Recensent: Vera Weterings
Het eiland van Pelops. Een literaire reis door de Peloponnesos, Hugo Koning en Hans Verheij
Amsterdam University Press, Amsterdam 2018
ISBN 9789462985780
Paperback, met illustraties in kleur en zwart-wit, index van auteurs, tijdlijn en notenapparaat.
364 pagina's
€ 24,99
Een literaire reis door de Peloponnesos
Vorige week schreef ik over de avond ‘Klassieken op papier’ bij het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) in samenwerking met uitgeverij Amsterdam University Press (AUP). Tijdens deze avond werden vijf nieuwe AUP-boeken over de Oudheid op verfrissende wijze gepresenteerd. Daaronder bevond zich ook het boek Het eiland van Pelops van classici Hans Verheij en Hugo Koning. Verheij is oud-docent klassieke talen en Hugo Koning is docent Griekse en Latijnse Talen en Culturen aan de Universiteit Leiden en geeft daarnaast Grieks en Latijn op het Stanislascollege in Delft. Eerder verschenen van zijn hand het Elementaire Deeltje Mythologie (2015), Mythen moet je niet geloven (2016) en Theognis van Megara – Luister naar mij. Elegieën over leven en liefde (2017).
Tijdens de presentatie Klassieken op papier in het RMO namen Koning en Verheij hun toeschouwers vanuit de Tempelzaal mee op een literaire reis door de Peloponnesos en dat is ook precies wat ze doen in hun boek Het eiland van Pelops. In dit boek reist de lezer namelijk af naar dertien bekende en minder bekende locaties op het grootste schiereiland van Griekenland, de Peloponnesos. De reis start bij Korinthe en eindigt in Sikyon, onderweg worden plaatsen aangedaan zoals het bekende Olympia, maar ook het afgelegen Tainaron, dat ook wel bekend staat als de ingang van de onderwereld. Tijdens deze literaire rondreis halen Verheij en Koning diverse literaire teksten uit de geschiedenis aan. Op deze manier worden de diverse historische lagen van het Griekse landschap als het ware bewandeld.
“De bodem [van de Peloponnesos] is een palimpsest, eindeloos opnieuw beschreven door volgende generaties van een volk dat vanaf de tijd van Agamemnon in deze grond de sporen van telkens nieuwe fasen van zijn veelbewogen geschiedenis heeft achtergelaten. Het is die rijkheid van de grond die moderne reizigers fascineert en aantrekt.” (p. 16)
Waarom de Peloponnesos aantrekt wordt duidelijk in de vele anekdotes die Verheij en Koning in hun boek naar voren halen. Om de lezer een beter begrip van deze anekdotes te geven worden de passages telkens aangevuld met de nodige achtergrondinformatie. Zo start het boek ook met een beknopte geschiedenis van de Peloponnesos. In slechts enkele pagina’s zijn de auteurs erin geslaagd om ruim drieduizend jaar geschiedenis op begrijpelijke wijze te comprimeren, zodat de lezer beslagen ten ijs kan komen en aan de literaire rondreis kan beginnen.
“Wij hopen dat deze literaire reis een (denkbeeldig) bezoek aan de Peloponnesos verrijkt en verdiept.” (p. 11)
Zo schrijven Verheij en Koning in hun woord vooraf ‘aan de reiziger’. Dat ze daarin zijn geslaagd kan ik bevestigen. Met groot plezier heb ik de ontdekkingstocht vanaf mijn luie stoel gemaakt en me verwonderd over de verrassende geschiedenis van de Peloponnesos. Hierbij was ik als Oudhistorica zeer verheugd dat het merendeel van de aangehaalde verhalen afkomstig was uit de Oudheid en een minderheid afkomstig was uit de Middeleeuwen, Vroegmoderne tijd en moderne tijd. Hier ging mijn klassieke hart sneller van kloppen. De schrijfstijl van Koning en Verheij is zeer aangenaam, waardoor de historische fragmenten elkaar als vanzelf opvolgen, voorzien van de nodige context en illustraties.
Zo lieten Koning en Verheij mij kennismaken met het verhaal van de held Asklepios die werd opgenomen in de Katasterismoi, een collectie mythen over sterfelijke wezens die tussen de sterren werden opgenomen. Het verhaal gaat zo: Asklepios wist door toepassing van de geneeskunde de doden tot leven te wekken, wat hij bijvoorbeeld deed met Hippolytos, de zoon van Theseus. Doordat de goden het niet konden hebben dat een sterveling zulke dingen presteerde heeft Zeus zijn huis met de bliksem getroffen waarna Asklepios op instigatie van Apollo tussen de sterren werd geplaatst. Een andere levendige anekdote is bijvoorbeeld de dagroutine van archeoloog Heinrich Schliemann. Hij heeft in 1884-1885 in Tiryns gegraven en vond daar de cyclopische muren en resten van een koninklijk paleis uit de bronstijd. Schliemann in zijn Selbst-biographie:
“Ik kan mijn lezers verzekeren dat wij nooit een verkwikkender slaap hebben genoten dan in de middag op de akropolis van Tiryns.” (p. 142)
Het boek staat vol met dit soort literaire en historische teksten waardoor je als lezer telkens aangenaam wordt verrast door de minder bekende en bekendere geschiedenissen over de Peloponnesos. Sommige teksten zijn zelfs speciaal voor dit boek voor het eerst vertaald. Al met al is Het eiland van Pelops een zeer fijne reisgids die je niet alleen op leuke bestemmingen wijst, maar tevens meeneemt in de geschiedenis van het gebied en kennis laat maken met de literaire erfenis van de Peloponnesos. Daarnaast worden veel Griekse mythen in het boek uit de doeken gedaan. Het boek is dan ook een absolute aanrader voor classici die op een verrassende wijze meer over het gebied te weten willen komen, maar zeker ook interessant voor reislustige zielen die al dan niet vanaf hun luie stoel het eiland willen ontdekken.
Vera Weterings
Als partner van de Week van de Klassieken zal Hereditas Nexus extra boekbesprekingen van historische werken over de Oudheid en blogs over de Klassieke wereld publiceren. Houd de website in de gaten!