Het verschijnsel van de prehistorische veenlijken is in Nederland vrij breed bekend, mede doordat in het Nederlandse veen meermalen veenlijken naar boven zijn gekomen in de loop der tijd. Het meisje van Yde is daarvan het bekendste voorbeeld, en nog altijd te zien in het Drents Museum in Assen. Het rituele offeren van mensen, waarvan de veenlijken een voorbeeld lijken te zijn, kwam in de late prehistorie echter in heel Noordwest-Europa voor. In het National Museum of Ireland in Dublin is één van de vaste opstellingen tegenwoordig gewijd aan het verschijnsel van de veenlijken, of bog bodies zoals ze daar genoemd worden. In de tentoonstelling Kingship & Sacrifice staan gevonden veenlijken uit Ierland centraal, maar wordt ook de link gelegd met de symboliek en rituelen van de begravingen die de huidige landsgrenzen oversteeg. Veenlijken uit Duitsland, Nederland, Denemarken en Engeland worden ook in het verhaal betrokken.
In de tentoonstelling wordt aan de hand van een aantal in Ierland opgegraven veenlijken getracht uit te leggen wat veenlijken precies waren, welke rol ze in de prehistorische samenleving vervulden, bij leven en vooral bij sterven, en welke symbolische functie hun offer voor de maatschappij had. Het ritueel van offeren wordt nader onder de loep genomen, onder andere aan de hand van materiële offergaven zoals schilden en zwaarden, en ook worden de meer fysieke kenmerken van de veenlijken belicht. Door het zuurstorfarme veen waarin de slachtoffers achtergelaten werden, zijn de lichamen perfect bewaard gebleven. Door de maaginhoud van de lichamen te onderzoeken kan vaak zelfs achterhaald worden wat de laatste maaltijd van de om het leven gebrachte personen geweest is. Ook haar en huid blijven in het veen bijzonder goed bewaard.
In de tentoonstelling wordt een aantal veenlijken in afgeschermde halfopen kamertjes getoond aan het publiek. Infopanelen vertellen over de vondst van de persoon en over de aanwijzingen op het lichaam die meer kunnen vertellen over de rituelen waarmee de dood van het veenlijk gepaard ging. Door de offers hoopte men wellicht zaken als oorlog en vrede, voorspoed voor de leefgemeenschap en goede oogsten te beïnvloeden. Verwondingen maken duidelijk dat de veenlijken door geweld om het leven zijn gebracht, en de plaats waar ze gevonden werden suggereert dat hun offer een rituele functie had, naar de precieze betekenis ervan blijft het echter gissen. Veel veenlijken in Ierland werden begraven aan de grenzen van prehistorische machtscentra, zoals Oldcroghan Man die gevonden werd op de grens tussen de kleine vorstendommetjes Tuath Cruacháin en Tuath na Cille. Een ander veenlijk, Baronstown West Man, werd gevonden in de buurt van de grens
van het oude koninkrijkje Uí Failge. Gallagh Man, een ander voorbeeld, werd gevonden aan de grens van het oude koninkrijk Uí Mhaine. Sommige lichamen lijken aan de hand van fysieke kenmerken afkomstig uit de elite. De betekenis hiervan blijft echter duister. Maakte het offeren van koninklijke personen misschien deel uit van het ritueel?
Naast de veenlijken worden ook wapens op schaal van hout soms in het veen gevonden, hebben we hier te maken met een ritueel na een behaalde overwinning? Of juist met een manier om die overwinning af te smeken? Het blijft vooralsnog onduidelijk. Wat overblijft zijn de fascinerende veenlijken, die ook zo’n 2.500 jaar na hun dood de geheimen van hun rituele dood niet prijsgeven.
Wouter van Dijk
Pingback:
Gouden Meisje van Yde tot leven in Assen |