Recensent: Wouter van Dijk
Ga met me mee. Lennaert Nijgh. Zelfportret in 100 stukken, samengesteld door Peter Voskuil
Uitgeverij JEA, Amsterdam 2017
ISBN: 9789082471717
Hardcover, geïllustreerd, met chronologie, bronnen en verantwoording
226 pagina’s
€ 39,95
Zelfportret van Lennaert Nijgh
Lennaert Nijgh werd beroemd in Nederland als tekstschrijver van hits van Boudewijn de Groot. Het is deel van de tragiek van Nijgh geweest dat hij zelf geen goed zanger was waardoor hij De Groot als spreekbuis moest gebruiken voor het vertolken van zijn teksten. Nijgh was een schrijver en een dichter voor wie, naar eigen zeggen ‘het geluk toch altijd harder liep’. Als compagnon van De Groot vierde hij grote successen, maar naarmate hij ouder werd vloeiden de liedteksten steeds moeizamer uit zijn pen. En dat stak hem. Naast liedteksten schreef Nijgh jarenlang columns in het Haarlems Dagblad, een paar boeken, en ook de autobiografische roman Tobia.
Samensteller van dit verzameld werk Peter Voskuil schreef eerder de biografie van Nijgh, Testament. Daarbij kwam hij zoveel mooi en onbekend materiaal tegen dat een Verzameld werk een logische opvolger voor dat boek leek. Veelschrijver als Nijgh was vanaf zijn jeugd, was het ondoenlijk een volledig verzameld werk uit te geven. Voskuil heeft daarom de mooiste, interessantste en meest typerende teksten van Nijgh uit verschillende perioden in zijn leven geselecteerd. Het resultaat is een prachtig boek waarin een dwarsdoorsnede van Nijghs schrijfkunst wordt gepresenteerd.
Het boek is opgebouwd in vier chronologische delen. Het eerste deel beslaat de periode 1945-1966 en bevat de pennevruchten van Lennaerts vroegste jeugd tot en met zijn middelbare schooltijd. Daarna volgen een aantal teksten uit de periode 1967-1970, een roerige tijd waarin de muziek van Lennaert en Boudewijn het goed deed. In dit deel lezen we ook een aantal onbekende liedteksten. Het derde deel bestrijkt de periode 1971-1993 en het vierde deel de laatste jaren van Nijghs leven: 1994-2002.
Veel mensen die interesse in het leven en werk van Nijgh hebben, zullen dat hebben vanwege het werk dat hij met Boudewijn de Groot maakte. De teksten die hij schreef als jongvolwassene en de inspiratie die hij daarvoor haalde uit zijn jeugd en omgeving leren we beter begrijpen door de fragmenten die Voskuil selecteerde voor dit boek. Je leest meer over Nijghs belevenissen, die hij met dezelfde humor en vlotte pen opschreef die je ook in Tobia tegenkomt. De jaren uit Nijghs jeugd en puberjaren zijn ook de jaren waar het minst over bekend is bij een groot publiek, en waarop de informatie uit het boek een mooie aanvulling vormt op de beroemde liedteksten. Een mooi staaltje van Nijghs schrijverschap is het verhaal ‘Avonturen in Zeeduinen’, waarin hij vertelt over de bezoeken die hij bracht aan een vriend in Zandvoort. De veelzijdigheid van Lennaerts schrijverschap wordt ook duidelijk voor de lezer. Het boek bevat columns, verhalen, sonnetten, liedteksten, dagboekfragmenten. In het boek zijn daarnaast ook nog faxberichten en brieven opgenomen. Alles bij elkaar een prachtig overzicht van het onbekende werk van Lennaert Nijgh voor de vele liefhebbers van zijn werk.
Wouter van Dijk