Toen de Hermitage Amsterdam in 2009 werd geopend, zegde de Hermitage in Sint Petersburg toe dat we niet met de Nederlandse musea zouden concurreren en geen Hollandse Meesters naar Amsterdam zouden sturen. Jaren zijn verstreken en het museumlandschap is veranderd. De Hermitage Amsterdam is een volwaardig lid geworden van de Amsterdamse museumfamilie en de Nederlandse culturele gemeenschap vroeg de Hermitage zelfs afstand te doen van de toezegging. Vandaar dat na enkele eeuwen zo’n 63 Hollandse Meesters weren even terug zijn op hun geboortegrond. De Hermitage Amsterdam toont deze topstukken die al eeuwen lang onderdeel zijn van de collectie Hollandse Meesters van de Hermitage in Sint Petersburg.
De Hermitage dankt haar ontstaan aan de verwerving van de collectie van de Berlijnse koopman Gotzkowsky door Catharina de Grote in 1764. Hieronder bevonden zich twee schilderijen die tegenwoordig aan weerszijden van de ingang van de Tentzaal te vinden zijn, deze majestueuze zaal is geheel gewijd aan Hollandse Meesters. De collectie Hollandse Meesters van de Hermitage is nog steeds een van de beste ter wereld en met zo’n 1500 schilderijen de grootste verzameling Hollandse schilderkunst buiten Nederland. Er is geen collectie ter wereld met evenveel schilderijen van Rembrandt. Het is dan ook uniek dat ter ere van de vijftiende tentoonstelling van de Hermitage Amsterdam maar liefst 63 van deze werken tijdelijk terug in Nederland zijn. De meeste schilderijen zijn na aankoop nog nooit teruggekeerd in Nederland en zo’n 57 van de werken heeft een vaste plek in de galerij van Hollandse schilderkunst in de Hermitage.
De bloeiperiode tussen 1650-1670 is ruim vertegenwoordigd met zo’n 37 werken, waarbij maar liefst zes van de hand van Rembrandt waaronder Flora en Jonge vrouw met oorbellen. Naast werken van Rembrandt zijn vele bekende schilders aanwezig met een breed scala aan genres; van de Bijbelse voorstellingen van Lastman en Wtewael tot de genrestukken van Gerrit Dou, Jan Steen en Gerard ter Borch, van de landschappen van Jan van Goyen en Jacob Ruysdael tot de stadsgezichten van Jan van der Heyden en Gerrit Adriaenszoon Berckheyde en van de portretten van Frans Hals en Govert Flinck tot de stillevens van Ferdinand Bol, Willem Claesz. Heda en Willem Kalf. Ook de favoriet van de directeur van de Hermitage in Sint Petersburg, Michail Piotrovsky, is in Amsterdam te bewonderen: Straf van een jager van Paulus Potter.
De tentoonstelling start met de Jonge vrouw met oorbellen van Rembrandt. Vervolgens wordt de bezoeker meegenomen in een aantal zalen die werk van de voorlopers van Rembrandt tonen, waarna men uitkomt op een waar Rembrandtplein waar het werk van de grote Nederlandse Meester samen met dat van zijn leerlingen te bewonderen is. Boven zijn werken gerangschikt op schilder, thema en genre te vinden in speciale zalen gewijd aan onder andere dieren, landschappen en genrestukken. Naast werken van de Hollandse meesters zijn ook enkele werken uit het porseleinpaviljoen te zien. Zo bloeide in de achttiende en negentiende eeuw de serieproductie van schilderijen in prenten, op textiel en porselein. Met name Hollandse meesters waren in trek bij de Russische regering. Enkele voorbeelden in de tentoonstelling zijn porseleinen vazen met daarop geschilderde kopieën van Straf van een jager van Paulus Potter, Triktrakspelers van Jan Steen en Moeras van Jacob Ruisdael.
Niet alleen meesterwerken uit de Russische collectie sieren de tentoonstelling, een aantal werken uit het Rijksmuseum, Mauritshuis en Amsterdam Museum completeren Hollandse Meesters uit de Hermitage. Oogappels van de tsaren. Zo worden twee werken tijdelijk verenigt; het pendant Twaalf schutters van rot E van Dirk Jacobsz uit het Amsterdam Museum is samen met Groepsportret van het Amsterdamse schutterskorps (Negen schutters van Rot E) uit de Hermitage te zien. Daarnaast zal Melchior d’Hondecoeters Een pelikaan en ander gevogelte bij een waterbassin, bekend als ‘Het drijvend veertje’, uit het Rijksmuseum te zien zijn naast Vogels in een park uit de Hermitage.
Voor extra verdieping bij de tentoonstelling kunnen bezoekers ook gebruik maken van de audiotour die is ingesproken door Geert Mak en Jan Six. Voor wie af en toe met een frisse blik naar de werken wil kijken, is de open-blik-route een uitkomst. Op deze borden bij verschillende werken in de tentoonstelling delen kinderen hun reflecties op de werken en die zijn bijzonder verrassend en verfrissend. Behalve dat de werken in de tentoonstelling een lust voor het oog zijn, is ook de vormgeving bijzonder fraai. De inrichting van de zalen is gebaseerd op de Hollandse huizen en maakt op subtiele wijze gebruik van het kleurenpallet van de schilderijen. Dit zorgt ervoor dat de vormgeving dienend is aan de werken, wat de tentoonstelling tot een prachtig geheel maakt. Directeur van de Hermitage Amsterdam, Cathelijne Broers, kan het niet beter verwoorden dan de tentoonstelling het bonbondoosje van de Gouden Eeuw te noemen. De kunstliefhebber zal zijn hart kunnen ophalen bij de vele meesterwerken uit de kunstgeschiedenis die nu eenmalig onder één dak in hun vaderland te bewonderen zijn. Hollandse Meesters van de Gouden Eeuw is een juweeltje.
Vera Weterings
De tentoonstelling Hollandse Meesters van de Gouden Eeuw. Oogappels van de tsaren is tot en met 27 mei 2018 in de Hermitage Amsterdam te zien.