Dichterbij. Kunst in details, Wieteke van Zeil
Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen 2015
ISBN 9789045029924
Gebonden, met illustraties in kleur, kunstenaarsregister, personenregister en leeslint.
256 pagina’s
€ 29,99
Dichterbij
De huidige maatschappij waarin we leven vraagt veel aandacht, we leven in een informatie- en beeldcultuur. Dagelijks krijgt de huidige mens meer beelden te verwerken dan iemand twee eeuwen geleden in een heel leven zag. Per dag kijken we gemiddeld maar liefst vijftien uur naar een beeldscherm op een smartphone of computer. Maar niet alleen de hedendaagse technologie vraagt voortdurend om onze aandacht, ook in een museum wordt om onze aandacht gestreden. Zo stelt kunsthistorica Wieteke van Zeil dat de vele werken die daar te zien zijn, allemaal onze aandacht vragen. Je verdiepen in één voorstelling kan zelfs al veel zijn. Een detail bestuderen kan dan een verademing zijn, omdat een detail vaak makkelijker te begrijpen is dan het hele werk. Voor Van Zeil maakte het via details kijken, de kunst persoonlijker. Het geeft nieuw inzicht in de rol die kunst kan spelen in het leven.
Wieteke van Zeil schrijft al twaalf jaar over oude kunst voor De Volkskrant. In haar column Oog voor detail wijst ze op de rijke details in kunstwerken die meestal aan onze aandacht ontglippen. Ook heeft ze meegewerkt aan de tentoonstelling Ik zie, ik zie… in het Frans Hals Museum in Haarlem. Hier laat ze de bezoeker kennismaken met bijzondere details op werken uit de vaste collectie. In het boek Dichterbij. Kunst in details doet ze hetzelfde met kunstwerken van over de hele wereld. Aan de hand van 52 details vertelt ze verhalen die niet meteen opvallen als je de werken voor het eerst ziet, maar toch intrigeren. Door de lezer te verrassen met deze details, hoopt ze dat kunst de lezer aan het denken zal zetten. Daarbij maakt het boek nieuwsgierig naar de werken die worden besproken. Dit alles weet Van Zeil op een luchtige manier te brengen met een vleugje zelfspot.
“Iedereen heeft selectief aandacht; ook over details schrijven betekent nog niet dat je alle details altijd opmerkt. Integendeel, het verzamelen van details begon voor mij als geheugensteun. De schilderkunst zit vol onverwachte, vreemde en geestige details. Als je wat langer dan gemiddeld kijkt, vallen ze vaak op. (…) Maar zelfs met lang kijken ontgaan mij soms nog steeds de leukste details; nota bene toen ik naar de Škoda-commercial keek.” (p. 9)
Gemiddeld kijkt een museumbezoeker slechts negen seconden naar een kunstwerk. Als we iets langer bij een kunstwerk blijven staan, zullen we meer zien. Vreemde, opmerkelijke, onbegrijpelijke, knappe en onverwachte details kunnen dan opvallen, waardoor het kunstwerk een andere betekenis kan krijgen. In Dichterbij wordt continu naar dit soort details gekeken en worden deze – voor zo ver dat mogelijk is – uitgelegd. Elk detail opent een deur naar een wereld vol betekenis, symboliek en persoonlijke associaties, waardoor een kunstwerk niet alleen meer gaat leven, maar ook je blik op de wereld kan veranderen.
“Kijken nu is niet half het kijken van vroeger, en het veelbesproken ‘beleven van kunst’ lijkt al helemaal in de verte niet op hoe dat toen gebeurde. Dat is geen nieuws, maar toch best handig om in je achterhoofd te houden als je een oud schilderij ziet.” (p. 11)
Een vraag die zich opdringt: hoe dienen we naar kunst te kijken en waarom kijken we naar kunst? Van Zeil geeft aan dat een eenduidig antwoord hierop niet te geven is. De één kijkt om iets te leren over de geschiedenis en de ander wil de kunstenaar leren kennen. Ze vergelijkt het met het lezen van wolken waarover cultuurhistoricus Ernst Gombrich in zijn boek Art & Illustion (1960) schreef: als je naar de wolken kijkt, kun je soms dingen zien, zoals een schip of een leeuw. Die betekenis ontstaat in je hoofd. Dat is vergelijkbaar met hoe we naar kunst kijken. Om iets uit een kunstwerk te kunnen halen, hebben we immers context, kennis en verbeelding nodig.
Door dichter bij de details in kunstwerken te komen, kom je niet alleen dichter bij de kunst, maar krijg je ook een beter begrip van andere dingen in de wereld. De details zetten je als lezer immers aan het denken, zo is Van Zeil erin geslaagd om meer los te maken bij de lezer dan alleen nieuwsgierigheid naar de kunst. Neem bijvoorbeeld het Zelfportret met allegorisch stilleven van David Bailly dat bomvol toespelingen zit op de kunsten en op de vergankelijkheid. Zo schilderde hij allerlei voorwerpen die met vergankelijkheid geassocieerd worden, zoals een schedel, zandloper, reukbol, pijp, horloge, gedoofde kaars, zeepbellen, munten, boeken en rozen. Van Zeil focust in haar essay op de zeepbel, waar Erasmus in de veertiende en vijftiende eeuw en Lucianus van Samosata in de Oudheid dat ook al deden: homo bulla, oftewel de mens is een zeepbel. Alles en iedereen is kwetsbaar, vluchtig en leeg, zo ongestoord als wij ons leven leiden, zo plotseling kan het voorbij zijn.
Een ander detail is dat van een jongetje dat blaast door een rietje in het schilderij Het varken op de leer met gezicht op de Haarlemmerpoort van Michiel van Musscher. In dit schilderij is een jongetje te zien dat de blaas van een varken opblaast om er een bal van te maken om mee te spelen. Naast hem hangt het kadaver van een varken. Dit is echter niet altijd zichtbaar geweest op het schilderij. Toen het Amsterdams Historisch Museum het schilderij liet restaureren werd met een röntgencamera duidelijk dat deze afbeelding was overschilderd.
Behalve dat Van Zeil in haar boek interessante wetenswaardigheden met de lezer deelt en deze ook aan het denken zet, is na de 52 verhaaltjes ook een klein kunstenaarsregister te vinden. Dit is echter geen standaard register met kleine biografietjes van de kunstenaars, maar meer een historische roddelrubriek met willekeurige kunstenaarsanekdotes en citaten. Van Zeil heeft voor deze methode gekozen omdat ze het zonde vindt dat kunstenaars na hun leven vaak op een saaie manier worden beschreven, omdat historici de meeste informatie uit bronnen als inventarissen of brieven moeten halen. Met behulp van anekdotes brengt ze specifieke – soms minder bekende – kanten van de kunstenaars onder de aandacht. Dit maakt dit gedeelte van het boek ook interessant voor de doorgewinterde kunstkenner die normaal gesproken korte biografietjes zou overslaan vanwege de welbekende gegevens die zouden worden aangetroffen.
Het spreekwoord luidt ‘het geluk ligt in een klein hoekje’. In Dichterbij laat Van Zeil zien dat een klein hoekje op een schilderij veel met zich mee kan brengen. Een detail kan een wereld van betekenissen openen. Elk detail heeft eigen verhalen, symbolische betekenissen en persoonlijke associaties. Dichterbij opent de ogen bij de lezer, geeft betekenis aan kunstwerken en geeft een nieuwe blik op de wereld om ons heen. Het is een heerlijk boek om zo nu en dan een verhaal uit te lezen.
Vera Weterings
De tentoonstelling Ik zie, ik zie… is tot en met 13 maart 2016 in het Frans Hals Museum in Haarlem te bezoeken.
Pingback:
Terug naar de essentie van het museumbezoek |
Pingback:
Rotius: Rembrandt van Hoorn |
Pingback:
Lachen om kunst in Haarlem |