De Week van de Klassieken beleeft dit jaar een jubileumeditie, de jaarlijks terugkerende week die geheel in het teken staat van de klassieke Oudheid wordt dit jaar voor de tiende keer georganiseerd. Het thema van 2017 is 'Alle goden! Religie in de oudheid'. Van Apollo tot Zeus, alle goden van de Klassieke Wereld komen aan bod tijdens de tiende editie van de Week van de Klassieken (9-19 maart 2017). Rond dit thema zijn er tal van activiteiten voor jong en oud, voor de kenner en de liefhebber. Zo zijn er lezingen, rondleidingen, debatten, theater, boekpresentaties en de jaarlijkse quizzen en wedstrijden.
Het Rijksmuseum van Oudheden organiseert de meeste activiteiten. Zij hebben de smaak goed te pakken en begonnen twee dagen voor de Week al met een ‘voorproefje’. Op 7 maart organiseerde het museum een boekpresentatie over het nieuwe boek van Anton van Hooff, De Gouden Eeuw van Rome, dat die week verscheen bij Ambo|Anthos uitgevers. In deze publicatie neemt Van Hooff de lezer mee naar de tweede eeuw na Christus, de jaren die Van Hooff bestempelt als de glorietijd van het Romeinse Rijk. Het boek is doorspekt met oude bronnen. Desalniettemin deinst Van Hooff er ook niet voor terug om vergelijkingen met het heden te maken. Vaak is dit een taboe onder historici, maar Van Hooff ziet het nut er van in. De les in zijn boek: alles is al gebeurd. Onder de werktitel goede keizers, slechte keizers schreef Van Hooff zijn boek op thematische wijze. Hierdoor leer je als lezer de keizers uit de periode beter kennen.
Hoewel de twee eeuwen voor en na het begin van onze jaartelling doorgaans als de glorietijd van het Romeinse Rijk worden beschouwd, betoogt Van Hooff in zijn boek juist dat de tweede eeuw na Christus meer aanspraak maakt op de betiteling Gouden Eeuw. Het Rijk bereikte zijn grootste omvang. Er waren geen burgeroorlogen. Overal heerste een enorme bouwactiviteit, waarvan de ruïnes nu nog getuigen. Zeker in kwantiteit was er een immense productie van beeldende kunst, literatuur en wetenschap. Nooit werden de oude goden met zoveel tempels en festivals geëerd. Anton van Hooff (1943) was tot 2008 hoofddocent klassieke geschiedenis aan de Universiteit Nijmegen en schreef verschillende boeken over de klassieke geschiedenis, waaronder Klassiek. Geschiedenis van de Grieks-Romeinse wereld (2013), Keizers van het Colosseum. Vespasianus, Titus en Domitianus (2014) en Sterven in stijl. Leven met de dood in de klassieke oudheid (2015).
Maar we dwalen te veel af, hoewel De Gouden Eeuw van Rome een interessant onderwerp is, hadden we het over de Week van de Klassieken en die staat in het teken van goden. Wie was dan ook geschikter om afgelopen donderdag, 9 maart, de openingslezing van de Week te houden dan classicus Hugo Koning (Universiteit Leiden en Stanislascollege Delft). Recent verscheen van zijn hand het boek Mythen moet je niet geloven (2016). In dit boek geeft Koning een heldere introductie in de kijk op mythen in de Griekse Oudheid en een vertaling van de contemporaine weerlegging van de mythen in het Nederlands. Een onderwerp dat goed aansluit bij het thema van de Week, in zijn lezing Alle goden? Of geen? ging Koning in op religieuze kritiek in de Oudheid. In zevenmijlslaarzen volgde Koning enkele denkers die zich uitgesproken kritisch uitlieten ten aanzien van het Olympische pantheon, zoals dat zich door de Homerische heldendichten ferm in de Griekse belevingswereld had genesteld. Al vroeg waren er filosofen die op z’n minst een sceptische houding aannamen. Eerst legt Koning de basis voor ons beeld over de Grieken neer bij Homeros en Hesiodos die als het ware fungeerden als vormgevers voor het Griekse panthenon Historicus Herodotos van Halicarnassus (ca. 485 - tussen 425/420 v.Chr.) zei het al in zijn Historiën 2.53:
“Wat de oorsprong van elk der goden is, of zij allen altijd bestonden en hoe zij eruit zien, dat weten de Grieken om zo te zeggen pas sinds gisteren of eergisteren. Hesiodos en Homeros zijn namelijk, naar ik aanneem, te hoogste 400 jaar ouder dan ik, zeker niet meer. Zij zijn het, die de Griekse theogonie en functies hebben onderscheiden en hun uiterlijke verschijning beschreven.”
Hierna gaat hij verder met de sceptische filosoof Xenophanes (560 - circa 478 v.Ch.), die ondanks zijn sceptische houding zeker geen atheïst was, maar wel kritiek durfde te uiten op de goden. Zo is te lezen in zijn bewaard gebleven fragment 3.4:
“En het zekere heeft geen enkele man nooit gezien, er zal ook geen mens zijn met ware kennis over de goden en over alles wat ik bespreek. En als het dan zo uitkomt dat iemand een volmaakte uitspraak doet, dan weet hij het zelf niet; want alles is ondergedompeld in mening.”
Ook durfden sommigen het bestaan van de goden te ontkennen, en misschien zelfs nieuwe betekenis aan de goden te geven. Weer andere denkers probeerden de goden op een andere manier dan de letterlijke te begrijpen, waardoor de hele kwestie handig werd omzeild. De houding van de Grieken tegenover hun goden was complex en gelaagd. Zo wees Koning ook op een fragment uit Sisyphos van tragediedichter Euripides’ (ca. 480 - 406 v.Chr.) die de goden ziet als een soort politieagent, dieu policier, en doet denken aan de bij ons bekende Sinterklaas met zijn Grote Boek:
“De wetten beteugelden de misdaden die in het openbaar gepleegd werden, maar toen gingen ze ertoe over die stiekem te begaan. Toen bedacht een wijze en slimme man voor stervelingen de angst voor de goden, zodat er een afschrikwekkend middel zou zijn voor de slechteriken , zelfs als ze iets in het geheim doen of zeggen. Vanuit deze bron bracht hij het goddelijke ten tonele: er is een godheid die eeuwig leeft, met zijn geest kan horen en zien, die goddelijk van aard is en zijn geest voortdurend overal op heeft gericht. Hij hoort wat er ook maar door stervelingen wordt gezegd en ziet alles wat zij doen. als je stiekem iets beraamt, zal dat de goden niet ontgaan.”
Tot slot behandelt Koning allegorische en historiserende verklaringen. Deze laatste wordt onder andere gebruikt door Euemeros van Messena in zijn Hiera Anagraphe. Met behulp van de historiserende verklaring wordt gebezigd dat de verhalen over de goden eigenlijk verhalen over mensen zijn, goden bestaan immers niet. Een voorbeeld is de mythe over Danaë en Zeus. Zeus zou als gouden regen bij Danaë verschijnen en met haar de liefde bedrijven. Zeus zou een koning zijn die met behulp van gouden munten de bewakers van Danaë omkoopt om bij haar te komen. In zijn boek geeft Koning nog meer van deze voorbeelden. Al met al was het een fascinerende lezing, een goed begin van de Week van de Klassieken. De sfeer zat er goed in bij het RMO, diezelfde avond werd de Week publiekelijk nogmaals afgetrapt met al weer de zevende Ken-Uw-Klassieken Pubquiz. Het team Murmellius Alkmaar-Leiden ging dit jaar met de wisselbokaal en de bijbehorende eeuwige roem aan de haal.
In de bomvolle Tempelzaal gingen ruim tweehonderd classici, studenten en docenten de strijd met elkaar aan. Quizmaster Fik Meijer, bekend van zijn toegankelijke boeken over de klassieke wereld, stelde de kennis van de deelnemers zwaar op de proef. De jury van de Pubquiz bestond uit prof. dr. Caroline Kroon van de Universiteit van Amsterdam, dr. Bert van den Berg van de Universiteit Leiden en dr. Stephan Mols van de Radboud Universiteit Nijmegen. Juryvoorzitter prof. dr. Ineke Sluiter van de Universiteit Leiden maakte dit vakkundige team compleet. Uiteindelijk eindigden twee teams met 73 punten, de definitieve uitslag werd beslist in een shoot-out. Team Murmellius zat het dichtst bij het getal dat werd gevraagd in de shoot-out: hoeveel bezoekers ontving het Rijksmuseum van Oudheden in 2016? Het antwoord was 156.000.
In het RMO gaat het feest nog een paar dagen door, zo is er op dinsdag 14 maart een speciale thema-avond over muziek en religie en de relatie tussen het heden, het recente verleden en de Oudheid met onder andere muziekkenner Leo Blokhuis. Donderdag 16 maart wordt in de middag de vijfde Dies Latinus, een middag over Latijn in het Latijn, georganiseerd. ’s Avonds is er een lezingenavond over mysteriën en Oosterse cultussen in Rome georganiseerd door het RMO in samenwerking met Roma Aeterna en Stichting Zenobia. Het nieuwe boek van Nynke Smits over Sabina, de vrouw van Hadrianus, wordt vrijdag (17 maart) gepresenteerd en komend weekend (zaterdag 18 en zondag 19 maart) is het Romeinenweekend. Dan zal Legio Secunda Augusta, een levende-geschiedenisgroep, zijn legerkamp opslaan in de Tempelzaal. Daarnaast zijn er speedrondleidingen en is er speciaal voor kinderen verteltheater.
Ook op andere locaties is veel te beleven. Zo is er ruimte voor debat en discussie tijdens de jaarlijkse thema-avond (14 maart, in SPUI25 in Amsterdam) van het Allard Pierson Museum, Athenaeum Boekhandel en Roma Aeterna. Thema is 'religieus fanatisme in de oudheid', waarbij onder andere Mithras, Cybele en Jezus Christus aan bod komen. Ook is er theater: op 17 maart speelt theatergroep Aluin 'Elektra Unplugged' in Tresoar. Daarnaast organiseert het Allard Pierson Museum in Amsterdam elke dag om 14:00 een gratis rondleiding die aansluit op het thema: Alle Goden! Religie in de Oudheid. Kortom, geniet van de vele activiteiten tijdens deze jubileumeditie van de Week van de Klassieken!
Vera Weterings
Als partner van de Week van de Klassieken zal Hereditas Nexus extra boekbesprekingen van historische werken over de Oudheid en blogs over de Klassieke wereld publiceren. Houd de website in de gaten!
Pingback:
Het belang van Klassieke Literatuur en intrigerende cultussen |