Recensent: Wouter van Dijk
Koloniale oorlogen in Indonesië. Vijf eeuwen verzet tegen vreemde overheersing, Piet Hagen
Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen 2018
ISBN 9789029507172
Harde kaft, met illustraties
1024 pagina's
€ 59,99
Koloniale oorlogen in Indonesië
Piet Hagen heeft een indrukwekkend overzichtswerk afgeleverd van de laatste vijfhonderd jaar geschiedenis van Indonesië. De focus van het boek ligt op de oorlogen die zich in die periode in het gebied afspeelden. Hagen heeft niet geprobeerd aan de historiografie bij te dragen door middel van nieuwe inzichten of onderzoeksresultaten. In zijn inleiding geeft hij aan dat over militair geweld in de voormalige Nederlandse kolonie al heel veel geschreven is, en dat de meerwaarde van een nieuwe monografie over het onderwerp veeleer ligt in goede samenvatting van de verzamelde kennis. Het schrijven van dat overzichtswerk had hij zich tot taak gesteld, en het resultaat mag er zijn. In zo’n 900 pagina’s vertelt de auteur op grotendeels chronologische wijze het politiek-militaire verhaal van de kolonisatie van het Indonesisch gebied tot Nederlands-Indië en de dekolonisatie tot Indonesië. Om het kolonisatieproces van de broodnodige context te voorzien start het narratief in de periode vóór de eerste Europeanen in Zuidoost-Azië verschenen.
Bij lezing van het boek wordt het de lezer direct duidelijk wat een enorme klus het schrijven ervan geweest moet zijn. Hagen beschrijft de gebeurtenissen uitgebreid en vaak zeer gedetailleerd. Een bewonderenswaardig werk. Toch is er ook wel wat aan te merken op het boek, wat met name geldt voor de benadering van het prille begin van het kolonialisme in de VOC-tijd. Hagen beschrijft terecht hoe versnipperd de machtscentra in Zuidoost-Azië in die tijd waren, en hoe allianties en vijandschappen tussen Aziatische vorstendommen te pas en te onpas veranderden. Alle vorsten in het gebied probeerden elkaar te overheersen, in feite niet veel anders dan in Europa dat ook in een semi-permanente staat van oorlog verkeerde. De Europese compagnieën kwamen als nieuwe speler terecht in dit fluïde machtsspel en probeerden net zozeer als de Aziatische spelers de overhand te krijgen. Zij gingen daarbij niet per se wreder te werk dan de Aziaten. Toch lijkt het dat Hagen op dit punt al moreel partij kiest voor ‘de Indonesiër’ waarvan natuurlijk nog helemaal geen sprake was. Dat is anachronistisch. Dit laat natuurlijk onverlet dat de Nederlandse kolonisator zich in latere eeuwen op veel grotere schaal schuldig heeft gemaakt aan wandaden tegenover de Indonesische bevolking dan in de VOC-tijd mogelijk was. Misschien heeft dat gedeelte van het boek dat nog in zijn pen zat, Hagen onbewust beïnvloed. De verschrikkingen die het koloniaal bewind vervolgens teweegbracht brengt hij nauwgezet en integer in beeld. Dit overzichtswerk is een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van Indonesië.
Wouter van Dijk