De muze van de Muiderkring, dichteres en graveerster Maria Tesselschade Roemers Visscher (1594-1649) woonde in Alkmaar. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het Stedelijk Museum Alkmaar samen met de Erfgoed Alkmaar-vakgroep Archeologie een focustentoonstelling organiseert over haar waarin de vondsten uit recente archeologische opgravingen in Alkmaar centraal staan.
Tijdens de opening van de tentoonstelling op zaterdag 15 juli vertelde stadsarcheoloog van de gemeente Alkmaar, Nancy de Jong-Lambregts, over de opgravingen. Op nieuwjaarsnacht 2015 woedde in het centrum van Alkmaar een grote brand die vier winkelpanden aan de Langestraat in vlammen deed opgaan. In de zomer van datzelfde jaar vonden opgravingen plaats. Acht weken lang gingen archeologen op zoek naar vondsten. Voorafgaand hadden zij door bronnenonderzoek achterhaald dat Maria Tesselschade Roemers Visscher aan de Langestraat had gewoond. Maria Tesselschade woonde met haar man Allert Jansz Crombalch en haar dochters van 1629 tot 1649 in dit huis. Tijdens het opgraven werd op het perceel waar Tesselschade woonde een beerput gevonden, op het achterterrein van Langestraat 60. In die beerput werd een spectaculaire ontdekking gedaan: scherven van een door haar gegraveerd glas. Gezien het feit dat het haar woonhuis betreft, de wetenschap dat zij glazen graveerde en de grote gelijkenis met de graveringen op de exemplaren in het Rijksmuseum, is er een met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat deze fragmenten van haar hand zijn. In de collectie van het Rijksmuseum bevinden zich twee aan haar hand toegeschreven gegraveerde roemers (grote wijnglazen), één met op de kelk de spreuk 'A Demain Les Affaires.' (morgen komt er weer een dag) en op de ander de spreuk Sic Soleo Amicos (Zo kan men zijn vrienden vertrouwen).
Naast het glas springen ook een rijk bewerkt schoentje en een diamantentrouwring eruit, waarschijnlijk de ring van Maria Tesselschade zelf! Verder zijn er ook andere persoonlijke spullen gevonden, zoals kledingresten, resten van beschreven perkament en speelgoed. Hoewel het onmogelijk is om te zeggen hoe Tesselschade eruit zag, weet het museum haar dankzij deze vondsten figuurlijk gezien toch een gezicht te geven en dichterbij het publiek te brengen. Haar persoonlijke eigendommen zeggen veel over wie zij was en hoe zij leefde. In de tentoonstelling worden de voorwerpen gekoppeld aan de briefwisseling die Maria Tesselschade had met P.C. Hooft. Een zeer bijzondere vondst is die van resten van een patrijs in de beerput. Wellicht zijn deze afkomstig van P.C. Hooft. In een briefwisseling met Hooft schrijft Tesselschade dat ze hard heeft gewerkt aan het graveren van een aantal roemers voor hem en sluit de brief af met een bedankje omdat Hooft patrijzen als cadeau had gestuurd. Resten van een patrijs als vondst zijn vrij uitzonderlijk, ze worden vrijwel nooit gevonden en wijzen wellicht op een feestmaal dankzij de gift van Hooft.
Naast persoonlijke objecten worden gebruiksvoorwerpen en scherven getoond die op de vindplaats zijn opgegraven. Ook zijn bruiklenen te zien van het Rijksmuseum in Amsterdam, de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en de Universiteitsbibliotheek van Leiden. Er zijn voorwerpen te zien zoals drinkglazen, kannen en borden, maar ook kookpotten, bakpannen en een komfoor die in de keuken werd gebruikt.
Maria Tesselschade werd geboren in een welgesteld Amsterdams gezin. Al in haar jonge jaren maakte ze kennis met de culturele elite: in haar ouderlijk huis kwamen schrijvers en dichters als Hooft, Vondel, Bredero, Huygens en Barlaeus samen om ideeën uit te wisselen over taal en literatuur. Hoewel ze trouwde met zeeofficier Allard Crombalch en naar Alkmaar verhuisde bleef ze contact houden met haar Amsterdamse schrijversvrienden. Er werd over en weer gelogeerd, ook bezocht ze regelmatig bijeenkomsten op het Muiderslot om met kunstzinnige vrienden te discussiëren, te musiceren en voor te dragen uit eigen werk. Zij was de muze van de zogenaamde ‘Muiderkring’ en werd door mannelijke tijdgenoten geroemd als ‘puikjuweel der vrouwelijke sekse'. Ze was op vele vlakken bekwaam, maar werd vooral geroemd om haar dicht- en zangkunsten en was zeer bedreven in het graveren van glazen. Ze was een rolmodel in haar tijd, vooruitlopend op een tentoonstelling in het Muiderslot kunnen bezoekers van de tentoonstelling bij binnenkomst delen wie hun vrouwelijk rolmodel is. Al met al biedt de tentoonstelling een inkijkje in het leven van Maria Tesselschade aan de hand van bijzondere archeologische vondsten.
De tentoonstelling Dichter bij Maria Tesselschade. Nieuwe vondsten van een bewogen leven is tot en met 29 oktober 2017 in het Stedelijk Museum Alkmaar te bezoeken.