Het Frans Hals Museum en De Hallen Haarlem toveren deze zomer een glimlach op het gezicht van hun bezoekers. Zij organiseren namelijk op beide locaties een omvangrijke tentoonstelling over humor. De tentoonstelling Humor. 101 jaar lachen om kunst geeft een keur aan kunstwerken uit de periode sinds de komst van dada in 1916 tot de huidige tijd ruim de aandacht. In de Hallen Haarlem staat de geest van dada centraal en in het Frans Hals Museum staat het parodiëren en karikaturiseren van de gecanoniseerde kunst centraal.
In het Frans Hals Museum worden meesterwerken op de hak genomen, zoals een reproductie van de Mona Lisa voorzien van een snor en baardje door de rebelse dadaïst Marcel Duchamp. Duchamp maakte zijn eerste Mona Lisa-reproductie met een knipoog in 1919 maar was daar overigens niet de eerste in. Al in 1887 publiceerde Eugène Bataille een Mona Lisa met pijp in Le Rire. Ook het iconische beeld De Denker was letterlijk op zijn kop gezet in een zogenoemde Draaidenker: een denker die op z’n kop stond en om z’n as kon tollen. Behalve Leonardo da Vinci en Rodin werden ook kunstenaars zoals Manet, Rembrandt en Malevich belachelijk gemaakt. Zo was van Malevich een variant van zijn Zwart Vierkant te zien: ‘MAL e WITZ’ painting of a black square turned upside down van Pieter Engels.
Het werk Morning Sun (1952) van de Amerikaanse realist Edward Hopper werd als inspiratie gebruikt voor Morning Trump, een werk over de overwinning van Donald Trump bij de Amerikaanse verkiezingen. Het originele werk van Hopper toont een vrouw, verzonken in gedachten, die naar de zon kijkt. Bij de bewerking wordt de vrouw overschaduwd door Donald Trump. Naast schilderijen en beeldhouwwerken gebaseerd op bekende kunstwerken zijn er op de tentoonstelling ook een aantal voorbeelden uit de stripwereld te zien waarbij kunst in een bijzonder jasje wordt gestoken. Neem bijvoorbeeld De Nachtwacht van Donald Duck of De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp van Suske en Wiske (in het album De Nachtwachtbrigade). Wel mis ik de leuke parodieën in de Asterix-strips een beetje die naar voren kwamen in een eerdere blog (Geschiedenis met een knipoog): de Laocoön-groep, de Denker, het vlot van Medusa en de boerenbruiloft.
In de Hallen Haarlem staat de geest van dada centraal, een kunststroming waar volgens de conservatoren van de tentoonstelling, Antoon Erftemeijer en Renske Koster, lastig grip op te krijgen is aangezien het om een kleine beweging gaat. Sinds de komst van dada in 1916 als reactie op de Eerste Wereldoorlog speelt humor een grote rol in de kunst, wat heeft gezorgd voor een nieuwe, frisse wind binnen de vaak ernstige en hoogdravende kunstwereld. Dadaïsten waren geïnteresseerd in nieuwe stromingen, maar vonden deze vaak niet vernieuwend genoeg. In de tentoonstelling exploreert de bezoeker welke ontregelende technieken de kunstenaars gebruikten. Er zijn echter niet alleen werken uit de dadaïstische beweging te zien, maar ook uit surrealisme, popart en Fluxus, aangevuld met humoristische werken uit de hedendaagse kunst en om het tijdsbeeld weer te geven een aantal werken uit de vaste collectie van het Frans Hals Museum.
De tentoonstelling bevat een zeer gevarieerde selectie werken, van schilderijen tot grafiek en van fotografie en films tot ruimtelijke werken. Ook zijn er door de tentoonstelling heen geestige cartoons van Herr Seele en Kamagurka te zien die de kunst op de hak nemen. Ik sprak met Herr Seele over zijn blik op kunst en deze tentoonstelling terwijl hij bezig was met het werken aan één van zijn cartoons voor de Hallen Haarlem. Hij stelde zonder twijfel dat humor altijd samengaat met surrealisme, net als geluid, esthetiek en duidelijkheid. De werken van Magritte zijn het beste voorbeeld om te laten zien dat juist een vereenvoudigde weergave voor chaos kan zorgen. Herr Seele koos voor zijn werk voor de Hallen Haarlem voor een schuttersstuk waarin hij typische Frans Hals elementen heeft laten terugkomen zoals de architectuur, ruimtelijkheid, het bos en de hond. Dat het werk in slechts één dag tijd is vervaardigd is er niet aan af te zien.
Niet alleen de cartoons in de expo zijn een mooie toevoeging aan het geheel. Ook is het voor bezoekers heel erg leuk dat zij wat extra’s krijgen bij hun bezoek. Hoewel ze € 2,50 toeslag dienen te betalen bovenop de museumentree – een ongeliefd fenomeen onder met name museumkaarthouders – zorgen de tentoonstellingen in het Frans Hals Museum en de Hallen Haarlem ervoor dat deze extra kosten zich dubbel en dwars terugbetalen. Naast het feit dat de dubbeltentoonstelling zeer de moeite waard is, ontvangen de bezoekers bij binnenkomst ook een zakje voor een kwartetspel dat zij bij hun tentoonstellingsbezoek samen kunnen stellen. Naast verschillende werken op beide locaties zijn bakjes te vinden met daarin kwartet-kaartjes. Een leuke manier om anders en beter naar de werken te kijken én ook juist beide locaties te bezoeken om het kwartet compleet te maken. Daarnaast is er voor kinderen ook een speciaal doe-boek én alsof dat nog niet genoeg is krijgt elke bezoeker ook de tentoonstellingscatalogus mee naar huis.
Naast deze zomertentoonstelling is er momenteel nog meer humor in het museum te vinden. Zo is sinds 1 april Studio HaHaHals geopend in het Frans Hals Museum. Hier kunnen kinderen in de huid kruipen van een zeventiende-eeuws personage en op een humoristische wijze een (groeps)foto maken. Ook is een nieuwe ‘Ik zie, ik zie…’-route gelanceerd, dit keer binnen het thema humor waarbij humoristen als Erik van Muiswinkel, Sylvia Witteman, Vincent Bijlo en Katrijn Van Bouwel hun verrassende bevindingen en onverwachte associaties met details uit kunstwerken delen. Voor de bezoeker die geen genoeg kan krijgen van humor, organiseert het Frans Hals Museum na de zomertentoonstelling in het najaar een nieuwe tentoonstelling over humor in de Gouden Eeuw: De kunst van het lachen.
Al met al is een bezoekje aan de dubbeltentoonstelling Humor. 101 jaar lachen om kunst zeker aan te raden. Je zult je ogen uitkijken bij een aantal iconische beelden, zoals de Jezusbeeldjes van Herman Makkink die ook te zien waren in de controversiële film A Clockwork Orange (1971) of de prachtig beschilderde klavecimbel van J.H. Moesman (1977). Deze klavecimbel, gebouwd door Gerrit C. Klop in 1975, bevat verschillende poëtische teksten van Vijftiger Jan G. Elburg uit 1981 en surrealistische trekjes. De piano speelde een belangrijke rol bij veel dada-voorstellingen, net als de fiets en allerhande mechanismen. Laat je in deze zomertentoonstelling verrassen door deze uitzonderlijke kunstwerken die niet alleen af en toe voor een grijns op het gezicht zorgen maar ook stof tot nadenken bevatten.
Vera Weterings
De tentoonstelling Humor. 101 jaar lachen om kunst is van 20 mei tot en met 10 september 2017 te bezoeken in het Frans Hals Museum en de Hallen Haarlem.
Lees ook de recensie van de tentoonstellingspublicatie.
Pingback:
101 jaar lachen om kunst |