Recensent: Vera Weterings
De Grote Van Gogh Atlas, Nienke Denekamp en René van Blerk met medewerking van Teio Meedendorp
Uitgeverij Rubinstein in samenwerking met het Van Gogh Museum, Amsterdam 2015
ISBN 978 90 4761798 3
180 pagina´s
Harde kaft met illustraties in kleur en zwart-wit
€ 24,95
De Grote Van Gogh Atlas
Kunstenaar Vincent van Gogh woonde in de 37 jaar van zijn leven op meer dan 25 plaatsen. In De Grote Van Gogh Atlas word je als lezer meegenomen op een tocht van het Brabantse platteland tot de wereldstad Londen en van het rustieke Zuid-Frankrijk naar het artistieke centrum Parijs. Als een soort scrapbook geeft het boek allerlei herinneringen en passages uit Van Goghs leven weer. Brieven, foto’s, oude (entree)kaarten en afbeeldingen van zijn werk brengen de teksten tot leven en zorgen ervoor dat je als lezer de schilder door en door leert kennen. In zijn brieven aan zijn broer Theo is Van Gogh immers bijzonder openhartig en geeft hij vaak ook te kennen wat hij die dag heeft gedaan, met welk kunstwerk hij bezig is en wat voor idee daarachter zit of welke kunstwerken hij heeft bewonderd in een museum.
In de inhoudsopgave is een bijzonder fraaie tijdlijn te vinden met daarop jaartallen en Van Goghs jaren in leeftijd met schetsen van panden waar Van Gogh enige tijd heeft doorgebracht, zoals zijn ouderlijk huis in Zundert en het Gele Huis in Arles. Deze speelse schetsen komen ook in verschillende hoofdstukken in het boek terug. Aangezien Van Gogh in zijn leven veel heeft gereisd, bieden de plattegronden met daarin schetsen van zijn verblijfplaatsen en bekende trekpleisters in de omgeving een welkome aanvulling bij de tekst. De wereld waarin Van Gogh leeft wordt voor de lezer hierdoor veel tastbaarder.
De grote Van Gogh Atlas is ondanks de speelse opzet bijzonder informatief en bevat vele (onbekendere) wetenswaardigheden uit het leven van Van Gogh. Zoals bijvoorbeeld zijn periode als leerling bij het prentenkabinet Goupil & Cie, van Vincents oom, ook Vincent genaamd (Oom Cent). Eerst werkte Vincent bij het Haagse filiaal van Goupil & Cie., vervolgens bij de vestiging in Londen en bij het Parijse hoofdkantoor in 1875. In Parijs werd Vincent per 1 april ontslagen, hij was namelijk zonder toestemming met kerstvakantie gegaan en was volgens zijn baas niet vriendelijk genoeg tegen de klanten. Hierna wist Vincent niet goed wat hij moest doen en hij werkte achtereenvolgens als hulponderwijzer op een kostschool in Ramsgate, aan de Engelse oostkust en in Isleworth, een voorstad van Londen. Ook dit bleek niks waarna hij boekhouding en allerlei klusjes ging doen bij de vestiging van boekhandel Blussé & Van Braam in Dordrecht.
Dit soort inkijkjes in het leven van Van Gogh geven wat meer inzicht in de zwerftochten die de schilder zijn leven lang heeft gemaakt en zijn minder bekend dan de periode waarin hij bijvoorbeeld theologie ging studeren of de tijd dat hij vier kamers in het ‘gele huis’ aan de Place Lamartine in Arles huurde met het idee een ‘kunstenaarskolonie’ te stichten. Helaas voor Van Gogh was de eerste, en uiteindelijk enige kunstenaar die bij hem kwam wonen Paul Gauguin. Een kunstenaar waar hij het uiteindelijk niet zo goed mee kon vinden, samenwonen met Gauguin putte Van Gogh uit. Na een zenuwinzinking – waaraan hoogstwaarschijnlijk een heftige ruzie tussen de schilders vooraf was gegaan – sneed hij een stuk van zijn eigen linkeroor.
Door de overlevering van de brieven van Vincent aan zijn broer Theo weten we veel over zijn leven. Dit verklaart dat er minder bekend is over de periode dat Vincent twee jaar met zijn broer in Parijs samenwoonde, toen schreven ze elkaar vrijwel geen brieven. Kort na Vincents dood organiseerde Theo een tentoonstelling van Vincents schilderijen in Parijs waarbij hij werd geholpen door Emile Bernard. Hoewel de schilderijen positieve reacties kregen, was het een zware tijd voor Theo. Hij had een verwaarloosde syfilisaandoening en overleed ongeveer een half jaar na Vincent. Hierdoor liet hij zijn vrouw Jo als alleenstaande moeder van 29 jaar achter. Hoewel ze krap bij kas zat, deed ze haar best om de kunstverzameling die Theo van zijn broer Vincent had bij elkaar te houden. Ze deed dit voor haar zoon Vincent Willem. Ook werkte ze eraan om Vincents bekendheid te vergroten, dankzij haar werd zijn werk steeds bekender. In 1905 organiseerde ze in het Stedelijk Museum in Amsterdam een tentoonstelling met maar liefst 472 werken van Van Gogh. Daarnaast was ze bezig om de brieven van Vincent aan zijn broer Theo te bundelen, dat was een wens van haar overleden man. Het is opmerkelijk te zien hoe groot Vincents bekendheid na zijn dood is geworden. De kunstenaar leefde voornamelijk van de giften van zijn broer Theo en is zo’n twintig jaar na zijn dood zo bekend dat verzamelaars flinke bedragen neertellen voor zijn werk. Inmiddels behoren zijn schilderijen tot de topstukken van de wereld en is hij overal te zien: in het Museum of Modern Art in New York pronkt De Sterrennacht, in het Museo Nacional de Bellas Artes in Buenos Aires is de Moulin de la Galette te bewonderen en sinds 1973 is in Amsterdam een geheel museum met werken van hem te bezoeken.
De grote Van Gogh Atlas start met een kleine stamboom van Vincent en vertelt vervolgens op een vrij unieke manier het bijzondere levensverhaal van de schilder. De opzet als scrapbook is vergelijkbaar met die in het boekje Op reis met Van Gijn. Toerist in de negentiende eeuw van Wyke Sybesma en Liesbeth van Noortwijk. De vele foto’s, plattegronden, schetsen en kunstwerken brengen de schilder weer tot leven. Daarbij biedt dit chronologische levensverhaal ook de mogelijkheid om als lezer de verschillende werken beter te plaatsen in de tijd waarin ze gemaakt zijn. Door de schilder overal naartoe te volgen, bekijk je sommige schilderijen met een andere blik en weet je meer over de achtergrond van de afgebeelde arbeiders.
Dit boek is voor iedereen die geïnteresseerd is in Van Gogh en ook voor hen die meer willen weten over de wereld waarin hij leefde een absolute aanrader. Door de erg mooie opzet lees je het boek in één adem uit. Het verhaal is intrigerend en in aangename korte hoofdstukken onderverdeeld die uitnodigen om verder te lezen. Daarbij is het boek ook zeker nog erg leuk om later nog eens door te bladeren. De speelse opzet zorgt ervoor dat je het boek later nog vaak uit de kast pakt om de mooie illustraties nog eens te bekijken of een bepaalde passage na te lezen. Kortom, een boek dat je echt wilt hebben!
Vera Weterings
Pingback:
Vincent uit de doeken
Pingback:
Het heldere licht van het noorden |
Pingback:
Vincent van Gogh, 400 dagen in Amsterdam |
Pingback:
Dit is Van Gogh |