Recensent: Wouter van Dijk
Vestingsteden van Goud. Wandelgids voor de Oude Hollandse Waterlinie, Jan van Es en Bernt Feis
Stichting Oude Hollandse Waterlinie, Woerden 2019
ISBN 978 90 903 1642 0
Hardcover, rijk geïllustreerd in
kleur, met kaarten, wandelroutes, lijst van militaire termen en lijst van
organisaties in de vestingsteden van de Waterlinie
144 pagina’s
€ 14,95
Ontdek de Oude Hollandse Waterlinie!
Toen in de zomer van 1672 de Republiek van alle kanten tegelijk werd aangevallen leek de regering radeloos, het volk redeloos en het land reddeloos, maar toen was daar… de Oude Hollandse Waterlinie! En natuurlijk prins Willem III, de latere koning-stadhouder, die met zijn militair vernuft en kordate optreden de linie tot laatste reddingsboei van de Republiek wist te maken. In deze wandelgids wordt door kenners van de streekgeschiedenis Jan van Es en Bernt Feis de Oude Hollandse Waterlinie in volle glorie aan de lezer voorgesteld. Al doet het Rampjaar bij de meeste Nederlanders nog wel een belletje rinkelen, de rol van de Oude Hollandse Waterlinie in de redding van ons land in deze oorlog staat niet veel mensen helder voor de geest. Dat is jammer, zeker gezien de vele overblijfselen die van deze linie van vestingsteden, sluizen en schansen nog in het huidige landschap te bewonderen vallen.
De aandacht voor de Oude Hollandse Waterlinie in deze gids komt zeker gelegen. Met alle geweld rondom de UNESCO-nominatie voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie in navolging van de status die de Stelling van Amsterdam al heeft, wordt nog weleens voorbijgegaan aan de voorganger van deze verdedigingslinie, die in tegenstelling tot zijn jongere broertje, wél zijn nut in de strijd bewezen heeft. Daarbij zijn de restanten ervan heel wat schilderachtiger dan de eenheidsworst van forten waaruit zijn opvolger bestaat.
De titel Vestingsteden van Goud doet denken aan de museumcampagnes over Ons Echte Goud van de Nationale Museumweek. Waarschijnlijk niet geheel toevallig, aangezien de schrijvers de linie al in de inleiding van het boek presenteren als ‘het grootste openluchtmuseum van Nederland’. Wat ze daarmee bedoelen, wordt de lezer al snel duidelijk. Veel van de vestingsteden die in de Oude Hollandse Waterlinie een belangrijke rol speelden, hebben hun militaire aangezicht in de vorm van stadswallen, bastions en ravelijnen weten te bewaren. Het militaire erfgoed van de linie is zéker museumwaardig, en bij tijd en wijle inderdaad een groot openluchtmuseum, als je maar weet waar je moet kijken. Deze gids helpt je daar als geen ander bij.
De Oude Hollandse Waterlinie vond zijn oorsprong in het besef dat in de Republiek tijdens de Nederlandse Opstand en Tachtigjarige Oorlog indaalde dat het alomtegenwoordige water als bondgenoot in de strijd gebruikt kon worden. Dat gebeurde in die oorlog al bij verschillende belegeringen, onder andere inundeerde men de gebieden rond Alkmaar, Leiden en Woerden om het de vijand lastig te maken. Toen in de zomer van 1672 de troepen van de Franse koning Lodewijk XIV de Republiek binnentrokken haastten de Staatse troepen onder de in allerijl tot legeraanvoerder benoemde Willem III zich een natte verdedigingsgordel op te werpen die het centrum van Hollands welvaren, het gewest Holland, moest verdedigen. Het laaggelegen polderland tussen Utrecht en Holland in leende zich uitstekend voor een dergelijke waterlinie, en door het openzetten van sluizen en doorsteken van dijken waar dat nodig was, werd in juni 1672 de Franse opmars tot staan gebracht. Aangezien op sommige plaatsen wegen begaanbaar bleven werden daar versterkingen opgericht in de vorm van verdedigbare schansen. De vestingsteden die aan rivieren lagen hadden tot taak de vijand daar de doorgang te beletten, in samenwerking met een netwerk van oorlogsschepen in geval van de grote rivieren, en uitleggers, platbodemschepen met geschut, in de ondiepe geïnundeerde gebieden.
In het boek worden in verschillende hoofdstukken alle plaatsen die een rol speelden in de Oude Hollandse Waterlinie beschreven, met vaak daarbij een uitgestippelde rondwandeling waar het een voormalige vestingstad betreft, zodat je uitgenodigd wordt de restanten van de waterlinie en de rijke geschiedenis van de plaatsen in de linie zelf te gaan ontdekken. De linie liep van Muiden aan de toenmalige Zuiderzee in het noorden tot aan Gorinchem en Woudrichem in het zuiden. Van de linie is ook een Waterliniepad uitgezet. Dit loopt van Muiden tot Gorinchem en wordt in het boek besproken in twee delen; Noord en Zuid. Volg je het Waterliniepad Noord van Muiden tot Woerden dan kom je onder andere langs Weesp waar in de winter van 1672 op bevel van Johan Maurits van Nassau-Siegen een ijsbreker de Vecht diende open te houden om de Fransen te beletten de bevroren rivier over te steken. De tocht voert verder door de geïnundeerde landerijen van De Ronde Venen, waar schermutselingen met een uitlegger bij Waverveen plaatsvonden. De route eindigt bij vestingstad Woerden waar eind 1672 de Slag bij de Kruipin plaatsvond, een vergeefse poging van het Staatse leger om de Franse bezetters van de stad te verjagen.
Het Waterliniepad Zuid begint bij de Wierickerschans, na het vertrek van de Fransen door Willem III gebouwd op dit meest kwetsbare deel van de linie. Het geïnundeerde gebied was hier op zijn smalst, en dat wreekte zich in de winter van het Rampjaar toen de Franse troepen vanuit Woerden het ijs overstaken via Zegveld naar de Meije. Onderweg zette de dooi echter al in waardoor de troep van eventuele versterkingen was afgesneden. Men zocht een heenkomen terug naar Woerden maar deed dat via de dorpen Zwammerdam en Bodegraven, die door de Franse soldaten uitgemoord en in de as gelegd werden. Het is misschien wel de zwartste episode van het Rampjaar. Ook de Staatse kolonel Pain et Vin kostte deze Franse uitbraak het leven, echter niet door vijandelijk vuur. Pain et Vin was bevelhebber van de schans die bij Nieuwerbrug in oostelijke richting was opgeworpen, richting de vijand die zich immers in Woerden en Utrecht ophield. Toen hij echter de Franse troepen vanuit Bodegraven zag naderen, gaf hij bevel de aan de open achterkant onverdedigbare schans te ontruimen. Hij gaf hiermee de Fransen ruim baan. Op bevel van Willem III heeft hij deze daad van wankelmoedigheid met de dood moeten bekopen, en is onthoofd in Alphen aan den Rijn, waar het leger van de prins samengetrokken was in reactie op de Franse dreiging.
Naast de waterliniepaden staan er in het boek ook nog een aantal lange wandel- of fietstochten die het erfgoed van de linie verkennen, en vele zogenaamde waterlinieommetjes, stadswandelingen waarbij de verschillende steden in de linie verkend kunnen worden. Zo worden onder andere Naarden, Weesp, Nieuwersluis, Woerden, Oudewater, Schoonhoven en Woudrichem onder loep genomen. In de routebeschrijvingen van de wandelingen wordt veel historische achtergrondinformatie over de bezienswaardigheden langs de route gegeven, waarbij veel maar niet uitsluitend over de Oude Hollandse Waterlinie verteld wordt. De vele illustraties, waarbij veelvuldig gebruik is gemaakt van historisch kaartmateriaal, zorgen ervoor dat de geschiedenis van de vestingbouw en de linie echt gaat leven. Het is wel jammer dat veel afbeeldingen van een te lage resolutie zijn gebruikt, waarbij ze in druk onscherp of korrelig geworden zijn. Ook bevat het boek teveel zet- of taalfouten, die na enige tijd toch wel gaan irriteren. Zonde voor een verder zo mooie uitgave. Een gemis vormt voor de geïnteresseerde lezer ook een bronvermelding of een notenapparaat. Weliswaar is achterin een illustratieverantwoording opgenomen maar juist voor de geïnteresseerde liefhebber zou het mooi zijn de grond te kunnen zien van al die prachtige verhalen en anekdotes die in het boek de revue passeren. Dit laat onverlet dat de schrijvers en de stichting met dit boek de Oude Hollandse Waterlinie op een prachtige manier voor het voetlicht brengen. Het erfgoed van de linie is het ontdekken meer dan waard, en dat gaat uitstekend met dit boek in de hand, wandelend over de vestingwallen van de verschillende waterliniesteden.
Wouter van Dijk