Recensent: Vera Weterings
Het oude Nabije Oosten. Een paradijs voor verzamelaars en wetenschappers, Lucas Petit
Walburg Pers, Zutphen 2013
ISBN 978 90 5730 833 8
Gebonden, rijkelijk geïllustreerd in kleur en zwart-wit, literatuurlijst, verklarende woordenlijst en register.
128 pagina's
€ 24,95
Het oude Nabije Oosten
In Het oude Nabije Oosten. Een paradijs voor verzamelaars en wetenschappers schetst Lucas Petit het verhaal van de herkomst van duizenden jaren oude voorwerpen die zich nu in de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden bevinden. In het boek worden vragen beantwoord als: wie vond de voorwerpen? Waarom werden ze gevonden? Hoe komen ze in de collectie van het museum terecht. En tot slot, wat is hun invloed op de moderne samenleving?
Lucas Petit (1973) is archeoloog en sinds 2010 werkzaam bij het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden als conservator van de collectie oude Nabije Oosten. Petit studeerde Palestijnse Archeologie aan de Universiteit Leiden. Na zijn afstuderen in 1997 was hij betrokken bij verschillende archeologische projecten, onder andere in Syrië, Jordanië en Palestina. Van 1999 tot 2002 werkte hij als uitvoerend projectleider voor de Universiteit Frankfurt am Main in Benin (West-Afrika). Dit resulteerde in zijn promotie in 2003. Eerdere publicaties van zijn hand zijn onder andere Settlement Dynamics in the Middle Jordan Valley during Iron II-III (2009) en Archaeology and history in North-western Benin (2005).
Het oude Nabije Oosten biedt een rijk geïllustreerd overzicht van de collectie oude Nabije Oosten van het Rijksmuseum van Oudheden, met daarbij de nodige achtergronden. In de publicatie komt naar voren hoe voorwerpen uit het Oude Nabije Oosten vaak zonder dat mensen het door hebben, dienen als fundament van de Nederlandse samenleving. Neem bijvoorbeeld ons schrift of ons belastingstelsel, dit zijn zaken die afkomstig zijn uit deze oude beschavingen. Petit beschrijft het intrigerende verhaal achter de voorwerpen.
Ook al is het Nabije Oosten ‘slechts’ één van de bronnen van onze beschaving, kennis over de geschiedenis van het gebied blijft fundamenteel voor het begrijpen van latere culturele ontwikkelingen, inclusief die van onze eigen Nederlandse samenleving. (p. 7)
Dit werk is geïnspireerd op de vernieuwde afdeling Nabije Oosten in het Rijksmuseum van Oudheden die in april 2013 werd geopend. De vorige presentatie van de Nabije Oosten-collectie in het museum dateerde uit 2001 en was dringend aan vervanging toe omdat er niet alleen weinig plaats was voor de aanwinsten van het museum, maar er inmiddels ook nieuwe inzichten over het Nabije Oosten waren. Daarbij was de kijk op tentoonstellingsinrichting in de tussentijd ook veranderd.
In verschillende hoofdstukken worden in Het Oude Nabije Oosten de hoogtepunten uit de verzamelgeschiedenis van de museale collectie behandeld. Het museum beheert ongeveer 18.000 voorwerpen uit het gebied van Turkije tot aan het Arabisch schiereiland en van Libanon tot Afghanistan. Aan de hand van een selectie voorwerpen worden in de publicatie verscheidene onderwerpen behandeld, zoals de eeuwenlange contacten tussen het nabije Oosten en Nederland, het eerste Nederlandse onderzoek in het ‘Heilige Land’ en de invloed van de Verenigde Oost-Indische Compagnie op de museale verzameling. Ook gaat speciale aandacht uit naar de reisverhalen van Cornelis de Bruijns. Zo zorgde De Bruijns er met zijn reisverhalen voor dat de zeventiende-eeuwse hoogleraar Oosterse talen Adriaan Reland een groeiende interesse kreeg in Bijbelse studie en archeologie in Nederland. Dit resulteerde in onderzoek naar achtergrondinformatie voor nieuwe Bijbelvertalingen, waarbij de religieuze boodschap belangrijker was dan waarheidsgetrouwe reconstructies. Hierdoor concentreerden Nederlandse archeologen zich op Bijbelse plaatsen zoals Jeruzalem, Sichem en Jericho bij hun opgravingen.
Het Oude Nabije Oosten richt zich echter niet alleen op de achtergrond van de voorwerpen en welk effect zij hadden op de samenleving. Ook wordt in het werk uitgebreid aandacht besteed aan het verzamelbeleid van het museum en de totstandkoming van de collectie. Zo wordt duidelijk dat de Nabije Oosten-collectie van het Rijksmuseum van Oudheden niet is voortgekomen uit een zorgvuldig uitgedacht verzamelbeleid, maar het resultaat is van toevalligheden, aanbiedingen, modeverschijnselen en vooral ook persoonlijke interesse. Opmerkelijk is ook dat de collectie pas sinds enkele decennia een eigen afdeling is geworden.
Ook schuwt Petit in de publicatie een kritische kanttekening niet. Zo staat hij stil bij de veranderende verzamelethiek door de jaren heen. De vraag hoe een bepaald archeologisch voorwerp in de collectie is gekomen wordt in dit werk niet gemeden. Sterker nog, Petit pleit voor het stilstaan bij de verzamelgeschiedenis van een museum. Volgens Petit zorgt dit er namelijk voor dat er ook stil wordt gestaan bij de scheve verhoudingen die tussen landen in het Midden-Oosten en het Westen bestonden en soms nog steeds bestaan. Veel internationale collecties zijn in de negentiende en het begin van de twintigste eeuw immers ontstaan toen er nog nauwelijks werd gekeken naar de wensen van het land van herkomst. Miljoenen oude voorwerpen werden uit hun context geplukt en naar het Westen verscheept. Toen was dit legaal, maar nu wordt dit veroordeeld. Vandaar dat musea vaak erg terughoudend zijn met hun wervingsgeschiedenis.
Toch zouden helderheid en openheid juist goed zijn om een einde te maken aan de mistige waas dat over de verzamelgeschiedenis van een museum hangt. (p. 104)
Net als de tentoonstelling combineert de publicatie de archeologische achtergrond van de voorwerpen uit de collectie Nabije Oosten met de wervingsgeschiedenis van het Rijksmuseum van Oudheden. Dit maakt het werk niet alleen geschikt voor de geschiedenisliefhebber, maar ook de museumcriticus. Het werk is rijk geïllustreerd en zeer helder geschreven. Daarbij bieden enkele kaderteksten extra verdieping in specifieke voorwerpen en historische onderwerpen. Kortom, Het Oude Nabije Oosten is een mooi overzichtswerk over de geschiedenis van de voorwerpen en totstandkoming van deze collectie.
Vera Weterings
De in dit werk behandelde collectie over het Oude Nabije Oosten is te bewonderen in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.