Hyperrealisme, 50 jaar schilderkunst

Tjalf Sparnaay, Gebakken ei, 2009

Enkele jaren geleden werd ik in Zwolle aangenaam verrast door de bijzonder fraaie werken van de Nederlander Tjalf Sparnaay. In Museum De Fundatie was begin 2015 een overzichtstentoonstelling van het werk van deze Haarlemmer te zien: Closer. Het megarealisme van Tjalf Sparnaay. Sparnaay maakt eigentijdse stillevens, waar de stillevens van zeventiende-eeuwse meesters met name fruit, brood en vis tonen, kiest Sparnaay voor meer hedendaagse lekkernijen zoals een broodje gezond, bakje patat en cheeseburger. Opvallend aan het werk van Sparnaay is ook dat zijn Nederlandse herkomst duidelijk naar voren komt in de objecten die hij in beeld brengt. Zo schildert Sparnaay typisch Nederlandse onderwerpen zoals een boterham met oude kaas of hagelslag, een moorkop, kroket uit de muur, gekookte aardappelen met draadjesvlees, krentenbollen en een vaas met tulpen. Sparnaay over zijn werk:

Mijn schilderijen zijn bedoeld om de kijker in staat te stellen de realiteit opnieuw te ervaren, opnieuw de essentie te laten ontdekken van het voorwerp dat zo alledaags is geworden. Ik wil het terugbrengen tot het DNA van de universele structuur, in al zijn schoonheid. Ik noem het ‘het schone van het gewone’.

Foodscape, Tjalf Sparnaay

Sparnaay fotografeert zijn onderwerpen en schildert hierna de uitvergrote foto zo natuurgetrouw mogelijk na. Naast het documenteren van de werkelijkheid, intensiveert Sparnaay deze ook door alledaagse objecten op te blazen tot een enorm formaat. Een voorbeeld hiervan is het werk Foodscape dat maar liefst 120 x 300 centimeter meet. Sparnaay startte met zijn megarealistische werken nadat hij in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw kennismaakte met het fotorealisme in Amerika.

In de tentoonstelling Hyperrealisme. 50 jaar schilderkunst in de Kunsthal schitteren twee werken van Sparnaay naast zijn Amerikaanse voorbeelden. De tentoonstelling geeft een overzicht van drie generaties Amerikaanse en Europese kunstenaars die uitblinken in de fotorealistische schilderkunst. Het is voor het eerst dat een overzichtstentoonstelling zo’n breed scala van kunstenaars bij elkaar brengt: van eerste-generatie-kunstenaars zoals John Baeder, Robert Bechtle, Jack Mendenhall en David Parrish tot derde-generatie-kunstenaars waaronder Roberto Bernardi, Tjalf Sparnaay, Raphaella Spence en Ben Johnson.

Naast het werk van Sparnaay was in de Kunsthal ook het werk van Ben Johnson favoriet bij mij. Ik kende zijn werk nog niet en was onder de indruk van de bijzonder fraaie weergave en manipulatie van de werkelijkheid en de inventieve werkwijze van Ben Johnson. Johnson start een werk door het maken van talloze foto´s, daarna maakt hij hiervan een groot aantal lijntekeningen met behulp van een computer en een aantal assistenten. Vervolgens snijdt hij met een laser uiterst fijne sjablonen en brengt hij met een verfspuit de kleuren aan die door de computer worden gegenereerd. Een typisch werk van een derde-generatie-fotorealist.

De tentoonstelling laat het werk van zo’n dertig kunstenaars zien, in totaal zo’n zeventig werken. Door het bij elkaar brengen van de drie generaties kunstenaars kan de bezoeker goed zien hoe het hyperrealisme in vijftig jaar een vlucht heeft genomen door allerlei technologische hulpmiddelen, maar is ook zichtbaar hoe bepaalde thema’s blijven terugkeren, zoals de straatscènes, de megarealistische voedselstillevens en de motorvoertuigen.

Vera Weterings

De tentoonstelling Hyperrealisme, 50 jaar schilderkunst is nog tot en met 5 juni 2017 in de Kunsthal in Rotterdam te bezoeken.

Lees ook de blog Het schone van het gewone over de tentoonstelling Closer. Megarealisme van Tjalf Sparnaay (2015) in Museum De Fundatie.