Mythen moet je niet geloven

mythen

Mythen moet je niet geloven. Mytheverklaringen uit de Oudheid, vertaald en toegelicht door Hugo Koning

Uitgeverij Damon, Budel 2016
ISBN 9789463400510

Paperback, met kaart en index
192 pagina’s
€ 16,95

Mythen moet je niet geloven

Hugo Koning overhandigt het eerste exemplaar van zijn nieuwe boek aan collega Bert van den Berg (Universiteit Leiden).
Hugo Koning overhandigt het eerste exemplaar van zijn nieuwe boek aan collega Bert van den Berg (Universiteit Leiden).

Het Rijksmuseum van Oudheden organiseerde vorige week vrijdag, 25 november 2016, een interessante middag over de achtergrond van mythen. De middag stond in het teken van het nieuwste boek van de Nederlandse classicus Hugo Koning. Koning is docent Griekse en Latijnse Talen en Culturen aan de Universiteit Leiden en geeft daarnaast Grieks en Latijn op het Stanislascollege in Delft. Vorig jaar kwam van hem het Elementaire Deeltje Mythologie uit. Een boekje waarin hij erin slaagt om een complex onderwerp als de studie van mythen op heldere wijze te verwoorden in een zakformaat boekje. Dat Koning veel kennis heeft van de klassieke mythologie blijkt wederom uit zijn tweede publicatie Mythen moet je niet geloven. In dit boek richt hij zich op de wijze waarop het waarheidsgehalte van de mythen ook ten tijde van de oude Grieken al werd betwijfeld. Hij doet dit aan de hand van een vertaling van Palaiphatos die op rationele wijze de Griekse mythen ontleedde. Palaiphatos was ervan overtuigd dat Griekse mythen een historische kern bevatte die in de loop der tijden was vervormd en verdraaid tot een bovennatuurlijk verhaal waar een verstandig mens geen geloof aan kan hechten.

In Mythen moet je niet geloven heeft Koning alle overgeleverde verklaringen van Palaiphatos vertaald, het gaat om het werk Peri Apistôn, oftewel Ongelooflijke Zaken. De vertaling is sinds 1661 niet meer in het Nederlands verschenen. Om de leesbaarheid voor de lezer te bevorderen heeft Koning ervoor gekozen voorafgaand aan elke verklaring de mythen kort samen te vatten. Deze toevoeging is voor de lezer duidelijk door het cursieve handschrift dat gebruikt wordt en biedt een aangenaam handvat voor hen die niet van elke mythe het fijne weten. Palaiphatos gaat bij zijn verklaringen immers geregeld kort door de bocht, waardoor je de kern van zijn betoog niet goed zou kunnen begrijpen als je bepaalde details uit de mythe mist.

Naast een vertaling van Palaiphatos biedt Koning met zijn nieuwe publicatie ook een korte inleiding in het gedachtegoed rondom de weerlegging van mythen in de Griekse Oudheid. Zo laat hij de lezer zien dat de Grieken een moeizame relatie hadden met mythen. In de zesde eeuw voor Christus werden mythen vaak met behulp van allegorie weerlegd, dat wil zeggen dat er iets anders werd bedoeld dan er letterlijk werd beschreven. Koning neemt als voorbeeld de Cycloop in het verhaal van de zwerftochten van Odysseus. In dit verhaal zou het niet letterlijk om een eenogig wezen (lees: Cycloop) gaan, maar wint de ratio, oftewel Odysseus, het van de zintuigelijke waarnemingen, alias de Cycloop.

In zijn inleiding behandelt Koning niet alleen de allegorische verklaringen, maar ook de historiserende verklaringen die onder andere worden gebruikt door Euemeros van Messena in zijn Hiera Anagraphe. Met behulp van de historiserende verklaring wordt gebezigd dat de verhalen over de goden eigenlijk verhalen over mensen zijn, goden bestaan immers niet. Een voorbeeld is de mythe over Danaë en Zeus. Zeus zou als gouden regen bij Danaë verschijnen en met haar de liefde bedrijven. Zeus zou een koning zijn die met behulp van gouden munten de bewakers van Danaë omkoopt om bij haar te komen. Een ander voorbeeld is het verhaal van de Hydra van Lerna, de mythische slang waarbij voor elke afgehakte kop er twee terugkomen. Ook hier gaat het niet letterlijk om een slang, maar zou Hydra een fort zijn waarbij na het treffen van een boogschieter er twee voor in de plaats kwamen in het gevecht. In de verklaringen komen bepaalde misvattingen regelmatig terug, zo werden namen als krios (ram) en taurus (stier) in mythen vaak letterlijk genomen net als metaforische uitspraken. Daarnaast zijn er ook verschillende mythen ontstaan doordat uitvindingen nog niet thuisgebracht konden worden. Zo zouden de kentauren in wezen de eerste ruiters zijn, maar doordat men nog nooit een man op een paard had zien rijden maakte men er in de fantasie één wezen van.

Koning krijgt het voor elkaar om in een korte inleiding de lezer op een aangename wijze te informeren over de weerleggingen rondom mythen. Na deze inleiding volgen drie vertalingen: naast de Peri Apistôn van Palaiphatos, voegt hij ook de verklaringen van Herakleitos en Anonymus toe. De lezer krijgt hierdoor een veelzijdig beeld van de weerlegging van enkele mythen. Ook is na het lezen van zijn vertaling al snel duidelijk dat Palaiphatos een vaste structuur hanteerde. Zo begon hij elke verklaring met een beknopte versie van de mythe. Hierna legde hij uit waarom de mythe niet echt kon zijn en gaf hij de lezer inzicht in het waargebeurde verhaal, waarna hij zijn verhaal afrondde. Deze opzet zorgt ervoor dat Palaiphatos regelmatig zinnen laat terugkomen als ‘de waarheid zit zo’, ‘het is als volgt’. Het proza van Palaiphatos is geen stilistisch hoogstandje, het zijn teksten zonder franje die nadrukkelijk bedoeld zijn om een les te geven. Het zijn dan ook nuchtere bewoordingen die Koning in de vertaling laat terugkomen.

Hoewel Palaiphatos de mythen kort samenvat is de cursieve samenvatting van Koning geen overbodige luxe. De samenvatting van Plaiphatos is soms zo beknopt dat je belangrijke details die in de weerlegging van de mythen worden gebruikt zonder de juiste achtergrondinformatie als lezer niet zou kunnen thuisbrengen. Daarnaast voegt Koning zo nu en dan voetnoten toe die extra informatie geven bij bepaalde symbolische betekenissen.  

Al met al is Mythen moet je niet geloven een leuk boekje om te lezen. De vertaling van de weerlegging van de mythen is na eeuwen eindelijk weer in het Nederlands verzorgd en bovendien ook plezierig om te lezen. Daarnaast biedt de inleiding bij de vertalingen een heldere introductie in de kijk op mythen in de Griekse Oudheid. Kortom, Koning heeft wederom een zeer leesbaar en informatief werk over mythen neergezet. Een boek dat door classici met genoegen ontvangen zal worden na de vele publicaties met opsommingen van mythen. Een weerlegging van de mythen, afkomstig uit de Oudheid zelf, biedt immers een verfrissende kijk op dit fascinerende onderwerp.

Vera Weterings