Pocketatlas van afgelegen eilanden

pocketatlasRecensent: Wouter van Dijk

Pocketatlas van afgelegen eilanden. Vijftig eilanden waar ik nooit ben geweest en ook nooit zal komen, Judith Schalansky

Uitgeverij Signatuur, Amsterdam 2015
ISBN:978-90-5672-535-8

Softcover, rijk geïllustreerd, met tijdlijnen
240 pagina’s
€16,95

 

Afgelegen eilanden als paradijselijk oord en hellegat

Zoals zovelen van ons ontwikkelde Judith Schalansky in haar jeugd een fascinatie voor kaarten en atlassen. Het vage gevoel van weemoed en spijt bij de gedachte dat er niets meer te ontdekken valt op de wereldkaart in onze tijd, zette ze om in productiviteit bij het schrijven van haar eigen atlas. Het zijn daarbij niet de bijzondere en tot de verbeelding sprekende legendarische steden als Pompeï en Babylon zoals te vinden in de Atlas van verdwenen steden van Aude de Tocqueville die haar aandacht trekken, maar juist de meest kleine, onooglijke brokjes land die her en der als door een reuzenhand verspreid zijn te vinden in de onmetelijke verten van de oceanen. Een atlas van afgelegen eilanden dus.

Al snel na publicatie van de oorspronkelijke Duitse uitgave in 2009 volgden enthousiaste kritieken, waarna vertalingen in vele talen volgden, de Nederlandse in 2014. Het grote succes van Schalansky’s boek maakte de weg vrij voor een geheel aangepaste uitgave van de atlas, niet alleen geschikt voor leunstoelwereldreizigers maar op handig formaat voor zij die er ook daadwerkelijk op uit trekken om de wereld om ons heen te verkennen. De pocketatlas past gemakkelijk in iedere jaszak, en is door de opzet waarin telkens korte anekdotes over de afzonderlijke eilanden worden afgewisseld met fraai getekende kaarten een lust voor het oog en uitermate geschikt om al bladerend af en toe een intrigerende geschiedenis te leren kennen.

Schalansky heeft gekozen voor een vijftigtal eilanden, waarvan het merendeel te vinden is in de Grote, of Stille, Oceaan. Ook heeft ze eilanden opgenomen uit de Atlantische Indische Oceaan, en een klein aantal eilanden uit de Noordelijke IJszee en Zuidelijke Oceaan nabij Antarctica completeren het geheel. In de atlas vertelt Schalansky bij ieder eiland een bijzonder verhaal met het eiland in de hoofdrol. Deze geschiedenislesjes zijn fragmentarisch, en prikkelen de lezer zelf verder op ontdekkingstocht te gaan naar de verborgen geschiedenis van het eiland. Context ontbreekt vaak in het vertelde. Het beroep op de eigen fantasie van de lezer wordt daardoor des te groter, en dat is precies de bedoeling van de auteur. Zoals ze in de inleiding stelt bestaat de uitdaging voor tegenwoordige potentiële ontdekkingsreizigers erin om thuis te blijven en vandaar de geheimen van de aardbol te ontrafelen.

Hoogste tijd dus om eens nader in te gaan op enkele van de verhalen die Schalansky ten tonele brengt, zoals dat van de merkwaardige zuigelingensterfte op het Schotse eilandje Saint Kilda in de Atlantische Oceaan. Een eilandje van slechts zo’n 8,5 vierkante kilometer waar in het enige dorp dat het eiland rijk was in de negentiende eeuw opvallend veel pasgeboren kinderen stierven aan een onverklaarbare aandoening. Later zou blijken dat waarschijnlijk naveltetanus de besmettelijke oorzaak van de kindersterfte was. Het was een van de oorzaken voor de steeds verder afnemende bevolking van het eiland, tot het in 1930 uiteindelijk geëvacueerd werd.

Een ander wonderlijk verhaal is dat van de mysterieuze aantrekkingskracht van het eiland Rapa Iti in de Grote Oceaan op de jonge Marc Liblin uit Frankrijk. In zijn dromen maakt hij kennis met een hem totaal onbekende taal, die hij al gauw leert spreken. Jaren later trekt hij als volwassen man de aandacht van onderzoekers van de universiteit van Rennes die er echter met hun computers  niet in slagen de raadselachtige klanken van Liblin te ontcijferen. Dan komt men op het idee havenkroegen af te reizen in de hoop dat een zeeman de taal weleens ergens heeft gehoord. Dat heeft succes, een van de zeelieden brengt hen in contact met een dame die afkomstig is van dit eenzame Polynesische eiland, en Liblin en de vrouw verstaan elkaar feilloos. Ze trouwen en vertrekken uiteindelijk samen naar haar vaderland.

Ook de rest van het boek staat boordevol fantastische, vreemde, en beklemmende geschiedenissen. Om niet teveel van de inhoud te verklappen, zal ik deze verder niet benoemen, maar het moge duidelijk zijn dat de pocketatlas een absolute aanrader is voor iedereen die zich ook wel eens verwonderd boven een atlaskaart heeft afgevraagd hoe al die groene stipjes in het blauw er uit zouden zien. Schalansky’s prachtige en meeslepende schrijfwijze brengt de geschiedenis en vooral de eilanden zelf machtig tot leven; van de barre kille rotsen van Peter I-eiland tot de tropische zandstranden van Cocoseiland weet ze de sfeer van de eilanden perfect in woorden te vangen. Zowel aan liefhebbers van geschiedenis en avonturenverhalen als aan eenieder die kan genieten van een mooi geschreven boek kan ik deze pocketatlas van harte aanbevelen!

Wouter van Dijk