Rupsenobservaties van Christiaan Sepp

Rupsenobservaties van Christiaan Sepp uit de collectie van het Teylers Museum.

Conservator Esther van Gelder van het Teylers Museum deed een bijzondere nieuwe toeschrijving in de collectie van het museum, zo werd maandag 8 januari door het museum bekend gemaakt. Het gaat om vijftig velletjes met daarop prachtige tekeningen van rupsen op ware grootte. De achttiende-eeuwse werken werden met steun van Matthijs de Clerq in 2009 aangekocht, de maker was tot nu onbekend.

Nieuwe Geographische Reise- en Zak-Atlas van Christiaan Sepp.

Conservator Esther van Gelder ontdekte dat dit de allereerste observaties zijn van Christiaan Sepp (1710-1775), een van oorsprong Duitse graveur en kaartenmaker die in Amsterdam een gevierd boekillustrator en natuuronderzoeker zou worden. Sepp werd bekend als maker van land- en zeekaarten en verwierf grote bekendheid met zijn kennis van de entomologie. Samen met zijn zoon Jan Christiaan verzamelde en kweekte hij insecten. Hun achttiende-eeuwse vlinderkast met laden om de vlinders in op te bergen is tegenwoordig in het bezit van Museum Boerhaave te Leiden. Vanaf 1762  bracht hij in delen een pionierswerk over Nederlandse insecten uit: Beschouwing der wonderen Gods, in de minstgeachte schepzelen; of Nederlandsche insecten (1762-1860). De eerste dertig platen met beschrijvingen maakte hij alleen, daarna werd hij geholpen door zijn zoon Jan Christiaan, die zich hiervoor als uitgever vestigde. De tekeningen van Teylers komen een-op-een terug in de gravures in dit boek.

Rupsenobservaties van Christiaan Sepp uit de collectie van het Teylers Museum.

Op de tekeningen zijn rupsen op ware grootte afgebeeld. De eitjes waar ze uit gekropen zijn, de poppen waarin ze veranderd zijn en de planten waarop ze leefden, staan erbij. Uit de tekstjes blijkt dat de rupsjes in de zomer van 1754 tot 1758 verzameld werden in de omgeving van Amsterdam en Haarlem, in de duinen, op de wilgenbomen net buiten de Haarlemmerpoort en gewoon op straat.

Cover van Nederlandsche Vogelen van Cornelius Nozeman en Christiaan Sepp, Vol. 3 (1797).

De prachtige collectie rupsentekeningen is online te bekijken op de website van het Teylers Museum. Naast tekeningen voor het insectenproject werkte Sepp ook mee aan de eerste afleveringen van Nederlandsche vogelen; volgens hunne huishouding, aert, en eigenschappen beschreeven van Cornelius Nozeman. Allebei de werken beoogden een overzicht te geven van de inheemse Nederlandse natuur en waren projecten waar steeds meer personen aan meewerkten. De Nederlandsche insecten werd pas in 1925 afgesloten, de Nederlandsche vogelen in 1829. Met deze collectie bezit Teylers Museum een van de vroegste voorbeelden van een ontluikende fascinatie voor de ‘vaderlandse’ natuur. Bovendien is het ook de eerste stap van vader en zoon Sepp in de richting van hun succesvolle uitgeverij van luxe natuurhistorische boeken, waarvan er zo veel in de wetenschappelijke bibliotheek van Teylers bewaard worden.

Vera Weterings

De tekeningen van Sepp zijn momenteel in het Teylers Museum in Haarlem te bekijken. Na 18 februari worden de tekeningen weer veilig opgeborgen in het donkere depot.

Esther van Gelder schreef eerder voor een tentoonstelling in Museum Boerhaave de bijbehorende publicatie Bloeiende kennis. Groene ontdekkingen in de gouden eeuw (2012).