De afgelopen periode was er veel aandacht voor de Nederlandse culinaire geschiedenis. Zo verscheen vorig jaar een aantal belangrijke publicaties over onze eetcultuur. Neem bijvoorbeeld Nederland dineert, dat 4 november de Joop Witteveenprijs 2015 uit handen van juryvoorzitter Steph Scholten kreeg. Uit naam van de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam worden sinds 2013 twee prijzen op het gebied van de gastronomie uitgereikt: de Johannes van Damprijs, een internationale oeuvreprijs, en de Joop Witteveenprijs, voor de beste historische publicatie op het gebied van de eetcultuur van de Lage Landen. Deze prijs is genoemd naar culinair historicus en bibliograaf Joop Witteveen. Nederland dineert is een groot overzichtswerk van de eetcultuur in Nederland waarin de collecties tafellinnen, servies, glaswerk, bestek en livrei van een tiental landgoederen en paleizen centraal staan.
Ook genomineerd voor de Joop Witteveenprijs was De kleine geschiedenis van de Nederlandse keuken van Jacques Meerman. Hij biedt in zijn boek een overzicht van de geschiedenis van de Nederlandse keuken en werpt tegelijkertijd ook nieuw licht op opvattingen over de laat-middeleeuwse keuken die lange tijd voor zoete koek geslikt werden. Een andere recente uitgave is Oranje toetjes, een heerlijke mix van culinaire geschiedenis met daarin uitstapjes naar belangrijke kookboeken, gebruikt keukengerei en veelvoorkomende ingrediënten, persoonlijke verhalen over de leden van de Koninklijke familie, vakmanschap van koks, suikerbakkers en patissiers en de veranderende etiquette en gewoontes.
Niet alleen in de boekwinkel kom je steeds meer historische recepten tegen, ook in het archief duiken zo nu en dan oude receptenboekjes op, zoals het zeventiende-eeuwse recept voor jenever uit het RHC Vecht en Venen dat recent te zien was in het tv-programma Binnenstebuiten. Hierdoor rijst in het archief regelmatig de vraag: hoe smaken die recepten? De namen van verschillende recepten spreken immers tot de verbeelding, neem bijvoorbeeld evenveeltjes, beuling en slemp; je kunt ze allemaal vinden in de receptenboekjes van het Regionaal Archief Tilburg. Een evenveeltje is een soort gebak, een beuling is een soort worst en slemp is een warme kruidige melk.
Het Regionaal Archief Tilburg en het Stadsmuseum Tilburg nemen de proef op de som en zijn op zoek gegaan naar culinaire durfallen die niet terugdeinzen om een onbekend recept uit te proberen. Zij organiseren een speciale publieksdag waarbij gerechten uit oude receptenboekjes te proeven zijn. De recepten zijn bereid door (amateur)-koks. Voorafgaand aan het evenement kon iedereen zich opgeven om een oud recept uit te proberen. De recepten komen uit het register van een pastoorsmeid (Diessen, begin twintigste eeuw), brochures van Calvé Delft en Buisman, het receptenboekje uit de negentiende-eeuw van herbergierster Maria Donders van Vliet en een brochure uit 1914, ‘Goedkope en voedzame maaltijden’.
Naast het proeven van gerechten uit oude receptenboekjes is Guus Teurlings van 63° kookboekenwinkel die dag aanwezig voor een lezing over de culinaire geschiedenis van Brabant. Deze kookboekenspecialist kan vol vuur vertellen over de gerechten die in de afgelopen eeuwen werden gegeten. Hij neemt enkele kookboeken mee die gericht zijn op gerechten uit vervlogen tijden. Daarnaast fotografeert Stadsmuseum Tilburg Tilburgse voorwerpen die met tafelcultuur te maken hebben. Smaakt dit naar meer? Kom dan zaterdag naar het Regionaal Archief Tilburg!
Vera Weterings
Aan tafel! is gratis te bezoeken in het gebouw van Regionaal Archief Tilburg, Kazernehof 75 in Tilburg, van 13.00 tot 17.00 uur.
Trek gekregen in meer culinaire historie? Lees ook de blog Diner à la Russe en de volgende boekrecensies:
• Oranje Toetjes. Van Willem de Zwijger tot Willem-Alexander, Lizet Kruyff en Cees Holtkamp
• Nederland dineert – vier eeuwen tafelcultuur, Barend van Bethem e.a.
• Kleine geschiedenis van de Nederlandse keuken, Jacques Meerman
Pingback:
Het verleden op je bord |
Pingback:
Slow Food |