus Anton van Hooff drie keizers centraal: Titus Flavius Vespasianus (9-79) die regeerde van 69 tot 79, Titus (39-81) die tussen 79 en 81 regeerde en Titus Flavius Domitianus (51-96) die regeerde van 81 tot 96. Anton van Hooff (1943) was tot 2008 hoofddocent klassieke geschiedenis aan de Universiteit Nijmegen. Sinds zijn pensionering doceert hij nog regelmatig klassieke talen aan het Stedelijk Gymnasium Nijmegen. Ook is hij bekend van zijn werken over de klassieke Oudheid, zoals Nero & Seneca. de despoot en de denker (2010), Athene. het leven van de eerste democratie (2012), Marcus Aurelius. De keizer-filosoof (2012) en Klassiek. Geschiedenis van de Grieks-Romeinse wereld (2013). Ook schrijft hij voor diverse kranten en tijdschriften en geeft hij lezingen over onderwerpen uit de klassieke geschiedenis.
Het Colosseum staat voor menigeen symbool voor het Romeinse Rijk. In Keizers van het Colosseum gebruikt Van Hooff het eeuwenoude bouwwerk als verbintenis tussen de regeerperiode van de Flavische keizers. Van Hooff gebruikt de geschiedenis van het Flavische keizerschap met twee goede heersers en een slechte als typologie voor het keizerschap in het Romeinse Rijk.
“De Flaviërs zorgden voor de bestendigheid van het keizerschap als de regeringsvorm die Rome eeuwenlang paste.” (p. 22)
Hoewel het boek drie keizers behandelt en het wellicht logisch was geweest deze één voor één onder de loep te nemen, heeft Van Hooff hier opzettelijk niet voor gekozen. Hij kiest ervoor het boek in te delen in thema’s die centraal stonden in hun leven, zoals de aanloop tot het keizerschap, de verwerving daarvan, de rol als militaire leider, de omgang met leger, senatoriale rijkselite en het stadsvolk van Rome, de functie als bouwheer, de omgang met rampen en hun dood.
Met Keizers van het Colosseum heeft Van Hooff middels deze indeling getracht aan de hand van de zevenentwintig jaar durende regeringsperiode (69-96) van de Flavii een representatieve microgeschiedenis te maken van de vijf eeuwen die de gehele keizertijd besloegen. Van Hooff is hier zeker in geslaagd, aangezien de Flavische keizers met soortgelijke aspecten van het keizerschap te maken hadden als de andere keizers in deze periode, denk hierbij aan oorlogen, rampen en festivals.
Zo stond het keizerschap van de Flavii ook vol van oorlogvoering, zoals de Joodse oorlog en de opstand van de Bataven onder leiding van Iulius Civilis. Om in te gaan op deze laatste opstand, de crisis aan de Rijn dwong Vespasianus tot krachtdadige veiligheidsmaatregelen. Dit kwam er op neer dat onder de Flavische keizers de militaire grenszone steeds meer op verdediging werd ingericht. Qua rampen hadden de Flavii te maken met de uitbarsting van de Vesuvius in 79 die Herculaneum en Pompeii onder een laag as bedolf. Titus was pas twee maanden keizer toen op 24 augustus 79 de Vesuvius uitbarstte. Van Hooff wijst op het opmerkelijke feit dat Suetonius in zijn Leven van Titus niets zegt over een persoonlijke herinnering van Titus over de uitbarsting. Sterker nog, hij vermeldt de uitbarsting vrij laconiek als de eerste van de drie rampen die in Titus’ korte regering plaatsvonden. De andere twee rampen waren een stadsbrand en een epidemie.
Ook maakten de Flavische keizers net als andere keizers veel werk van brood en spelen:
“Het spectaculaire symbool van hun (lees: de Flavische keizers) politiek om de volksgunst te winnen is de bouw van het Flavische Amfitheater, dat sinds de middeleeuwen Colosseum wordt genoemd: Vespasianus begon met de bouw, Titus wijdde het officieel in en Domitianus legde er de laatste hand aan. De Flavii mogen daarom gelden als de keizers van het Colosseum.” (p. 23)
Naast het Colosseum lieten de Flavische keizer nog meer bouwwerken neerzetten, denk bijvoorbeeld aan het Domitianus’ Marsveld, Domitianus’ Capitool, de verschillende fora, de triomfboog van Titus en de verschillende Flavische beelden. Onder deze beelden bevinden zich heden ten dage nog vooral portretten van Vespasianus en Titus. Dit heeft ermee te maken dat er van Domitianus als gevolg van de beeldenstorm direct na zijn dood nog slechts een stuk of twintig afbeeldingen bewaard zijn gebleven.
Al met al biedt Keizers van het Colosseum een interessant naslagwerk over de Romeinse geschiedenis ten tijde van de Flavische keizers en het verhaal achter het imposante Colosseum. De thematische indeling zorgt ervoor dat het verhaal wat extra aantrekkingskracht mee krijgt door de afwisselende onderwerpen, waarbij de Flavische keizers als rode draad door het gehele boek lopen. De stamboom van de Flavii en het chronologisch overzicht dat aan het begin van het boek te vinden is, bieden de lezer extra houvast.
Vera Weterings
Pingback:
De zeven levens van Rome |
Pingback:
Sterven in stijl |
Pingback:
Week van de Klassieken bruist in Rijksmuseum van Oudheden |