Recensent: Vera Weterings
Grens van het Romeinse Rijk. De limes in Gelderland, Paul van der Heijden
ISBN 978 90 5345 327 8
Uitgeverij Matrijs i.s.m. Provincie Gelderland, Utrecht 2016
Paperback met flappen, illustraties in kleur, literatuurlijst, register van geografische namen en illustratieverantwoording.
160 pagina´s
€ 19,95
Grens van het Romeinse Rijk
Enkele honderden jaren lang was Nederland onderdeel van het Romeinse Rijk. Deze bijzondere tijdsperiode heeft veel resten achtergelaten in ons land. De Romeinse limes is de voormalige noordgrens van het Romeinse Rijk, die dwars door Nederland loopt van Katwijk aan Zee tot Millingen aan de Rijn. De Romeinse Limes is een bijzonder stuk erfgoed, dat Nederland deelt met onder andere Groot-Brittannië en Duitsland. Waar men al jaren bezig is de limes op de UNESCO Werelderfgoedlijst te krijgen, geniet deze in Nederland nog amper bekendheid. Dat is zonde, aangezien de Nederlandse bodem bezaaid is met spectaculaire Romeinse vondsten. Van de restanten van godenbeelden en keizerlijke portretten tot gebruiksvoorwerpen en munten die vertellen over het dagelijks leven in Nederland ten tijde van het Romeinse Rijk. De limes ligt grotendeels verborgen in de bodem, maar is op veel plaatsen toch zichtbaar gemaakt. Sporen van de oude rijksgrens zijn te vinden in onder meer musea, themaparken en markeringen in het landschap en in steden. In 2020 wordt het Nederlandse deel van de limes voorgedragen voor de UNESCO-lijst van werelderfgoed. In Nederland wordt door initiatieven zoals de organisatie van het Romeinenfestival en de Romeinenweek ons Romeins erfgoed wel steeds meer onder de aandacht gebracht. Waarom de limes zo bijzonder is en deze nominatie verdiend wordt duidelijk in het boek Grens van het Romeinse Rijk. De limes in Gelderland van Paul van der Heijden. Paul van der Heijden (1964) studeerde sociale geografie en geschiedenis in Nijmegen en is momenteel directeur van RomeinenNu, het promotiebureau voor Romeinse geschiedenis in Nederland. Van zijn hand verschenen diverse wetenschappelijke artikelen en (publieks)boeken over archeologische en historische onderwerpen. Ook schreef hij mee aan Romeinse wegen in Nederland (2016) en Varen op de Romeinse Rijn. De schepen van Zwammerdam en de limes (2016).
In Grens van het Romeinse Rijk. De limes in Gelderland biedt Van der Heijden de lezer niet alleen een overzicht van de Romeinse geschiedenis van Gelderland, maar gaat hij ook in op de erfenis van de Romeinen langs de limes. Aan de hand van plattegronden, foto’s en reconstructietekeningen geeft hij een beeld van de verschillende forten, villa’s, tempels, wegen, schepen, sieraden, gebruikersvoorwerpen en andere zaken die de Romeinen in onze streken achterlieten. Het vele beeldmateriaal maakt dit boek tot een prachtig verzorgde publicatie waar je naast het lezen van interessante informatie over de Romeinen in Nederland ook met veel plezier doorheen kunt bladeren en genieten van de prachtige illustraties. In een vijftal hoofdstukken behandelt Van der Heijden de Limes in Nederland, het buitenland, de geschiedenis, de functie en het leven langs de limes. Wat betreft inhoud combineert Van der Heijden historisch onderzoek, experimentele archeologie en het recente archeologisch onderzoek van de afgelopen twintig jaar met bronmateriaal zoals de Peutingerkaart, bronnen van Romeinse auteurs en het Reisboek van Antoninus. De limes had in de eerste plaats een militair karakter. Dat betekende echter niet dat de forten alleen langs de Rijn lagen, ook meer landinwaarts lagen met name in het begin van de laat-Romeinse tijd enkele forten. Zo namen de Romeinen in die periode enkele forten aan de Maas en Waal in gebruik, deel uitmakend van de diepteverdediging van Constantijn de Grote. Tot die categorie behoren ook Nijmegen-Valkhof, Kessel en Cuijk.
Grens van het Romeinse Rijk is een bijzonder interessant werk aangezien de sporen van wegen, nederzettingen en mogelijke militaire versterkingen in Oost-Nederland door de Rijn meer zijn weggevaagd dan in het westen. Dit heeft te maken met de fysisch-geografische verschillen tussen Oost- en West-Nederland. De beperking van behoud van Romeinse resten heeft met name te maken met het feit dat de rivieren in Oost-Nederland sneller stroomden en met aanzienlijk meer kracht dan in West-Nederland. Dat betekent dat de Oude Rijn in het westen minder verwoestend was dan de Rijn in het Gelderse Rivierengebied. Door deze verwoestende factor worden in het boek naast Gelderse voorbeelden ook regelmatig Romeinse vondsten uit andere regionen aangehaald die vergelijkbaar zijn met gebouwen die ook in Gelderland hebben gestaan, neem bijvoorbeeld de tempel in Empel (Noord-Brabant) of de brug bij Cuijk (Noord-Brabant). Desalniettemin zijn er in Gelderland nog prachtige Romeinse vondsten gedaan die uitvoerig worden behandeld. Zo is bekend dat voor de castra van Nijmegen hout gebruikt werd dat vooral afkomstig was uit de directe omgeving. Gezien deze behoefde aan hout zou het logisch zijn als het Rivierengebied tijdens de Romeinse tijd grotendeels is ontbost, dat is waarschijnlijk zo geweest in het Gelderse Rivierengebied. Opvallend is echter dat juist ten zuiden van Nijmegen een toename van bos in de Romeinse tijd is vastgesteld. Sowieso blijkt uit dendrologisch onderzoek dat de Romeinen niet lukraak bomen kapten, onderzoek naar het hout van het Romeins schip De Meern I toont namelijk aan dat het hout afkomstig was van drie reusachtige eiken uit het oostelijke Rivierengebied en dat de eiken rond de kap (rond 150 na Christus) waarschijnlijk 40 meter hoog waren, wat een hoge ouderdom verraadt.
Naast deze details over de natuur in Gelderland gaat Van der Heijden ook uitgebreid in op de leefgewoonten van de Romeinen in het gebied, waarbij hij verschillende rekensommen maakt, waardoor je als lezer een duidelijker beeld krijgt van de grootte van het Romeinse leger in de regio en hoeveelheden voedsel die zij consumeerden. Zo waren er in 19 voor Christus twee legioenen.
“Een legioen verbruikte per jaar naar schatting 1.500.000 kilo graan (vooral broodtarwe en spelt), 3650 varkens (voor vlees) en minstens 200.000.000 liter water. Alleen al de graanproductie voor één legioen gaf een ruimtebeslag van 1000 à 4000 hectare. (…) Een legioen had niet alleen eten en drinken nodig, maar ook grondstoffen voor uitrusting en onderkomen. Alleen al voor sandalen was jaarlijks het leer van circa 2700 koeien nodig. Voor het maken van schildhoezen gebruikte men de huid van 10.000 tot 15.000 geiten. Om alle legionairs te kleden met één tunica was 3000 kilo linnen of 5000 à 6000 kilo wol nodig.” (p. 115-116)
Van der Heijden weet net als met Romeinse wegen in Nederland wederom een zeer aantrekkelijke en interessante publiekspublicatie neer te zetten. Uiteraard zitten er voor de lezer die beiden boeken heeft gelezen wel overlappende onderwerpen in de boeken, maar dat is ook onvermijdelijk. Wel gaat Grens van het Romeinse Rijk veel dieper dan welk ander boek dat tot nu toe is verschenen in op de Romeinse geschiedenis in Gelderland. Kortom, een bijzonder fraai verzorgd en uitermate interessant boek dat absoluut niet mag ontbreken in de collectie van Romeinenliefhebbers in Nederland en dat ook zeker interessant is voor mensen in Gelderland die zich in de geschiedenis van hun streek willen verdiepen.
Vera Weterings
Pingback:
Leesvoer voor de Romeinenweek |