Dick Bruna is wereldberoemd als Nijntje-creator. Naast dit onschuldige witte konijn ontsproot aan zijn fantasie in 1955 ook zijn tegenhanger; het gitzwarte beertje. Het beertje groeide uit tot icoon voor de covers van meer dan duizend detectives en andere spannende verhalen van Uitgeverij A.W. Bruna & Zoon. In de Kunsthal is momenteel een tentoonstelling te zien die focust op deze donkere kant van Dick Bruna. Dat Bruna gek was op het ‘zwarte beertje’ wordt duidelijk door de vele ontwerpen en foto’s van zwarte beren in zijn persoonlijke archief. Zwarte beer was Bruna’s alter ego, zo blijkt uit de publicatie De beer is dood die in zijn opdracht postuum uitkwam.
De wereld om ons heen is vol van kunstmatige mensfiguren; in kledingzaken presenteren realistische mannequins de nieuwste collecties, in Madame Tussauds kunnen we op de foto met wassen exemplaren van onze idolen en op internet zijn diverse real dolls aan te schaffen om het seksleven van de eenzamen onder ons op te leuken. Het blijven echter nog steeds nadrukkelijk poppen. In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd de basis gelegd van een nieuwe richting in de beeldhouwkunst die verder ging. Amerikaanse kunstenaars als Duane Hanson (1925-1996) en John De Andrea (1941) legden zich vanaf toen steeds meer toe op het hyperrealisme. Het was een tijd waarin mensen op zoek waren naar ‘de waarheid’ en de kunst steeds meer op zoek ging naar de absolute werkelijkheid. Zo legde Hanson zich bijvoorbeeld toe op het maken van levensgrote menselijke sculpturen van glasvezel en polyesterhars. Zijn beelden tonen vaak de arbeidersklasse of mensen aan de zelfkant van de maatschappij. Op de tentoonstelling is een werk te zien dat hij in opdracht van de Stiftung Haus der Geschichte der Bundesrepublik Deutschland in Bonn maakte. Het is een beeld van twee werkers waarvoor twee mensen die ook daadwerkelijk bij het museum werkten model stonden; Walter Schmitz, de conciërge, en Juan Carevic, een Kroatische arbeider. Beide mannen hebben Hanson toegestaan een mal van hun lichaam te maken en ook kleding, hoofd- en lichaamshaar afgestaan voor het kunstwerk.
Het fenomeen museumnacht bestaat sinds 2000 en is inmiddels uitgegroeid tot een programma dat steeds meer steden hebben geadopteerd. Het is een laagdrempelige manier om mensen op een verrassende wijze met kunst en cultuur in aanraking te laten komen. Rotterdam was er vroeg bij, in 2002 werd in de stad de eerste museumnacht georganiseerd en ook afgelopen weekend was het weer raak. Op zaterdag 3 maart was het mogelijk om tijdens de Museumnacht010 te ontdekken wat Rotterdam allemaal te bieden heeft op het gebied van kunst en cultuur. Ik kan je zeggen dat dat veel is! Meer dan veertig musea en culturele instellingen openden de deuren en brachten een divers programma van exposities, onverwachte performances en unieke workshops. Het was te veel voor één nacht, maar een goede gelegenheid om van verschillende musea en ateliers de sfeer te proeven en later nog eens terug te keren. Om te zorgen dat je tussen 20.00 en 01.00 uur zoveel mogelijk kon meemaken en met zoveel mogelijk instellingen kennis kon maken was er ook gezorgd voor vervoer. Naast entree tot ruim veertig instellingen, kon je op de Museumnacht010 ook gratis gebruikmaken van busjes en Mini Coopers die je naar jouw bestemming brachten, of naar een verrassing als je voor een mysterie-busje koos.
Enkele jaren geleden werd ik in Zwolle aangenaam verrast door de bijzonder fraaie werken van de Nederlander Tjalf Sparnaay. In Museum De Fundatie was begin 2015 een overzichtstentoonstelling van het werk van deze Haarlemmer te zien: Closer. Het megarealisme van Tjalf Sparnaay. Sparnaay maakt eigentijdse stillevens, waar de stillevens van zeventiende-eeuwse meesters met name fruit, brood en vis tonen, kiest Sparnaay voor meer hedendaagse lekkernijen zoals een broodje gezond, bakje patat en cheeseburger. Opvallend aan het werk van Sparnaay is ook dat zijn Nederlandse herkomst duidelijk naar voren komt in de objecten die hij in beeld brengt. Zo schildert Sparnaay typisch Nederlandse onderwerpen zoals een boterham met oude kaas of hagelslag, een moorkop, kroket uit de muur, gekookte aardappelen met draadjesvlees, krentenbollen en een vaas met tulpen. Sparnaay over zijn werk:
Mijn schilderijen zijn bedoeld om de kijker in staat te stellen de realiteit opnieuw te ervaren, opnieuw de essentie te laten ontdekken van het voorwerp dat zo alledaags is geworden. Ik wil het terugbrengen tot het DNA van de universele structuur, in al zijn schoonheid. Ik noem het ‘het schone van het gewone’.