Dubbelrecensie ‘Artifacts and Allegiances’ en ‘Kabinetten, galerijen en musea.’

Recensent: Vera Weterings

Artifacts and Allegiances: How Museums Put the Nation and the World on Display, Peggy Levitt

University of California Press, Oakland 2015
ISBN 9780520286078

Paperback, met illustraties in kleur en zwart-wit
268 pagina’s
€ 31,99

Kabinetten, galerijen en musea. Het verzamelen en presenteren van naturalia en kunst van 1500 tot heden onder redactie van Ellinoor Bergvelt, Debora J. Meijers en Mieke Rijnders

WBOOKS, Zwolle 2013
ISBN 9789066303553

Gebonden, zwart-wit en kleurenillustraties, kaderteksten, notenapparaat, bibliografie, illustratieverantwoording, registers op personen en verzamelingen
502 pagina’s
€ 49,50

Van navelstaarderij tot open vizier: Musea in de samenleving

De geschiedenis van het verzamelen en presenteren in musea is allesbehalve eentonig, en ook de huidige rol van musea is diffuus. Twee gedegen studies proberen de historische en hedendaagse plek van musea in de samenleving te vatten. Waar het imposante Kabinetten, galerijen en musea focust op de geschiedenis van het verzamelen en tentoonstellen van objecten, gaat Artifacts and allegiances in op de huidige verhouding van musea ten opzichte van de globaliserende samenleving.

Het museum is, zoals bekend, op Europese bodem ontstaan, in nauwe samenhang met de hier gangbare beoefening van wetenschap en kunst. De geschiedenis van het verzamelen kan dan ook worden opgevat als een aspect van de wetenschapsgeschiedenis. In de 16de en 17de eeuw ging het vooral om het aanleggen van encyclopedische verzamelingen. Die omvatten een breed scala aan voorwerpen met als doel: de totale kennis van de wereld representeren. Ook in de 18de eeuw getuigt een aantal nationale musea nog van die encyclopedische geest. Denk aan het British Museum in Londen (1753) of het Louvre in Parijs (1793).

Van rariteitenkabinet tot kunstmuseum

Het encyclopedische verzamelen en presenteren komt grotendeels tot een einde als kunst, natuur en techniek zo van elkaar zijn vervreemd dat ze niet meer als ‘een boom van kennis’ kunnen worden beschouwd. Er ontstaan medio 18de eeuw dan ook gespecialiseerde instituten, zoals het natuurhistorisch, etnografisch en kunstnijverheidsmuseum. De inrichtingswijze verschuift van ‘gemengd’ naar het categoriseren in scholen en perioden. En toch bleven de functie en het doel van musea hetzelfde: kunstenaars en kenners stimuleren tot een brede oriëntatie in alle scholen en tijdperken. Het autonome en openbare kunstmuseum is een 19de-eeuws fenomeen, met het Alte Museum in München als prototype: je kon er kunst in alle rust bewonderen. Opvallend is ook dat de nationale musea in Europa met name werden gesticht om historische objecten en schilderijen te tonen die de geschiedenis van het land vertellen en de nationale identiteit onderstrepen.

Nationalisme versus kosmopolitisme

Tegenwoordig zijn er grote verschillen tussen musea in diverse landen, omdat iedere cultuur de eigen historische positie op het wereldtoneel op een andere manier belicht en verschillende toekomstperspectieven heeft. De studie Artifacts and allegiances van socioloog Peggy Levitt onderzoekt hoe musea in de Verenigde Staten, Europa en Azië met die positie en dat perspectief omgaan. Aan de hand van vergelijkende studies brengt ze in kaart hoe landen zichzelf positioneren op de wereldkaart. Zo valt haar op dat het museum voor wereldculturen in het Zweedse Göteborg zich eerder richt op de plaats van de Zweedse geschiedenis in de wereld, terwijl het nationaal museum van Denemarken in Kopenhagen aan de hand van kunst en objecten uit de hele wereld het verhaal van de Denen vertelt. In de Verenigde Staten ziet ze de twee contrasterende trends ook in presentaties van Amerikaanse collecties: waar het Museum of Fine Arts Boston de focus legt op hoe buitenlandse invloeden de binnenlandse cultuur hebben veranderd, zoekt het Brooklyn Museum in New York juist contact met omliggende regionen. En anders dan in de westelijke culturen worden in Azië musea gebouwd die de groeiende betekenis van deze landen op het mondiale economische en politieke toneel benadrukken. Deze moderne, kosmopolitische musea staan in sterk contrast met het merendeel van de samenleving.

Levitt laat in haar studie zien hoe in de eerste plaats de historische ontwikkeling van de instellingen en de nationale geschiedenissen een rol spelen bij de perceptie van de nationale en internationale context. Daarnaast wijst ze erop hoe conservatoren, directeuren en politici hun stempel drukken op zowel het collectiebeleid als de museale presentatie.

Vera Weterings

Lees ook de uitgebreide recensie van Kabinetten, galerijen en musea. Het verzamelen en presenteren van naturalia en kunst van 1580 tot heden onder redactie van Ellinoor Bergvelt, Debora J. Meijers en Mieke Rijnders