Klassieken op papier in Rijksmuseum van Oudheden

De elfde Week van de Klassieken is inmiddels in volle gang. In dit kader vinden van 5 tot en met 15 april 2018 allerlei activiteiten plaats binnen het thema ‘Wat is wijsheid? Denken in de klassieke wereld:’ van lezingen tot verteltheater en van rondleidingen tot de jaarlijkse Pubquiz. Diverse partners organiseren door het hele land een keur aan activiteiten voor jong en oud. De meeste activiteiten vinden plaats bij het Rijksmuseum van Oudheden (RMO), zo ook de sprankelende avond ‘klassieken op papier’ in samenwerking met uitgeverij Amsterdam University Press (AUP). Bij de uitgever zijn tijdens de Week van de Klassieken vijf nieuwe boeken over de Oudheid verschenen die tijdens de avond in het RMO op een bijzonder frisse manier werden gepresenteerd: van mini-college tot interview en van quiz tot signeersessie.

Jan-Peter Wissink, directeur Amsterdam University Press

De avond werd geopend door de directeur van AUP, Jan-Peter Wissink, hij vertelde hoe tijdens ‘klassieken op papier’ vijf nieuwe boeken over de Oudheid centraal staan; vijf boeken, van tien auteurs verspreid over zeven verschillende plekken in het land. Eén van die boeken is het themaboekje van de Week van de Klassieken, een traditie die Uitgeverij Athenaeum, Ambo Anthos en Amsterdam University Press al een aantal jaren in ere houden. Zo verschenen eerder themaboekjes als Afdalingen (2017) van Marjoleine de Vos bij Ambo | Anthos, Wandelen door het antieke Rome (2016) van Luc Verhuyck bij Uitgeverij Athenaeum en Te wapen! (2015) Van Hein van Dolen, Olivier Hekster en Fik Meijer bij Uitgeverij Athenaeum. Dit jaar kwam het themaboekje bij AUP vandaan: De portiek van de buren door David Rijser. David Rijser doceert Klassieke Talen en Cultuurgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Eerder verscheen van zijn hand Een telkens nieuwe oudheid. Of: Hoe Tiberius in New Jersey belandde (2016). De aftrap van de avond was voor Rijser en zijn themaboekje.

De portiek van de buren

David Rijser

Rijser vertelde dat hij een jaar aan het themaboekje heeft gewerkt. Uiteindelijk is De portiek van de buren. Verbeeldingen van denken in de Oudheid een boek geworden waarin Rijser op zoek gaat naar manieren waarop denken in antieke literatuur en beeldende kunst werd weergegeven. Maar hoe schrijf je over het denken in de Oudheid zonder in de technische details van de filosofie te vervallen? Hierbij heeft Rijser er nadrukkelijk voor gekozen het boek te schrijven als filoloog en niet als filosoof. Op deze manier heeft hij geprobeerd het denkproces dat verbeeld is in antieke teksten en beelden zo veel mogelijk te verwoorden. Een aantal aannames bij dit thema hebben hem geholpen, bijvoorbeeld dat de denker een held is, boven het aardse is verheven en diepe gedachten denkt. Met die aannames heeft hij de teksten en beelden bestudeerd en onder andere de bijbel van de Grieken erbij gepakt. Dat proces voerde hem langs homerische helden die praktische beslissingen moeten nemen en daarbij 'hun gemoed toespreken'. Hieruit kon hij concluderen dat het homerisch denken eigenlijk hypermodern is: niet diep, maar praktisch. Ook is de twijfel heel modern, al was deze volgens Rijser ook al aanwezig was bij kerkvader Augustinus die zijn literaire vorm ontleende aan het denkproces van de Latijnse erotische poëzie. Hierbij sprak Augustinus de taal van de vrouwelijke aarzeling en twijfel en gebruikt hij deze twijfel om zichzelf als zoekende christen overtuigend literair neer te zetten. Het denken in Latijnse erotische poëzie is van oorsprong vrouwelijk en verloopt via kronkelwegen. Dit denkproces kenmerkt zich door niet zuiver logische gronden waarbij plannen continu worden bijgesteld, opnieuw uitgeprobeerd en op net iets andere manier worden herhaald. Rijsers’ De portiek van de buren is dan ook een boek dat aan de hand van antieke filosofen de moderne lezer aan het denken zet.

Leven met de goden

Fik Meijer en Inger Kuin

Na Rijser werd oudheidkundige Inger Kuin door classicus Fik Meijer geïnterviewd over haar nieuwe boek Leven met de goden. Religie in de Oudheid. In dit boek belicht Kuin het kleurrijke en complexe religieuze leven van de oude Grieken en Romeinen en de vroege geschiedenis van het christendom. Hierbij heeft ze gekozen voor een thematische aanpak in plaats van een chronologische. Meijer vraagt zich af waarom. Kuin legt uit dat de thematische aanpak haar het beste paste doordat bepaalde kenmerken en gebruiken bij religie goed tegen de tijd bestand zijn en mensen daardoor eeuwenlang bepaalde zaken op gelijke wijze blijven doen. Daarbij ga je bij een chronologische aanpak volgens Kuin voorbij aan het feit dat er aan het Romeinse Rijk ook nog veel Grieks is. Ook legde ze uit dat ze in haar boek heeft geprobeerd om het woord religie te definiëren, omdat religie in moderne zin meer slaat op wat mensen doen en denken, terwijl religie in de Oudheid anders was. De moderne definitie kun je dus eigenlijk niet gebruiken als het om de Oudheid gaat, een tijd waarin het lastig na te gaan is wat er van mensen werd verwacht wat betreft hun denken. In de Oudheid was religie erg gericht op de praktijk, zoals zaken als het offeren. In het boek van Kuin is dan ook een heel hoofdstuk gewijd aan de offergaven. Hierbij is niet alleen aandacht voor het offeren van dieren, dat vaak prominent naar voren komt in ons gedachtegoed over offeren in de Oudheid. Volgens Kuin komt dat waarschijnlijk doordat de christenen hier later duidelijk afstand van nemen. Door dat debat wordt in de geschiedschrijving vaak voorbijgegaan aan het feit dat dierenoffers brengen heel duur was en dus niet in zo’n grote mate voorkwam. Andere dingen werden veel vaker geofferd, zoals goedkope alternatieven als graan, wierrook en vruchten. In het RMO zijn ook offeraltaren te vinden, vertelt Kuin. Een voorbeeld daarvan is het Nehalennia-altaar uit Colijnsplaat, gedateerd op circa 150-250 na Christus. Brokstukken van het altaar werden begin jaren zeventig door een visser in de Oosterschelde opgevist in zijn netten. Het altaar bleek na uitgebreid onderzoek voor Nehalennia, een vruchtbaarheidsgodin en de beschermvrouwe van huis en haard én van zeelieden.

Verder besteedt Kuin in haar boek aandacht aan religieuze groeperingen, zoals mysteriecultussen. In deze cultussen bestonden gedetailleerde ideeën over wat er gebeurde na de dood. Wat mensen denken, kun je eigenlijk alleen vinden in literatuur. Daar vind je mythes over de onderwereld. Hoe belangrijk deze mythische verhalen waren kun je volgens Kuin weer achterhalen door te kijken naar grafinscripties. Soms komen mensen uit de mythologie daarop terug.

Tot slot vraagt Meijer Kuin hoe zij staat tegenover het fenomeen atheïsme in de Oudheid. Hiervoor haalt Kuin het boek Hemelbestormers. Atheisme in de klassieke oudheid van Tim Whitmarsh aan. Hoewel Kuin het niet met hem eens is dat de denkers uit de Oudheid atheïsten waren, is het boek van Withmars volgens Kuin wel een eye opener wat betreft het fenomeen atheïsme in de Oudheid. Als onderbouwing voor haar idee dat de denkers uit de Oudheid geen atheïsten waren, gerbruikt Kuin het voorbeeld van Epicurus. Hij had weliswaar een filosofisch wereldbeeld waarin goddelijke motivatie niet nodig is, desalniettemin heeft hij het in zijn geschriften wel over het goddelijke als voorbeeld van de onverstoorbaarheid waar je je aan moet spiegelen.

Het eiland van Pelops

Hugo Koning en Hans Verheij

Na het interview met Kuin namen classici Hugo Koning en Hans Verheij hun toeschouwers vanuit de Tempelzaal mee op een literaire reis door de Peloponnesos aan de hand van diverse voorbeelden uit hun nieuwe boek Het eiland van Pelops. In dit boek reist de lezer af naar dertien bekende en minder bekende locaties op het grootste schiereiland van Griekenland, de Peloponnesos. De reis start bij Korinthe en eindigt in Sikyoil, onderweg worden plaatsen aangedaan zoals het bekende Olympia, maar ook het afgelegen Tainaron, dat ook wel bekend staat als de ingang van de onderwereld. Tijdens deze literaire rondreis halen Verheij en Koning diverse literaire teksten uit de geschiedenis aan. Op deze manier worden de diverse historische lagen van het Griekse landschap als het ware bewandeld. Hierbij maken ze continu gebruik van het palimpsest. Zo halen ze bijvoorbeeld een perkamenten codex met religieuze teksten aan, waarbij het oude handschrift is uitgewist om het vel opnieuw te gebruiken. Op dat oudere handschrift uit de tiende eeuw zijn unieke teksten van onder andere Archimedes te lezen en ook commentaar op Aristoteles. Naast zo’n literair palimpsest is ook aandacht voor het archeologisch palimpsest van het Griekse landschap waarbij de diverse lagen in de bodem verschillende geschiedenissen blootleggen. Zo halen Koning en Verheij onder ander het voorbeeld aan van de archeologische vondst van een paleisarchief door Carl Blegen of de Griffin Warrior in een olijfgaard in 2015. Door de meeslepende verhalen krijg je zin op reis te gaan of het boek in te duiken op zoek naar de eeuwenoude geschiedenis van de Peloponnesos. En dat kan in dit boek ook met teksten die nog niet eerder in het Nederlands vertaald waren.

De vereeuwigde stad

Mark Oldenhave, Nathasja van Luijn en Christoph Pieper

Na deze rondreis door het Griekse landschap nemen de volgende sprekers de aanwezigen mee naar het oude Rome aan de hand van hun literaire reisgids De vereeuwigde stad. Nathasja van Luijn, Mark Oldenhave en Christoph Pieper belichten in dit boekje een twintigtal monumenten uit Rome. In hun presentatie legden ze de focus op het Circus Maximus. Daarbij laten ze zien hoe ze de antieke teksten meer tot leven wekken met oude afbeeldingen en prenten en bewust niet voor foto’s hebben gekozen om de monumenten meer in hun oorspronkelijke staat te tonen. In hun boek doen ze hetzelfde, hier gebruiken ze oude teksten toegesneden op een monument om de lezer mee te nemen naar het antieke Rome. Zo wordt voor het Circus Maximus bijvoorbeeld Plinius aangehaald die in zijn geschriften schrijft dat de mensen erheen gingen vanwege het spektakel en niet vanwege de paarden. Ook wordt Ovidius geciteerd die liet weten dat het Circus Maximus een goede plek was om vrouwen te versieren. In zijn werk wijdt hij uit over de mogelijkheden die het circus hiertoe biedt. Naast deze citaten biedt elk hoofdstuk ook leuke weetjes over de locaties. Bij het Circus Maximus is er bijvoorbeeld aandacht voor de fanclubs.

Naast het inkijkje in deze literaire reisgids werden de aanwezigen ook gewezen op de gelijknamige website van De vereeuwigde stad. Op deze site kun je naast citaten uit antieke teksten ook informatie over de monumenten vinden, kunnen kunstwerken worden bekeken en kan men virtueel een wandeling maken. Een handige virtuele reishulp ter voorbereiding op een Romereis.

Cicero

Rogier van der Wal, Olga Tellegen-Couperus, Lidewij van Gils en Christoph Pieper

Het laatste deel van de avond was voor het nieuwe Elementaire Deeltje over Cicero. Eerder verschenen al Elementaire Deeltjes binnen Oudheid-thema’s, zoals Mythologie en Klassieke Literatuur. Dit boek over Cicero van de hand van Rogier van der Wal, Lidewij van Gils en Christoph Pieper is geheel gewijd aan Cicero, de grote Romeinse staatsman, advocaat en filosoof Marcus Tullius. Omdat het einde van de avond in zicht was en de sprekers bang waren dat de aanwezigen aan het eind van hun Latijn waren, kozen ze niet voor een presentatie, maar voor een quiz om wat meer over de inhoud van hun boek prijs te geven. Aan de hand van twaalf vragen kwam het publiek spelenderwijs meer te weten over het oeuvre van Cicero, zijn persoonlijkheid en de rechtspraak van Rome. Eén van de aanwezigen kreeg het voor elkaar om alle twaalf vragen goed te beantwoorden, zijn verdiende prijs was een boekenpakket van AUP met daarin alle vijf de boeken die eerder die avond waren besproken in een fraai vormgegeven linnen tas van de reeks Elementaire Deeltjes. Al met al was de avond Klassieken van Papier in het Rijksmuseum van Oudheden een bijzonder geslaagd programma. De vijf boeken van AUP werden op verfrissende wijze gepresenteerd, waardoor het publiek na afloop de museumwinkel plunderde en de mensen bij de auteurs in de rij stonden voor een gesigneerd exemplaar.

Kortom, een goed begin van de Week van de Klassieken, maar er staat nog veel meer op het programma de komende week. Zo zijn er nog meer lezingen, zoals bijvoorbeeld op 10 april bij SPUI 25 in Amsterdam ‘Denkers in de Oudheid. Antieke filosofie en klassieke denkers in woord en beeld’, waarbij David Rijser en Charles Hupperts spreken. Ook is er nog meer te beleven bij het RMO. Volgende week is er bijvoorbeeld op woensdag een literair symposium over Aristoteles op toneel en op donderdag een discussieavond met muziek onder de titel ‘Van Rome tot de Pharos’. Verder zijn er diverse activiteiten bij onder andere het Allard Pierson Museum, Tresoar en de Rijksuniversiteit Groningen. Kortom, geniet van de vele activiteiten tijdens deze elfde editie van de Week van de Klassieken!

Vera Weterings

Als partner van de Week van de Klassieken zal Hereditas Nexus extra boekbesprekingen van historische werken over de Oudheid en blogs over de Klassieke wereld publiceren. Houd de website in de gaten!