Recensent: Vera Weterings
Op reis met Van Gijn. Toerist in de negentiende eeuw, Wyke Sybesma en Liesbeth van Noortwijk
Dordrechts Museum, Dordrecht 2014
ISBN 9789071722196
Paperback met kleur en zwart-wit illustraties
128 pagina’s
€ 10,-
Op reis met Van Gijn
Huis van Gijn organiseert momenteel de tentoonstelling Op reis met Van Gijn. Dit boekje verschijnt bij die tentoonstelling en gaat over de reizen die Simon van Gijn maakte. Simon van Gijn was een bankier uit Dordrecht en woonde bijna zestig jaar aan de Nieuwe Haven in het huidige pand van museum Huis Van Gijn. Van Gijn bepaalde in zijn testament dat het huis na zijn dood voor het publiek moest worden opengesteld en zo geschiedde het. Belangrijk was dat het interieur zo veel mogelijk intact zou blijven. Helaas kregen verschillende vertrekken bij de inrichting van het museum andere bestemmingen. Na een grote verbouwing tussen 1999 en 2001 is het huis weer zo veel mogelijk in de staat gebracht waarin Van Gijn het tot 1922 bewoonde. Dit werd mogelijk gemaakt door de informatie die werd gehaald uit restjes behang en textiel, interieurfoto’s en niet te vergeten notitieboekjes van Van Gijn.
Die notitieboekjes hebben ook als bron gediend voor de tentoonstelling Op reis met Van Gijn. Ruim tien jaar is Huis Van Gijn bezig geweest met de transcriptie van de reisverslagen. Het gaat om zo’n negentien notitieboekjes van ongeveer 10 bij 7 centimeter met potlood vol geschreven. Inmiddels zijn de dertig verslagen sinds begin 2014 toegankelijk gemaakt. De reisboekjes vormen een unieke en persoonlijke bron en vertellen over de belevenissen van Simon van Gijn en zijn reisgenoten.
Ruim vijftig jaar reizen worden in de notitieboekjes beschreven. Zo biedt deze bron een schat aan informatie voor de tentoonstelling en het gelijknamige boek Op reis met Van Gijn. De reisverslagen tonen de veranderende wereld van Van Gijn, zijn bestemmingen en zijn medereizigers. In de boekjes deed hij verslag van zijn reizen en maakte aantekeningen over de dagbesteding, of het eten goed was en hoe het weer was. Van Gijn maakte zijn reisverslagen waarschijnlijk als geheugensteuntje voor zichzelf en om tips te kunnen geven aan zijn vrienden en kennissen.
Op reis met Van Gijn start met een korte introductie over Simon van Gijn en zijn vrouw Cornelia Vriesendorp. Hierna is het werk opgedeeld in twee delen: een aantal hoofdstukken over het reizen en een aantal hoofdstukken over de bestemmingen. In het eerste deel wordt aan de hand van de reisverslagen het reizen zelf, het vervoer en het verblijf onder de loep genomen.
Simon van Gijn heeft in zijn leven ruim dertig reizen gemaakt. Het eerste reisverslag maakte hij op dertienjarige leeftijd en het laatste toen hij 71 was. Na het huwelijk van Van Gijn en zijn vrouw maakte het echtpaar bijna elke zomer een buitenlandse reis van vier of vijf weken. Ook ging het echtpaar tussendoor naar steden als Parijs Brussel en Antwerpen. Ook weten we van enkele reizen wat hij meenam. Zo pakte hij voor een reis van vier weken door Zwitserland in 1896 het volgende:
4 flanellen, 4 hemden, 4 onderbroeken, 2 sporthemden, 1 nachtdas, 11 paar sokken, 19 zakdoeken, 5 overhemden, 12 boordjes, 10 paar manchetten, 2 dassen zwart, 3 geleurde strikken, 1 lange gekleurde, 2 paar laarzen, 1 paar pantoffels, 3 pakken, 1 overjas, 1 grijze hoed. (p. 43)
Hoewel dit op het eerste gezicht wellicht wat weinig kleding lijkt, blijkt dat dit in die tijd gangbaar was. Zo wordt in de publicatie beschreven dat het etiquetteboek De goede toon van D. H. Engelberts uit 1895 een vergelijkbare paklijst geeft.
In het tweede deel wordt naast de binnen- en buitenlandse bestemmingen ook aandacht besteed aan het reisgezelschap waarin Van Gijn zich bevond. Zo wordt aparte aandacht geschonken aan de reizen die hij maakte met zijn ouders en de reizen die hij maakte met zijn vrouw. Dit zijn niet alleen tripjes naar steden zoals Londen, Parijs en Edinburgh en wandelvakanties door Duitsland en Zwitserland, maar ook heel bijzondere reizen. Zo weten we dat Van Gijn in 1880 kaartjes wist te bemachtigen voor het Passionspiel in Oberammergau, een andere bijzondere reis maakte Van Gijn in 1874 toen hij het slagveld van Sedan bezocht, bekend van de slag tijdens de Frans-Duitse oorlog. Ook ontbraken de Wereldtentoonstellingen van 1875 en 1878 in Parijs en 1888 in Brussel niet.
Op reis met Van Gijn kan met recht een klein maar fijn boekje worden genoemd! Het werk leest heerlijk weg en de illustraties zijn prachtig. Tijdens het lezen zal de lezer zichzelf erop betrappen meer dan eens weg te dromen bij de reizen die Van Gijn jaren geleden maakte. De illustraties zorgen ervoor dat de wereld waarin Van Gijn reisde tastbaarder wordt. Met behulp van foto’s van de omgeving, advertenties van reiskleding, bagage en hotels kan de lezer een beeld vormen van de wereld. Het boekje is bijzonder fraai vormgegeven, als het ware als een plakboek. Zo ontbreken afbeeldingen van paklijstjes, entreekaartjes, plattegronden in het werk niet. De herinneringen van Van Gijn komen bijna weer tot leven.
Voor elke geschiedenisliefhebber die ook maar een beetje van reizen houdt, is dit boek een absolute aanrader. Maar wees gewaarschuwd: verlangen naar reizen en wegdromen bij de historische bestemmingen is onvermijdelijk bij het lezen van Op reis met Van Gijn.
Vera Weterings
De tentoonstelling Op reis met Van Gijn is tot en met 25 mei 2015 te zien in museum Huis Van Gijn in
Pingback:
Abraham en Louisa Willet-Holthuysen, Bert Vreeken |
Pingback:
De Grote Van Gogh Atlas |
Pingback:
Het Hof van Nederland |